Analyse: aanhoudende onzekerheid over Wkb
Twee maanden voor de geplande invoering is er nog steeds veel onduidelijk over de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen.
Komt ‘ie er of komt ‘ie er niet? De aandacht voor de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) sneeuwde lange tijd onder bij die van grote broer Omgevingswet. Nu niemand nog twijfelt aan invoering van die laatste wet per 1 januari aanstaande, komt de Wkb alsnog in de spotlights. Komende dinsdagochtend probeert minister De Jonge de Wkb tegenover een kritische Eerste Kamer te redden. Of er witte rook komt blijft onzeker.
De Wkb verplaatst de kwaliteitsborging van nieuwbouw of verbouw van gemeente naar de markt. De wet kent een nog langere aanlooptijd van de Omgevingswet en kon aanvankelijk rekenen op brede steun in de Eerste en Tweede Kamer. Die sneeuwt inmiddels als sneeuw voor de zon.
De afgelopen jaren leek een mogelijk gebrek aan particuliere borgers het voornaamste argument om de wet uit te stellen. Inmiddels wordt de wet zelf steeds vaker in twijfel getrokken. Het privatiseren van de borging zadelt de bouwers op met extra kosten die ze zullen doorberekenen aan aspirant-kopers. Geen fijn nieuws in een moeilijke nieuwbouwmarkt. Ook wie zijn huis wil verbouwen moet rekenen op extra kosten.
Daarbij is het de vraag in hoeverre de Wkb (zoals ooit de bedoeling was) gemeenten daadwerkelijk ontzorgt. Hun taak op de bouwplaats verruilt van die scheidsrechter naar die van VAR: zij moeten het werk van de private borgers van een stempel voorzien. De hoeveelheid werk die dat oplevert, hangt af van de mate van nauwlettendheid waarmee de private borgers straks te werk gaan. Maar wat die ook doen, uiteindelijk blijven gemeenten eindverantwoordelijk.
Het handhavingskader dat gemeenten houvast moet bieden, biedt dat vooralsnog ten dele. Over de door gemeenten af te geven gedoogverklaringen wordt bijvoorbeeld inhoudelijk nog steeds tussen minister en senaat gesteggeld.
Over de door gemeenten af te geven gedoogverklaringen wordt inhoudelijk nog steeds tussen de minister en senaat gesteggeld.
Veel partijen in de Eerste Kamer dringen er, gezien de korte tijd die er nog tot 1 januari resteert, op aan om de Wkb uit te stellen. Daarbij hoeft de invoeringsdatum niet eens van tafel. Op verzoek van de senaat wordt momenteel onderzocht of het aantal gevolgklassen waarvoor de Wkb vanaf 1 januari moet gaan gelden niet tot nul kan worden teruggeschroefd. Dan wordt wel de wet ingevoerd, maar dan als lege huls en blijft de huidige werkwijze voor gemeenten tot 1 juli 2024 (of nog later) in stand.
Eerste Kamerlid Theo Rietkerk (CDA) opperde onlangs in Cobouw een andere opmerkelijke route om van de Wkb af te komen. "Wij roepen bouwers op om zoveel mogelijk vergunningen voor 1 januari in te dienen. Via de Tweede Kamer willen we de Wkb vervolgens intrekken, zodat we die kunnen aanpassen.’
Voor gemeenten betekent de situatie rond de Wkb onder meer onzekerheid over hun leges-opbrengsten in 2024. De kans is groot dat de gemeentelijke boekhouders nog langer geduld zullen moeten hebben.
https://www.eib.nl/pdf/mkba_wetsvoorstel_kwaliteitsborging_voor_het_bouwen.pdf