Gemeenten in gesprek over opschaling binnen de energietransitie
Van elkaar leren in een uniek participatietraject.

De gemeenten Leeuwarden, Rotterdam, Boxtel en Sint-Michielsgestel en Zaanstad zijn in samenwerking met Buurkracht bezig om op relatief grote schaal structurele betrokkenheid van bewoners bij de energietransitie te organiseren. Deze grootschalige aanpak is voor alle partijen nieuw, en het is dan ook belangrijk om ervan te leren. Binnen het lopende traject én voor toekomstige trajecten elders in het land. Dit gebeurt onder andere via intervisiebijeenkomsten. De eerste leverde alvast interessante inzichten op.
Om de energietransitie te versnellen, is het essentieel dat bewoners in beweging komen. Niet alleen de mensen die intrinsiek gemotiveerd zijn, maar ook die miljoenen anderen die minder urgentie voelen. In buurten waar participatie goed van de grond komt, treedt vaak een sneeuwbaleffect op. Precies wat je als gemeente wil, maar om zo’n samenwerking met bewoners naar de hele gemeente uit te breiden, ontbreekt het al snel aan capaciteit en middelen. Buurkracht werkte een aanpak uit die hier een oplossing voor biedt en kreeg subsidie van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties om deze in vier gemeenten uit te voeren. De projectmanagers van drie gemeenten (die van Leeuwarden was helaas verhinderd) waren bij de intervisiebijeenkomst aanwezig om de eerste stappen te evalueren en kennis en ervaringen uit te wisselen. En al hadden ze elkaar nooit eerder ontmoet, ze hadden elkaar genoeg te vertellen.
Complexe speelvelden
De deelnemende gemeenten hebben inmiddels elk de Routekaartsessie achter de rug waarin ze met onder andere beleidsadviseurs duurzaamheid en wijkmakelaars in kaart gebracht hebben waar kansen liggen om bewoners te betrekken. Een heel andere klus in een relatief kleine gemeente als Boxtel en Sint-Michielsgestel dan in de grootstedelijke context van Rotterdam, met alleen al 120 medewerkers op de afdeling duurzaamheid en negentien deelgebieden met elk hun eigen wijkmanagers. Of in Zaanstad, dat hier qua omvang tussenin zit, en weer een heel andere dynamiek kent. Toch herkenden ze veel in elkaars verhalen. Zo maakten de Routekaartsessies heel zichtbaar dat niet alleen in de grote gemeenten, maar ook in Boxtel en Sint-Michielsgestel het speelveld behoorlijk complex is. Er gebeurt al veel in de wijken op verschillende thema’s en daarbij zijn vaak diverse partijen betrokken. Daardoor was het in het begin best zoeken. Niet alleen naar hoe je zorgt dat verschillende initiatieven elkaar niet in de weg zitten maar juist kunnen versterken, maar ook naar hoe je recht doet aan ieders inbreng.
Nieuwe kanalen
De gemeenten zijn het erover eens dat de start met een Routekaartsessie aan het begin van het traject heel nuttig is om inzicht te krijgen, maar vooral ook om draagvlak te creëren binnen de gemeenten en verbindingen te leggen tussen afdelingen op verschillende niveaus. Ze zorgen ook voor de eerste ingangen om met bewoners in gesprek te komen. Interessant genoeg zorgden vragenlijsten, ludieke wervingsacties en directe en persoonlijke benadering door buurtbegeleiders van Buurkracht ook voor veel enthousiaste bewoners die wel mee wilden doen. Het oorspronkelijke idee was dat wijkmanagers, opbouwwerkers en sociale wijkteams hierin een hoofdrol zouden spelen, vanwege hun waardevolle netwerken in de buurten. Hiervan is zeker dankbaar gebruikgemaakt, maar juist door aanvullende lijntjes uit te zetten en nieuwe kanalen aan te boren, zijn nu ook bewoners bereikt die anders buiten beeld blijven maar wel graag mee willen doen. Een belangrijk leerpunt: bestaande netwerken en contacten zijn een mooie start, maar kijk vooral ook verder!
Belangrijkste lessen en tips
Tijdens de intervisie kwamen drie belangrijke inzichten naar voren die direct toepasbaar zijn bij bewonersparticipatie.
- Succesvolle community building vraagt om een aanpak op buurt- of wijkniveau
Een aanpak met minimaal vier maanden opstarttijd en langdurige aanwezigheid om vertrouwen op te bouwen. Daarnaast werkt clustering van buurtteams binnen een gemeente beter dan verspreide inzet, omdat dit de impact vergroot en samenwerking tussen initiatieven versterkt. - Zorgvuldige wijkselectie is essentieel
Het stellen van realistische verwachtingen bij alle betrokkenen is ook zeer belangrijk. Betrek alleen stakeholders die direct relevant zijn, om tijd en middelen effectief in te zetten. Ook blijkt het niet altijd eenvoudig om de interne organisatie van de gemeente in beweging te krijgen. Een duidelijke interne rolverdeling en voldoende draagvlak binnen de gemeentelijke organisatie zijn daarom cruciaal voor succes. - Directe acties effectief
Uit ervaring blijkt dat directe actie in de wijk effectiever is, dan werken via bestaande structuren – maar het combineren van beide werkwijzen levert op de lange termijn de beste resultaten. Een flexibele, persoonlijke aanpak afgestemd op de lokale context is daarbij onmisbaar.
Deze inzichten bieden niet alleen stof tot nadenken, maar kunnen ook anderen inspireren om bewonersparticipatie effectiever en duurzamer aan te pakken. Inspirerend en zeker voor herhaling vatbaar, luidde dan ook de algemene conclusie. Er komt dus zeker een vervolg.
Wil je op de hoogte blijven?
Lees dan ook:
- Op weg naar efficiente participatie aanpak in de energietransitie
- Menselijke energie in wijken in kaart gebracht
Participatiespecialist Buurkracht brengt al ruim tien jaar bewoners in buurten in beweging. De gemeenten Boxtel en Sint-Michielsgestel, Leeuwarden, Rotterdam en Zaanstad doen mee aan een driejarig project om de bewezen Buurkracht-aanpak op te schalen en structurele betrokkenheid van bewoners bij de energietransitie te organiseren. In Binnenlands Bestuur vind je regelmatig updates. Wil je meer weten of zelf ook opschalen en versnellen richting de energietransitie? Neem dan contact op met Ben Verhoeff.
Oké even afpellen.
1. Om de energietransitie te versnellen, is het essentieel dat bewoners in beweging komen. Bedoeld wordt: hun portemonnee trekken.
2. Niet alleen de mensen die intrinsiek gemotiveerd zijn, maar ook die miljoenen anderen die minder urgentie voelen. Bedoeld wordt: de overgrote meerderheid die het geen fluit interesseert.
3. In buurten waar participatie goed van de grond komt, treedt vaak een sneeuwbaleffect op. Bedoeld wordt: dat hopen we, want we kunnen geen buurt noemen waar dat is gelukt.
En als je dan het artikel verder leest, dan weet ik niet of ik moet lachen of huilen, want:
'De deelnemende gemeenten hebben inmiddels elk de Routekaartsessie achter de rug waarin ze met onder andere beleidsadviseurs duurzaamheid en wijkmakelaars in kaart gebracht hebben waar kansen liggen om bewoners te betrekken.'
Met andere woorden: het bubbelbad heeft met geen burger gesproken! Dat is het enige nog.
Wilt u ook tot het inzicht komen dat "bestaande netwerken en contacten een mooie start zijn, maar dat u vooral ook verder moet kijken"? Bel dan de leuterkoningen van bureau Buurzicht en vraag om een gepeperde offerte.