ruimte en milieu / Partnerbijdrage

RES: landelijke coördinatie essentieel

RES: landelijke coördinatie essentieel. Analyse van de 30 Regionale Energie Strategieën

BNG
01 maart 2021
02-2021-RES-13307211-s.jpg

De Nederlandse energietransitie is nog maar net op stapel gezet en daarmee steken onvermijdelijk een paar kinderziektes de kop op. Gelukkig blijkt uit een onderzoek van vier studenten van Universiteit Leiden in samenwerking met BNG Bank dat er remedies bestaan. Zij pleiten voor meer financiële ondersteuning voor de regio's vanuit het Rijk, het versterken van samenwerking met het bedrijfsleven én tussen de regio's, en een verduidelijking van de definitie 'lokaal eigendom.' Vorige week verscheen deel 1; nu het 2e en laatste deel.

De Regionale Energie Strategieën (RES) prioriteren de opwek van hernieuwbare energie, terwijl de kosten voor energiebesparingen vijf tot zes keer hoger zijn. Ook verschillen de analyses sterk in absolute en relatieve ambities. Landelijke coördinatie is essentieel om de energietransitie op de meest kostenefficiënte manier te laten verlopen.

 

Wij hebben onze stage bij BNG Bank besteed aan het analyseren van de 30 Regionale Energie Strategieën. Wij constateren dat de concept-RES’en momenteel nog in de visiefase verkeren. De financiële haalbaarheid blijkt nog nauwelijks meegewogen en de mate waarin de plannen zijn uitgewerkt, verschillen sterk.


Voorlopige inschatting van de investeringsopgave

Wij waagden ons aan het maken van een voorlopige inschatting van de investeringsopgave van de energietransitie, ondanks dat in het gros van de regio's de exacte opweklocaties voor zon- en windenergie nog onbekend zijn. Door gebrek aan concrete informatie in de RES’en over de warmtetransitie en over aanpassing van de netwerkinfrastructuur kon nog geen kosteninschatting worden gemaakt. Er is wél een inschatting gemaakt van de investeringskosten die nodig zijn om de plannen in de RES’en te realiseren. Voor elke energieregio is in kaart gebracht welk deel van hun bod nog gerealiseerd moet worden (zie figuur 1). Aan de hand van kostinschattingen van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en BNG Bank is er vervolgens berekend wat de resterende investeringsopgave is.

 

Afbeelding

Figuur 1: Overzicht van het resterende bod per regio in TWH

 

Opvallend zijn de verschillen in de mate waarin regio’s er in slagen hun ambities in concrete plannen om te zetten. 1/3 van de regio’s moet nog meer dan 75% van de ambities in duidelijke plannen omzetten terwijl  3 regio’s al bijna 75% van de ambities hebben gerealiseerd of in harde plannen hebben vastgelegd.


Beperkte aandacht voor kostenefficiency 

Een betere balans tussen wind- en zonne-energie leidt tot optimaler gebruik van het bestaande elektriciteitsnetwerk. Volgens het PBL levert een verhouding tussen wind en zon van 4:1 een optimale balans op het elektriciteitsnetwerk. Maar de regio's tonen in hun concept-RES'en een voorkeur voor zonne-energie. Om een enigszins realistische inschatting te maken zijn wij uitgegaan van een 50/50 scenario - evenveel wind- als zonne-energie. Uitgaande van 27,6 TWh aan hernieuwbare energie op land wat de energieregio's nog ambiëren te installeren, worden de kosten geschat tussen de 5,6 miljard en 6 miljard euro. Bovendien leidt een dergelijke aanpak al tot forse besparingen op de noodzakelijke investeringen in versterking van het elektriciteitsnetwerk. Zoals eerder benoemd konden er nog geen kosteninschattingen gemaakt worden, maar uit interviews met PBL en netbeheerders blijkt dat de deze kosten hoog zullen zijn.


Weinig aandacht voor energiebesparing

Opvallend is dat de eerste pilaar in de trias energetica nog een ondergeschoven kindje is in de concept-RES'en. De te behalen winst op het gebied van energiebesparing krijgt in de meeste analyses nauwelijks aandacht. Een groot onderdeel hiervan is het isoleren van woningen. Wij concluderen dat 50% tot 70% van de Nederlandse woningen gebaat is bij betere isolatie. Wanneer we 50-70% van de totale huishoudens beter zouden isoleren, zou de investeringsopgave tussen de 23 miljard en 32 miljard euro uitkomen.

 

Dit is 5 tot 6 keer hoger dan de kosten voor de installatie van hernieuwbare energie. Het is daarmee opvallend dat de nadruk van de regionale energietransitie op hernieuwbare energie ligt, terwijl de opgave voor energiebesparing vele malen groter is. Dit kan mogelijk verklaard worden doordat de kosten voor deze besparingsmaatregelen binnen het huidige systeem veelal voor rekening van huiseigenaren en woningcorporaties komen. De invloed van de regio’s om hierin te sturen is daardoor minimaal. Dit roept de vraag op of de overheid meer mogelijkheden zou moeten onderzoeken om te zien hoe zij hier in de toekomst nog beter op aan kunnen sturen dan momenteel gedaan wordt.


Warmtetransitie

Verder zullen de warmtetransitie en het aanpassen van het elektriciteitsnetwerk hoge kostenposten worden. Zoals eerder benoemd konden nog geen kosteninschattingen worden gemaakt, maar uit interviews met PBL en Enexis blijkt dat de deze kosten hoog zullen zijn. Over de warmtetransitie moet nog veel duidelijkheid komen binnen de verscheidene energieregio's welke warmtebronnen men gaat gebruiken.

 

In 12 energieregio's is al wel de potentie van de verscheidene warmtebronnen uitgewerkt; in de resterende 18 energieregio's nog niet. In 13 van de 30 regio's is er überhaupt geen hoge temperatuur-warmtebron aanwezig. Dit betekent dat deze regio's afhankelijk zullen zijn van elektrisch verwarmen ingeval er geen warmtenet komt. Elektrisch verwarmen heeft grote gevolgen voor zowel het elektriciteitsnetwerk als de hoeveelheid opgewekte elektriciteit die nodig is, omdat er in de RES’en geen rekening is gehouden met een dergelijke toename in elektriciteitsverbruik.

 

Afbeelding

 

Afbeelding


Figuur 2: Kaart van Nederland met mate van aandacht voor de warmtetransitie

 

Landelijke samenwerking

Versterking van de landelijke samenwerking voor zowel de warmtetransitie als de infrastructuur van het elektriciteitsnetwerk is essentieel om deze uitdagingen op de meest kostenefficiënte manier aan te pakken. De meerwaarde van een aanpak per regio mag niet verloren gaan door gebrek aan landelijke samenwerking en aandacht voor kostenefficiency op nationaal niveau. 


Stage Jesper Overeem, Kristin Hustrulid, Bart Scholte & Kaylee Stol hebben vier maanden stage gelopen bij BNG Bank en gewerkt aan het samenspel van financiële en andere uitdagingen in de energietransitie. Dit het tweede deel van de serie over de RES-analyses. Het  volledige rapport kunt u opvragen bij caspar.boendermaker@bngbank.nl.
Door: Kaylee Stol en Jesper Overeem en Bart Scholte en Kristin Hustrulid

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.