Vlamloze wijken
Het begon als een bewonersinitiatief voor ‘het snelste internet van Utrecht’ en het eindigt voorlopig met een slim net waarin de stroom van zonnepanelen op een aantal scholen uit de buurt niet alleen de lokale internetprovider voedt, maar ook twee elektrische buurtauto’s van stroom voorziet. ‘LomboXnet’ heet het lokale net in de Utrechtse wijk Lombok.
De komende jaren krijgen steeds meer huishoudens een slimme energiemeter. Dat helpt energie te besparen en hun verbruik op de productie af te stemmen. Het scheelt netbeheerders miljarden aan verzwaring van het elektriciteitsnet.
Het begon als een bewonersinitiatief voor ‘het snelste internet van Utrecht’ en het eindigt voorlopig met een slim net waarin de stroom van zonnepanelen op een aantal scholen uit de buurt niet alleen de lokale internetprovider voedt, maar ook twee elektrische buurtauto’s van stroom voorziet. ‘LomboXnet’ heet het lokale net in de Utrechtse wijk Lombok.
Ze oefenen ook met opslag van de zonnestroom. De door de zon opgeladen deelauto’s kunnen ook worden ontladen, bijvoorbeeld om te koken. Software geeft aan dat er plenty stroom is en wijst er bovendien op dat niemand de volgende dag de auto nodig heeft voor een rit. Het is een proefproject om te oefenen met vraag en aanbod van lokaal opgewekte stroom op elkaar af te stemmen. Wie zelf stroom produceert, moet die zo min mogelijk aan het elektriciteitsnet terugleveren, maar zoveel mogelijk zelf, of in de buurt toepassen, om het net te ontlasten.
Slimme netten met slimme meters en ict maken dat mogelijk. En die behoefte groeit, al was het alleen maar omdat het een strakke verplichting van de Europese Unie is. Netbeheerders als Stedin, Enexis en Liander moeten elk huishouden of bedrijf in Nederland vóór 2020 een slimme meter aanbieden. De meter noteert elk kwartier het stroom- en gasverbruik en zendt dit door naar een database. Die wordt zes keer per jaar door de leverancier uitgelezen. In dat bestand zit ook ‘het profiel’ van het huishouden: gezinssamenstelling en verbruik in het verleden.
Die gegevens zijn beschikbaar voor de consument en voor de energieleverende bedrijven als Eneco, Essent, Nuon en de vele kleinere bedrijven. Die bieden – soms tegen betaling – slimme energieverbruiksmanagers en apps als ‘Toon’ en ‘Nest’ aan. Daarmee kan de consument zijn verbruik volgen op pc, tablet of smartphone. Milieuorganisatie Natuur en Milieu levert de gratis app Goeie Peer.
Geld verdienen
Maar er is nog een argument voor slimme meters. Netbeheerders transporteren de stroom bij een spanning van 380 duizend volt door de dikke koperen kabels van de hoogspanningsmasten naar verdeelstations van waaruit ze naar 21 duizend transformatorhuisjes in de wijken wordt vervoerd. Daar wordt de spanning verlaagd tot de 230 volt die uit het stopcontact komt. Netbeheerders zijn semi-overheidsbedrijven die helemaal eigendom zijn van gemeenten en provincies.
Vooral de enorme toename van lokale duurzame energie zoals zonnepanelen en windenergie, vaak individueel opgewekt of per buurtcollectief, zal het gebruik van slimme meters en apps doen toenemen, verwachten de netbeheerders. ‘Stap op een zonnige dag een kantoor binnen en alle medewerkers die over zonnepanelen beschikken, zitten op hun smartphone te koekeloeren hoeveel geld zij op dat moment verdienen’, lacht Marko Kruithof, manager duurzaamheid van Stedin in Rotterdam.
Energie wordt namelijk steeds meer een tweerichtingsverkeer. Netbeheerders moeten niet alleen stroom aanvoeren maar in toenemende mate ook stroom afnemen als de zon flink schijnt en de wind hard waait en er meer stroom is dan de vraag van dat moment. Het gebruik van fossiele energie terugdringen vanwege het klimaatprobleem en de geopolitieke strubbelingen was ook helemaal hot op de Klimaatconferentie in Parijs.
‘Slimme meters kunnen de consument aanzetten tot het aanzetten van de wasmachine als de zon schijnt. ‘Zondag, wasdag, wordt het nieuwe motto’, zegt Kruithof. Zoveel mogelijk lokaal toepassen en opslaan van lokaal opgewekte stroom, zoals in Lombok in Utrecht, is nodig om te voorkomen dat het net overbelast raakt. In Duitsland leidt het grootschalige succes van zonnepanelen op boerenschuren ertoe dat menige boer op een zonnige dag in de namiddag een telefoontje krijgt van het energiebedrijf ‘stop er maar mee, we krijgen de stroom niet afgezet’. En dan hebben ze al voor een spotprijsje zonne- (en wind-)energie aan bijvoorbeeld Nederland geleverd.
Wind managen
Het is dus niet een louter vrome groene geloofsbelijdenis die de netbeheerders afsteken. Slimme meters dragen ook bij aan de eigen portemonnee, geeft Kruithof ruiterlijk toe. ‘Als Stedin willen we de bestaande infrastructuur zo lang mogelijk benutten en niet investeren in meer koperen leidingen. En we hebben het wel over maatschappelijk geld dat wij investeren. Over twintig jaar zal er bovendien een enorme elektrificering hebben plaatsgevonden in Nederland. Verwarming, warm water en koken zal steeds minder op basis van aardgas, maar steeds meer met elektriciteit gebeuren’, aldus Kruithof. Met twee van de acht miljoen aansluitingen neemt Stedin een kwart van de energievoorziening in Nederland voor zijn rekening. Stedin is eigendom van Den Haag en Rotterdam en nog aantal gemeenten daar tussenin.
Soortgelijke toekomstvisie heeft Enexis in Den Bosch. Deze netbeheerder verzorgt het energienet voor 2,7 miljoen klanten in noord-, oost- en zuid-Nederland en is eigendom van zes provincies en 130 gemeenten. ‘De slimme meter wordt in combinatie met een kleine energiecomputer straks onderdeel van het smart grid, waarmee we de beweeglijke markt van lokale duurzame energie kunnen opvangen’, zegt Cor Brockhoven, voorzitter van de Duurzaamheidsgroep van Enexis. Ook Enexis wil de zon- en windmarkt goed managen. Via smart grids kan tot 2030 ongeveer 3,5 miljard euro worden bespaard omdat de netten niet te hoeven verzwaard.
Net als Stedin investeert Enexis volop in proefprojecten om te onderzoeken hoe de veranderlijkheid in vraag en aanbod te sturen. Brockhoven is vooral enthousiast over de ervaringen die zijn opgedaan in Breda en Zwolle. ‘Jouw Energiemoment’ heette de proef bij in totaal 390 huishoudens die al hadden gekozen voor een duurzaam huis. Wat bleek? ‘Deze mensen zijn snel te motiveren om hun gedrag aan te passen, zeker toen ze op een display zagen dat de stroom goedkoper werd als het harder ging waaien of de zon meer ging schijnen. Ze zetten dan de wasmachine, vaatwasser of wasdroger aan, of stelden bij afwezigheid hun machines van tevoren zodanig in dat hij aan sprong.’
Toch was die proef met een geldelijke prikkel die opliep tot een besparing van vijftig tot zestig euro in een jaar niet de enige reden. Uit onderzoek blijkt dat de bewoners het ook belangrijk vinden om meer regie over energie te hebben, aldus Brockhoven. ‘Daar hoort ook een zeker gaming-aspect bij. Mensen vinden het leuk om te kijken of hun energieverbruik lager is dan het gemiddelde in de buurt.’ Ook de invloed van meetapparatuur is niet te onderschatten. Iedereen met zonnepanelen vindt het prachtig om op zijn slimme meter de geleverde elektriciteit te zien oplopen. ‘En wie eenmaal met zo’n hand-held warmtescanner de warmteverliezen van zijn eigen huis heeft opgemeten, hoef je nooit meer iets te vertellen over het nut van isolatie.’
En er is meer. Brockhoven: ‘Mensen blijken gevoelig voor het goede gevoel om iets aan het milieu en klimaat te doen.’ Een voor de hand liggende verklaring is dat mensen die over zonnepanelen of een zonneboiler op hun dak beschikken, sneller geneigd zijn aan energiebesparing te doen.
Want het is een zorg van Enexis dat in 2020 heel Nederland met honderden miljoen euro’s aan gemeenschapsgeld over een slimme meter beschikt maar dat ze dan onvoldoende worden gebruikt. ‘De slimme meter verschaft het inzicht, flexibele energieprijzen kunnen voor prikkels zorgen, maar de consumenten moeten het zelf doen’, aldus Brockhoven.
Uit initiatieven als Buurkracht leerde Enexis dat er een nog niet te veronachtzamen reden is waarom mensen meedoen. ‘Ze komen niet alleen om ideeën voor energiebesparing op te doen; ze maken ook samen plannen voor de buurt en gaan in de regio op zoek naar leveranciers met wie ze deals kunnen sluiten die ook voor buurtgenoten interessant zijn’, zegt Brockhoven. ‘Ze doen dus ook mee om de sociale cohesie in de wijk te versterken.’
Vlamloze wijk
Ook gemeenten kunnen de slimme meter actief propageren, zeggen de netbeheerders. ‘Ze kunnen bijvoorbeeld actief de toekomstplannen van vooral nieuwbouwwijken bekijken’, oppert Kruithof van Stedin. ‘Door zo’n wijk vlamloos te maken, besparen ze niet alleen op grondwerk en dure gasinfrastructuur maar vergroten ze ook de kans op lokale afzet van lokale groene stroom.’ Hij noemt de wijk Hoog Dalem in Gorinchem waar 1.400 woningen zonder gasnet in aanbouw zijn.
Zo’n actief beleid helpt ook de gemeentelijke duurzame ambities van ‘klimaatneutraal’ te realiseren, zegt Brockhoven. ‘Ze kunnen ook stimuleren dat burgers in buurten met elkaar samenwerken voor energieverbeteringen.’ De slimme meter zal ook een rol spelen in de operatie Stroomversnelling waarin tal van bouwbedrijven samen met woningcorporaties liefst 110 duizend woningen uit de jaren ’60, ’70 en ’80 in éénrenovatieslag transformeren tot ‘nul op de meter’-woningen.
Dat is precies waar wethouder Lot van Hooijdonk (GroenLinks) in Utrecht mee bezig is. ‘We houden woningcorporatie Portaal, die overigens een van de initiatiefnemers is van Stroomversnelling, aan de afspraak dat in 2020 alle corporatiewoningen minstens over energielabel B beschikken.’ Voor de nieuwbouw streeft de stad zoveel mogelijk energieneutrale woningen na. ‘Grond die eigendom is van de gemeente proberen we uit te geven om ‘nul op de meter’-woningen te realiseren’, zegt Van Hooijdonk. ‘Dat betekent dat ze per saldo geen stroom verbruiken voor verwarming, ventilatie, koeling en warmwater.’ Waar mogelijk blijft de aanleg van gasleidingen achterwege en levert de zon alle benodigde energie. Voor Utrecht kan dat aantikken, want Van Hooijdonk schat dat er in tien tot vijftien jaar 70 duizend nieuwe inwoners zullen zijn. ‘Utrecht is de snelst groeiende stad van de G4.’
In de energietransitie die door Utrecht en vele andere gemeenten in ambitieuze doelstellingen wordt onderschreven, zijn slimme meters doorslaggevend, denkt Van Hooijdonk. ‘Er zal steeds meer stroom decentraal worden opgewekt. Om die duurzame energie in ons elektriciteitsnet te integreren moeten we zoveel mogelijk fluctuaties en pieken afvlakken. Slimme meters kunnen helpen om het aanbod en vraag naar stroom zoveel mogelijk op elkaar af te stemmen.’
IJsbeer Hyco
In Rotterdam wijst Marko Kruithof van netbeheerder Stedin op een bijzondere manier om kinderen van de slimme meter te laten leren. ‘We hebben een ijsbeer, Hyco geheten, in de aanbieding. Die is gekoppeld aan de slimme meter en het profiel van het gezin. Als alle lampen in huis lang branden of iemand staat te lang onder de douche dan verkleurt Hyco van groen naar rood. Dat leert de kinderen op een speelse manier te leren van hun energiegedrag.’
Hou op met die leugens over de slimme meter.
Die meter is pure kapitaal vernietiging.
Hij is alleen bedoeld om belasting te heffen op thuis opgewekte stroom en te dreigen met het afschaffen van salderen.
Netten worden slim door de netten slim te maken, dat gebeurt in transformator huisjes.
De echte slimheid zit niet in de kWh meter, maar in de randapparaten.
Die gaan communiceren met andere partijen op het internet.
Bijvoorbeeld met het transformator huisje, waarvandaan Enesis en Alliander publiceren hoeveel ruimte er nog is op het net.
Dan kijkt de zonnestroom inverter op die plek, of hij moet terug regelen.
En klagen de zonnepaneel eigenaren met precies hoeveel kWh ze missen bij de netbeheerder.
Slimme meters zijn kapitaal vernietiging. Maak transformatorhuisjes slim, daar heeft de gemeenschap wat aan.