Advertentie
ruimte en milieu / Achtergrond

Beweging in de binnenstad

Na het schrappen van een omstreden outlet center aan de rand van de stad kwam de focus van de gemeente A ssen weer helemaal te liggen op de binnenstad. Een beleidsplan 2 .0 moet het centrum vlot trekken: minder leegstand, veelzijdiger functies. Met corona als vliegwiel.

11 september 2020
koopmansplein.jpg

Hoe Assen profiteert van corona

Wat nou, coronacrisis? Als projectleider gebiedsontwikkeling Rutger Hoekstra afgelopen zomer door de winkelstraten van het royale Asser centrum liep, telde hij méér bezoekers in plaats van minder. ‘Het uitgestrekte winkelgebied was in dit geval onze sterkte’, vult zijn wethouder Mirjam Pauwels (economische zaken, VVD) aan. ‘Onze slogan in coronatijd was: “Assen biedt ruimte.” Er waren hooguit twee punten in het centrum waar we als gemeente de bezoekersstromen wat moesten bijsturen.’

De Drentse hoofdstad profiteert van het lage aantal coronabesmettingen in de provincie. De vakantiehuizen en campings in de regio zitten vol. En ja, na vijf dagen fietsen verruil je het Dwingelerveld of de Hondsrug graag eens voor het aan de Brink in Assen gelegen Drents Museum. Of voor een uurtje shoppen bij het lokale warenhuis Van der Veen aan het centrale Koopmansplein.

Wat zijn de gevolgen van corona voor de Nederlandse binnensteden? Is het de laatste druppel voor de al jaren in zwaar weer verkerende retail? Of kunnen dreigende faillissementen een vliegwiel zijn om als gemeente impopulaire, maar noodzakelijke maatregelen door te voeren, zoals centrumverkleining en het verplaatsen van winkels. Maatregelen die onder gewoon gesternte op veel verzet stuiten van ondernemers en pandeigenaren.

Binnenlands Bestuur toog naar Assen. Voor alle duidelijkheid: de Drentse hoofdstad (70.000 inwoners) rekent zich allesbehalve rijk. De uitgestrekte binnenstad mag nu in coronatijd even een pre zijn, dat geldt als het ooit weer tot normale omstandigheden komt zeker niet. ‘We hadden hier een waterhoofd aan winkelvierkantemeters’, vat wethouder Pauwels eerdere analyses van een aantal retailbureaus over de Asser binnenstad samen. Het centrum kreeg de afgelopen jaren te kampen met oplopende leegstand – ook de Drent koopt graag online. En dan is er de concurrentie van het op een kwartier treinen gelegen, aantrekkelijke Groningen. ‘Het is geen geheim dat mensen hun winkeluitjes liever plannen in de grotere steden’, zegt Hoekstra. ‘En om ons heen ligt een aantal dorpen met goeie basisvoorzieningen, zoals Zuidlaren, Westerbork en Roden. ’

Om de regionale concurrentie het hoofd te bieden, moesten alle neuzen in Assen in dezelfde richting. Daar schortte het nu juist aan. Een omstreden plan voor een nieuw outlet center aan de rand van de stad had winkeliers en pandeigenaren tot op het bot verdeeld en raakte ook de gemeente die zich erachter schaarde. Het was uiteindelijk de provincie die in 2018 de stekker uit de plannen trok. Het leverde Assen behalve een kater ook veel ruis op in de verhoudingen, beaamt Pauwels. ‘Zowel tussen ondernemers onderling als tussen ondernemers en gemeente.’

Donker oranje
Zo stonden er veel signalen op rood of, op z’n minst, donker oranje toen Assen in 2016 onder leiding van een externe procesmanager aan het project vernieuwing binnenstad begon. Een te groot winkelgebied, veel leegstand en nogal wat ondernemers en pandeigenaren met de hakken in het Drentse zand. Een pilot stedelijke herverkaveling bracht dat jaar de problemen in beeld. ‘Bij alle betrokkenen rees het besef dat je verder moet kijken dan je eigen pand, je eigen bezit’, blikt Pauwels terug. ‘Het werd een collectieve opgave: hoe gaan we de binnenstad weer up to date maken. Het onderlinge vertrouwen groeide. Een voorwaarde om alle nieuwe uitdagingen het hoofd te bieden.’

Het Kadaster functioneerde als onafhankelijke partij als smeermiddel voor dat vertrouwen. ‘We hebben twee avonden georganiseerd, speciaal voor de eigenaren omdat die over het vastgoed gaan’, vertelt senior projectmanager Marc van Geene. ‘Op de eerste brachten we via een bordspel de bestaande situatie in het centrum in beeld. Eigenaren mochten daarna zelf aangeven hoe je die door herverkaveling en verandering van functies idealiter zou kunnen veranderen. Op de tweede avond konden pandeigenaren per straat, per blok op detailniveau over deze plannen doorpraten.

Vaak bleken ze elkaar helemaal niet te kennen en waren ze onbekend bij de gemeente. Dat gaf meteen nieuwe energie.’ Zo’n 30 procent van de ondernemers kwam opdraven. Weinig? Nee, best veel voor een middelgrote stad, vindt Van Geene. ‘Al ontbraken de eigenaren van de grotere winkelpanden. Daar zitten vaak grote beleggers achter die veel minder lokaal betrokken zijn.’

‘We moesten naar een compacter centrum’, zegt gemeentelijk projectleider Hoekstra. ‘Daar was iedereen het snel over eens. Er is ook nauwelijks discussie geweest over hoe groot het nieuwe kernwinkelgebied moest worden. Wél over wat er voor de winkels buiten dat gebied in de plaats moest komen.’ Die vraag hoefde weldra niet meer te worden beantwoord. ‘We hebben hier soms de nadelen van Groningen, maar ook de voordelen, lacht Hoekstra. ‘In Groningen kun je slecht aan een woning komen. In Assen heb je alle voorzieningen en eengezinswoningen voor een redelijke prijs. Daarnaast hebben we een enorme inhaalslag gemaakt met het wonen boven een winkel. Dat was hier uitzondering in plaats van regel. Nu is het regel in plaats van uitzondering.’ Assen zet tal van instrumenten in om ondernemers en pandeigenaren in beweging te krijgen. Er zijn onder meer verhuissubsidies, potjes voor gevelverbetering.

Trots wijst Hoekstra op de opgeleefde Groningerstraat, een aanloopstraat richting centrum waar een al jaren leegstaande meubelzaak is getransformeerd tot modern zorgcentrum. ‘Het zat vroeger in een woonwijk aan de noordkant van de stad. De leiding wilde graag dat de bewoners dichter bij de voorzieningen van de stad zouden komen zitten. De Arendstate is een grote impuls gebleken voor de straat. Behalve dat er nu mensen wonen, is er ook ‘s avonds toezicht. Het zorgcentrum heeft afspraken gemaakt met naburige ondernemers voor het kroketje op de vrijdag, voor de kapper. Dat geeft een economische spin-off in zo’n deelgebiedje.’

Bezorgdiensten
Wonen als panacee voor de leegstand in het centrum. Het lijkt een aantrekkelijke remedie maar er zijn grenzen, constateert wethouder Pauwels. ‘Als je in het centrum meer woningen toevoegt, krijg je er ook meer mobiliteit. Mensen moeten naar hun woning, bezorgdiensten. Wil je dat als gemeente?’ Een zelfde effect ziet ze door de corona nu bij de horeca optreden: die richt zich meer op bezorgen. ‘Dan staat de afdeling handhaving aan mijn bureau over de vele bezorgautootjes in het centrum. In de eerste fase van de corona wilde je de ondernemers mogelijkheden geven om wat extra te verdienen. Maar wat doe je als die trend blijvend is?’

Daarom werkt Assen nu aan een aangepaste binnenstadsvisie 2.0. Pauwels: ‘Die gaat niet alleen over de aanpak van leegstand, maar vooral over de vraag: hoe krijg je op termijn een evenwichtige binnenstad. Met welke functies? Want gaandeweg kom je vanuit het leegstandsprobleem een heleboel andere vraagstukken tegen.’ En ja, corona kan daarbij als vliegwiel dienen. Pauwels ziet de laatste tijd opvallend veel nieuwe winkeltjes oppoppen. ‘Wellicht een teken dat er door de corona meer kan. Er is volop beweging. Bij kleinere panden, maar we zijn ook serieus in gesprek met partijen die grotere oppervlaktes bezitten. We constateren meer wisseling van eige naren. Een teken dat er afboekingen plaatsvinden.’

Hoekstra ziet kansen om de bezoekersstroom van afgelopen zomer ten gelde te maken. ‘Uit onderzoek blijk dat we daar nog een enorme slag kunnen maken. Mensen hebben nu ontdekt hoe mooi Drenthe is.’ En een pijnpunt in het centrum: slechts een klein percentage van de bezoekers van het populaire Drents Museum brengt nu een bezoek aan de grote winkelketens rond het excentrisch gelegen Koopmansplein. Een speelroute moet kinderen (en hun ouders of grootouders) via verrassende plekken verder de binnenstad in leiden. ‘Ga je daarmee de oorlog winnen? Nee. Maar het zit niet altijd in grote dingen.’ Wél een groot ding is de aanpak van datzelfde Koopmansplein. De laag gelegen stenen vlakte staat bij hoosbuien snel vol water.

Hoekstra: ‘We willen voorkomen dat in de toekomst de omliggende winkels onderlopen en meer ruimte creëren voor groen; voor ontmoeting en beleving.’ Het plein krijgt onder meer een fontein, een speeleiland voor kinderen en voorzieningen voor evenementen. Zo moet het volgens Pauwels een ‘multifunctioneel beleefplein’ worden waar het ‘niet alleen tijdens de winkeluren gezellig is, maar ook daarbuiten’.

Sneller
Hoe ziet Pauwels het centrum van Assen over een jaar of vijf? Meer gemêleerd, zegt ze, met een sterkere bewegwijzering en herkenbare hotspots. ‘Een betere bundeling van horeca. Logische winkelroutes met een variatie van lokale winkels en ketens die iedereen kent.’ Ook haar projectleider gebiedsontwikkeling voorziet ‘geen nieuwe wilde ontwikkelingen’. Hoekstra citeert een hoogleraar: ‘Vroeger had je winkelstraten. Straks krijg je straten met winkels. Dat vond ik treffend geformuleerd. Je gaat terug naar het centrum van vroeger. In het ene pandje werd gewoond, ernaast zat een smederij, daarnaast een winkel. Die mix komt terug, vooral door het sterk gestegen aantal woonhuizen.’

De precieze streefgetallen winkels, woonhuizen, horeca en andere functies als kantoren volgen in de nieuwe binnenstadsnota. Al merkt Pauwels dat een deel van de ondernemers daar nauwelijks op kan wachten. ‘Veel partijen die we consulteren geven aan: de urgentie is er, laten we in het proces alsjeblieft twee stappen sneller gaan. Dat gaan we nu doen. In oktober volgt een participatietraject met bewoners. Dan moet die nota er begin volgend jaar zijn.’

Al is het de vraag of iedereen zo lang wacht. Pauwels: ‘Door de corona gaan we nu flexibeler om met terrassen. Die blijken voor de binnenstad van grote toegevoegde waarde.’ Ze vertelt over het ‘mooie stadsstrandje‘ dat lokale ondernemers aanlegden op de kop van de haven. Ook op de saaie stenen van het Koopmansplein ontstond spontaan een groot terras. ‘Eigenlijk hebben we dat als gemeente jaren met de precario geblokkeerd. Maar het zorgt voor reuring en het is een fraaier gezicht. Als je ondernemers de ruimte geeft, zijn die mans genoeg er een mooie invulling aan te geven. Dat vond ik voor ons als gemeente een belangrijk leermoment tijdens corona. Dat we zelf wellicht ook dingen blokkeren.’


‘Gemeenten zijn zachte heelmeesters’
Het is nog te vroeg voor conclusies over de invloed van corona op binnensteden, aldus Cees-Jan Pen, lector Ondernemende Regio bij Fontys Hogescholen. ‘Wel zie je dat wijkcentra en het winkelhart van kleinere steden meer in trek zijn. De pijn wordt vooral gevoeld door voorheen sterke binnensteden als de G4, Haarlem, Eindhoven en Groningen, waar het de afgelopen jaren niet op leek te kunnen. Het is volgens Pen zeer de vraag of die situatie na corona terugkeert.’ Een specifiek probleem is de horeca waar veel grotere steden op hebben ingezet om hun centrum te verlevendigen en die tegelijkertijd de klappen in een al langer kwakkelende retailsector opving. ‘Juist die horeca is door de coronacrisis zwaar getroffen.’

Gemeenten zijn bij de aanpak van hun centra vaak zachte heelmeesters, vindt Pen. ‘Het is een hardnekkig vooroordeel dat woningbouw in het centrum slecht zou zijn. Nee, grijp die kans met beide handen aan.’ Ook ziet hij gemeenten bij nieuwe plannen stelselmatig een te hoog aantal winkels intekenen ‘om de exploitatie sluitend te krijgen’ en wordt nog te veel vanuit winkeloplossingen gedacht. Hij beschouwt onder meer Tilburg en Zaanstad als gunstige uitzonderingen. ‘Je moet, zoals daar, echt kiezen voor je centrum en de openbare ruimte aanpakken en zorgen voor een aantrekkelijk, kloppend hart.’

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie