ruimte en milieu / Partnerbijdrage

Wageningen: 7 keer op rij meest duurzame universiteit ter wereld

WUR koppelt zijn losse WKO’s in collectief systeem met WKO-ring.

WUR
Wageningen Universiteitscampus | Beeld: Branchevereniging Bodemenergie

Op donderdag 23 januari organiseerde het Gebruikersplatform Bodemenergie, samen met Wageningen University & Research (WUR), een boeiende workshop over de realisatie van een collectief bodemenergiesysteem. De WUR bouwt namelijk aan een campus waar zij zoveel mogelijk gebouwen aansluit op een WKO-ring. Sinds 2021 is dit ringleidingsysteem operationeel, waaraan meerdere bronparen zijn gekoppeld.

Rik Molenaar, adviseur bij Techniplan maar ook dagvoorzitter tijdens deze bijeenkomst, opende de middag met een algemene introductie over het Gebruikersplatform Bodemenergie. De ruim 70 aanwezigen waren deels bekend met die activiteiten van het platform, maar er waren ook voldoende nieuwe mensen die voor het eerst een bijeenkomst bijwoonden. Bent u als bestuurder of gemeenteambtenaar verantwoordelijk voor de verduurzaming van gebouwen en woonwijken? Kijk dan hier hoe u kunt aansluiten bij het Gebruikersplatform Bodemenergie en welke voordelen u dan heeft.

Meest duurzame universiteit ter wereld

Na de introductie gaf Rik het woord aan Eric Steinebach, hoofd Bouw & Huisvestingsmanagement bij de WUR. Hij vertelde vol trots dat de universiteit en onderzoekscentrum, die beiden op de campus zijn gevestigd, al zeven jaar op rij verkozen is tot de meest duurzame universiteit ter wereld. En zo scoort de WUR in nog meer ranglijsten erg hoog. Ze is ook al twintig keer op rij tot beste universiteit van Nederland gekozen. En in hun vakgebied scoren ze wereldwijd ook hele hoge ogen. Niet vreemd dus dat de WUR een hele grote aantrekkingskracht heeft op nationale én internationale studenten, maar ook op bedrijven die op de campus hun onderzoeksactiviteiten willen vestigen.

Veel variatie in de gebouwen

Wageningen University en Wageningen Research zijn feitelijk twee aparte organisaties waar ongeveer evenveel mensen (rond de 3.500 medewerkers per organisatie) werken. Maar de wisselwerking tussen beide afdelingen is essentieel voor het succes van beide groepen. Professoren voeren bij wijze van spreken ’s ochtends onderzoek uit en verzorgen in de middag een college of begeleiden studenten. En studenten zitten het ene trimester in de collegebanken en het trimester daarna werken ze aan onderzoek in de praktijk. Voor de WUR-campus betekent dit dat het vastgoed enorm veel variatie kent.

Er zijn pure onderwijsgebouwen, maar ook bedrijfspanden en alles wat daar tussenin zit; van restaurants, laboratoria, kassen, congreslocaties, enzovoorts. Ook de leeftijd van de panden varieert. Hoewel er de laatste jaren veel nieuwbouw is gepleegd, en nog altijd plaatsvindt, zijn er ook oudere gebouwen die nog altijd hun waarde bewijzen. Daarnaast heeft de WUR op nog meer dan tien andere plaatsen in Nederland onderzoeksinstellingen of laboratoria staan, waar specifieke programma’s lopen voor bijvoorbeeld veeteelt, visserij, glastuinbouw, enzovoorts.

Voor al die locaties en gebouwen geldt dat de WUR naar een hele hoge mate van duurzaamheid streeft. Niet alleen voor de energiehuishouding, maar de gehele CO2-footprint van zowel gebouwen, transport, vee en landbouw wil de WUR zover mogelijk naar nul terugbrengen. Op de campus zijn daarvoor grote stappen gezet. Hoe dat in zijn werk gaat, vertelden diverse collega’s van Steinebach in de presentaties die volgden.

Fors gedaald aardgasgebruik

Wouter van Leeuwen, energiecoördinator bij de WUR, vertelt: “Uiteindelijk zal ook de WUR in 2050 volledig CO2-neutraal opereren. Maar voor de tussentijd heeft de WUR doelen gesteld die al in de jaren tussen nu en 2050 moeten worden gehaald. Zo is bijvoorbeeld het aardgasgebruik inmiddels fors gedaald. En dit zal, nu de WKO-ring op de campus steeds meer gebouwen voedt, de komende jaren nog sterker dalen.”

Bovendien blijkt uit de energieaudits die de WUR uitvoert, mede in het kader van de EED-regelgeving, dat de campus ruim onder de wettelijke KPI’s zit. En die prestatie wil de WUR de komende jaren ook zo volhouden. Het belangrijkste obstakel om de campus volledig gasloos te maken is ook hier de netcongestie. De WUR heeft al van de netbeheerder te horen gekregen dat zij pas in 2032 een zwaardere aansluiting kan krijgen. Daarom is de WUR bezig met het versterken van de eigen 10kV infrastructuur en kijkt ze heel goed naar het afstemmen van vraag en aanbod via energiemanagement en peak shaving. Gasketels zullen voorlopig puur als back-up geïnstalleerd blijven. Ook onderzoekt de WUR of batterij-opslag een aanvullende maatregel zou kunnen zijn. En voor de ontwikkeling van Campus Oost loopt er een onderzoek naar manieren om elektriciteit te kunnen delen tussen de verschillende afnemers.

Wilt u meer weten?

Lees dan hier verder.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.