Bedrijventerreinen regionaal afstemmen

Gemeenten zijn verplicht om onder regie van de provincie regionaal te gaan samenwerken bij de aanleg van bedrijventerreinen. Een ‘team van ambassadeurs’ moet de samenwerking binnen uiterlijk twee jaar van de grond tillen.

De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en het Inter Provinciaal Overleg (IPO) zijn het hierover eens geworden met de ministers Cramer (Vrom, PvdA) en Van der Hoeven (Economische Zaken, CDA).

De afspraken zijn opgenomen in een concept-convenant, dat IPO en VNG met een positief advies voorleggen aan alle provincie- en gemeentebesturen. Het is de bedoeling dat het convenant in oktober daadwerkelijk wordt ondertekend.

Het genoemde ‘team van ambassadeurs’ moet volgens de gemaakte afspraken fungeren als ‘aanjaagteam’. Het moet ‘voldoende capaciteit en doorzettingsmacht’ hebben ‘om tempo te maken en bestuurlijk gewicht in de schaal te leggen’. Op welke wijze dit wordt georganiseerd en hoe dit moet worden betaald, wordt nader onderzocht.

In de convenanttekst is ook de hoeveelheid nieuw te ontwikkelen bedrijventerrein vastgelegd. Tussen 2010 en 2020 kan worden volstaan met de aanleg van 11.000 hectare. Hierbij is uitgegaan van gematigde economische groei; het zogeheten ‘trans-atlantic market-scenario’.

Inhaalslag
De benodigde hectares zijn ‘indicatief’ al over de provincies verdeeld. In Noord-Brabant komen verreweg de meeste nieuwe bedrijventerreinen: ruim 2.000 hectare. Op afstand volgen Overijssel, Zuid-Holland en Noord-Holland, met elk om en nabij de 1.200 hectare. In Utrecht en Zeeland blijven de ontwikkelingen beperkt tot ongeveer 300 hectare. De overige provincies vormen de middengroep, met plannen variërend van circa 650 tot ongeveer 950 hectare.

Het kabinet betaalt tot 2020 mee aan de ‘inhaalslag’ die nodig is bij de herstructurering van bestaande bedrijventerreinen. Tot 2013 moet landelijk in totaal 6500 hectare verouderd terrein worden aangepakt. Elke provincie moet uiterlijk in april 2010 een concreet plan hebben opgesteld om hieraan een bijdrage te leveren. Dit staat los van de 11.000 hectare aan nieuw terrein.

Zoals eerder besloten, heeft het kabinet tot 2013 in totaal ruim 400 miljoen euro beschikbaar voor herstructurering. Van een deel van dit geld ligt de bestemming vast. Een bedrag van ruim 107 miljoen euro (de zogeheten Topper-gelden) wordt nu door het Rijk via een decentralisatie-uitkering overgemaakt naar de provincies. Vervolgens kunnen de provincies dit geld inzetten voor hun herstructureringsprogramma’s.

De provincies trekken op hun beurt ook ruim 400 miljoen uit voor herstructurering. Voorwaarde is echter wel dat met het kabinet overeenstemming wordt bereikt over de voeding van het Provinciefonds, benadrukt het IPO.

Lees ook het Convenant bedrijventerreinen 2010-2020 (PDF)