Wie houdt zicht op de politiespionnen?
In elke regionale eenheid van de politie is een Team Openbare Orde Inlichtingen (TOOI) actief. Wie houdt toezicht op deze mensen?
In elke regionale eenheid van de politie is een Team Openbare Orde Inlichtingen (TOOI) actief. Spionnen van de politie, noemde RTL ze, omdat ze heimelijk en proactief informatie verzamelen over mogelijke verstoringen van de openbare orde. Bij de teams werken in totaal ongeveer 200 agenten en die runnen informanten.
Alles om niet verrast te worden door een onschuldig ogende demonstratie waarin opeens een zwart blok agressieve anarchisten opduikt of door voetbalsupporters op oorlogspad. In tijden waarin geweld tegen de politie steeds onvoorspelbaarder en steeds zwaarder wordt, is zo’n TOOI geen overbodige luxe.
Omdat het TOOI opereert op basis van de algemene wettelijke bevoegdheid dat de politie politiedingen mag doen, zijn slechts geringe inbreuken op de persoonlijke levenssfeer van burgers gerechtvaardigd. Echte inbreuken op grondrechten zijn alleen toegestaan als daarvoor voldoende specifieke wettelijke grondslag is, als de beperking een gerechtvaardigd doel dient en die inbreuk proportioneel is. Zo werkt de rechtsstaat. En waar het handelen van de overheid voor burgers uit de aard der heimelijke zaak juist niet zo voorzienbaar moet zijn, stelt het Europees Hof voor de Rechten van de Mens extra eisen aan de uitwerking van de bevoegdheden en aan de controle op de uitoefening ervan.
Het TOOI opereert op basis van het gezag van 342 burgemeesters
En juist bij dat laatste rammelt het TOOI. Want anders dan het Team Criminele Inlichtingen, dat verantwoording aflegt aan één aparte officier van justitie per team, opereert het TOOI op basis van het gezag van 342 burgemeesters. Zij handhaven immers uiteindelijk de openbare orde en leggen daarover verantwoording af aan de gemeenteraad. Het is natuurlijk de bedoeling dat een burgemeester op wiens gezag de politie informanten runt daarover wordt geïnformeerd, maar zowel de politie als de burgemeesters hebben ook andere dingen te doen. Bovendien is lang niet altijd duidelijk welke specifieke inzet van TOOI kan worden gekoppeld aan welke burgemeester.
Al in 2015 signaleerde de politie in een notitie zelf dat er meer materiële sturing en adequate controle van de burgemeesters nodig was om te zorgen dat er over de legitimiteit van het TOOI geen twijfels konden ontstaan. Bovendien zouden burgemeesters alleen dan feitelijk verantwoording kúnnen afleggen aan hun gemeenteraden. De politie hoopte dat het ministerie van Justitie en Veiligheid hier stelselverantwoordelijkheid zou voelen, maar dat legde de bal onmiddellijk bij de burgemeesters. En daar lag die nog toen minister Yesilgöz zich eind januari in de Tweede Kamer moest verantwoorden voor de twijfels die over legitimiteit van de TOOI waren ontstaan na berichtgeving van RTL. Er werd druk gewerkt aan ‘een kader voor verregaande controle en toezicht door het gezag op het TOOI,’ aldus de minister, die daarmee de Kamer probeerde gerust te stellen.
Vlak voor Pasen legden tien regioburgemeesters uiteindelijk hun ei. Voorgesteld wordt nu om in elke regio een adviescommissie te installeren. In die commissie zouden dan de burgemeesters kunnen zitten die affiniteit met het onderwerp hebben of wetenschappers of oud-burgemeesters of ambtenaren. De adviescommissie kan vooraf helpen met het beleid, meedenken in concrete gevallen en achteraf evalueren. ‘Op deze manier kunnen burgemeesters beter verantwoordelijkheid nemen voor de taakuitvoering van het TOOI,’ aldus regioburgemeester en portefeuillehouder Dijsselbloem.
Hoewel het toezicht op het TOOI met zo’n commissie ongetwijfeld wordt versterkt, blijft het de vraag of hiermee voor alle burgemeesters die ‘voldoende mate van materiële sturing’ wordt georganiseerd die ze allemaal nodig hebben om de legitimiteit van het TOOI buiten twijfel te zetten. Uiteraard is het ingewikkeld om vast te stellen op basis van wiens gezag precies de informatie wordt verzameld.
Maar zolang burgemeesters politiek verantwoordelijk zijn voor de openbare orde, blijven er volgens mij twee mogelijkheden over: of de regioburgemeester draagt de verantwoordelijkheid voor de informatieverzameling ten behoeve van het algemene regionale beeld, of alle burgemeesters doen dat hoofdelijk. Aangezien het eerste een wetswijziging behoeft, zou het kader nu vooral moeten in het versterken van de positie van de individuele burgemeesters. Zodat die geen informanten hoeven te runnen om verantwoording te kunnen afleggen.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.