Bouwen met de natuur wint terrein
Bij waterbeheerders en in de politiek wint de filosofie van ‘bouwen met de natuur’ terrein, zegt Marjolein van Wijngaarden, directeur van Ecoshape.
Bij waterbeheerders en in de politiek wint de filosofie van ‘bouwen met de natuur’ terrein, constateert Marjolein van Wijngaarden, directeur van Ecoshape, een consortium waarin een twintigtal wetenschappelijke instituten en universiteiten samenwerkt met bedrijven als baggeraars en adviesbureaus. 'Wilgen, oesters, vooroevers en moerassen en hun natuurlijke processen kunnen we inzetten om het land te beschermen tegen hoogwater.'
Minder geld
Dat is niet zomaar voor de mooiigheid. Er is minder geld voor steeds zwaardere dijken. En er is een steeds groter gebrek aan ruimte en we stuiten op weerstand van omwonenden die hun uitzicht gehinderd zien. “Na vijf jaar onderzoek en proeven gaan steeds meer handen op elkaar om de natuur en natuurlijke processen te betrekken bij de bescherming tegen overstroming. 'We begeleiden bijvoorbeeld proeven met vooroevers. Deze stroken land die voor een dijk liggen, vormen een natuurlijke overgang tussen water en dijk en hebben een aantoonbaar golfremmend effect. Vaak kunnen hierdoor de traditionele eisen aan de sterkte van de dijk worden aangepast. Hij hoeft minder hoog en minder zwaar te zijn.'
Omgekeerd nimby-effect
Dankzij vooroevers ontstaan bovendien minder harde overgangen tussen land en water. Dat is beter voor de natuur. Er ontstaan immers paaiplaatsen voor vissen en fourageerplekken voor watervogels en rustplaatsen voor trekvogels. Van Wijngaarden: 'En, niet te vergeten, omwonenden vinden het mooi. Zo’n vooroever heeft eigenlijk een omgekeerd Not-In-My-Backyard-effect.'
Volwaardig alternatief
Om het potentiële financiële voordeel te benutten, moet ‘bouwen met de natuur’ vanaf de eerste fasen van besluitvorming meelopen als een volwaardig alternatief, bijvoorbeeld voor onderhoud en renovatie van dijken en waterkeringen. Ook toegevoegde waarden als natuur, recreatie of betere mogelijkheden voor visserij, moet in beschouwing worden genomen, stelt Van Wijngaarden. 'In Nederland zien we de eerste geslaagde voorbeelden al in de projecten ontstaan. Denk aan de groene golfremmende dijk langs de ontwikkeling van de Noordwaard, waar de rivier meer ruimte krijgt, of de zachte oplossing die recent is gekozen voor de Hondsbossche- en Pettemer Zeewering. Daar wordt een duin voor de zeewering gebouwd. Toch blijkt het elke keer moeilijk om bestuurders te overtuigen van de meerwaarde van zachte oplossingen.'
Modern polderen
Bouwen met natuur vergt dan ook een staaltje van modern polderen. ‘Governance’ heet het netwerken en coalities smeden met waterbeheerders, natuurorganisaties, recreatie-organisaties en allerlei andere belangengroepen. Het gaat ook om wet- en regelgeving en bestuurskundige zaken. 'Waterschappen en Rijkswaterstaat moeten als beheerders voor dit soort bestuurlijke samenwerkingsaspecten en governance meer buiten de traditionele kaders stappen. Dat betekent dat de innovatieve oplossingen in de projecten een plaats krijgen en daar ook mede door worden gefinancierd. Ze kunnen zo ontworpen worden dat het projectbelang en de veiligheid niet in gevaar komt en er ervaring en leerprocessen mee wordt opgedaan voor de toekomst'.
Piet van Noort Burgercomité Kustveiligheid DCCM
www.kustverdediging Petten aan Zee