Bedrijventerreinen: van wees- naar troetelkind
Bijna 30 procent van onze werkgelegenheid speelt zich af op bedrijventerreinen. Meer aandacht voor dit planologisch stiefkindje is gewenst.
Ze zijn een soort ruimtelijke pispaal voor alles wat er mis is in onze ruimtelijke ordening. Je zou bijna vergeten dat 30 procent van onze werkgelegenheid op bedrijventerreinen gevestigd is. Het is hoog tijd voor een liefdevoller omgang met dit planologische stiefkindje.
Bedrijventerreinen zijn geen geliefd onderwerp in de ruimtelijke ordening. In de toegenomen strijd om de ruimte wint wonen het vaak van werken. Het ongunstige imago – saai, monofunctioneel – werkt niet mee in de gunst om bestuurlijke aandacht. Het is de logica van de lelijkheid waartegen we collectief ageren. Illustratief is het ongemak rond ‘verdozing’ door logistieke en distributiecentra. Ze bieden ook nog eens plek aan bedrijven die het niet altijd even nauw nemen met milieuvoorschriften, zoals asfaltcentrales, puinbrekers en betoncentrales.
Het leven van een bedrijventerrein valt niet mee: verdozing, verrommeling, hitte-eiland, eigen-kavel–eerst-beleid en snelwegvervuiling. Als het heet is, is het extra heet en als het veel regent, kan het water nauwelijks weg. Programmering, situering, landschappelijk ontwerp en inrichting staan niet hoog op de lokale omgevingsagenda. De politieke interesse richt zich op kavelopbrengsten.
Ondernemers en eigenaren zijn druk met hun pand en bedrijf en zien de ondernemersvereniging als gezellige borrel- en ontmoetingsplek. Slechts een klein deel kent professioneel parkmanagement. Zowel publieke als private partijen tonen weinig maatschappelijke betrokkenheid.
We moeten af van de illusie dat werken alleen achter de laptop gebeurt in hippe koffietentjes
Na deze treurnis zou je vergeten dat zeker 30 procent van de werkgelegenheid er is gevestigd. Het gaat om banen voor alle opleidingsniveaus. Praktisch en middelbaar opgeleiden vinden er hun bestaan. Voor hen speelt naast betaalbare woonruimte ook het belang van een bereikbare arbeidsplaats.
Met de uitplaatsing van bedrijventerreinen komt dat onder druk te staan. Bedrijven op bedrijventerreinen zijn vaak stuwend en zorgen voor werkgelegenheid elders. 40 procent van het bruto regionaal product wordt er verdiend. De circulaire potentie is groot. TNO stelt dat de reductie van de CO2-uitstoot van duurzame bedrijventerreinen net zo groot is als van aardgasvrije woonwijken. Een planologisch liefdevoller omgang is dringend vereist. Dat betekent een switch in denken en doen. We moeten af van de kenniseconomische illusie dat werken alleen achter de laptop gebeurt in hippe koffietentjes en op hightech campussen.
Onze dot.com-economie kan niet zonder not.dot.com variant van het sleutelen en produceren. Het wordt tijd de duurzame ambities in omgevingsvisies om te zetten in daden. Breng lokaal ‘de basis op orde’, ter voorkoming van verloedering en vertrek van bedrijven naar nieuwe terreinen. Terreinen moeten standaard schoon, veilig en klimaatadaptief zijn. Investeer in terreinen die professioneel parkmanagement hebben.
Start als Rijk en provincies een impulsaanpak bedrijventerreinen en een programma klimaatrobuuste en circulaire terreinen. Een transitiefonds om de circulaire potentie en het duurzaam hergebruik van bestaande terreinen te benutten kan daarbij helpen. De nieuwe Woon- en bouwagenda wil aandacht besteden aan de herinrichting van bedrijventerreinen. Hopelijk wordt die handschoen opgepakt, en behandelen we bedrijventerreinen niet langer als wees, maar als troetelkind. Dat is goed voor de vele werknemers en bedrijven die onze economie draaiend houden. Het zorgt bovendien voor minder beslag op onze schaarse ruimte en sneller bereik van de doelen van het klimaatakkoord.
Cees-Jan Pen, lector 'De ondernemende regio', Fontys Hogescholen
Joris Janssen, professor of practice 'Brede welvaart in de regio, Tilburg University
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.