Advertentie
juridisch / Achtergrond

Beroep met een stigma

Een aantal steden moderniseert hun prostitutiebeleid, zodat sekswerkers niet alleen in prostitutiebedrijven kunnen werken, maar ook thuis.

11 maart 2022
De Wallen in Amsterdam
Pixabay

In de meeste gemeenten mogen sekswerkers hun klanten niet thuis ontvangen. Tilburg, Assen en Lelystad moderniseren hun prostitutiebeleid en geven individuele sekswerkers juist de ruimte.

Adviseur Netcongestie | Publieke sector | Medior | Senior | Landelijk

BMC
Adviseur Netcongestie | Publieke sector | Medior | Senior | Landelijk

Communicatieadviseur Fiets

Provincie Utrecht
Communicatieadviseur Fiets

Sinds de afschaffing van het bordeelverbod in 2000 is het exploiteren van een seksbedrijf in Nederland toegestaan. Op basis van een model - verordening konden gemeenten daarna hun lokale beleid vormgeven. Sindsdien is er niks meer aangepast, terwijl de wereld sterk veranderde, zegt Rodney Haan, criminoloog en adviseur prostitutiebeleid bij het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV). ‘Prostitutie wordt op een andere manier aangeboden, vaak via het internet. En er zijn steeds minder vergunde plekken en minder ondernemers met een bordeel of privéclub. Veel sekswerkers willen thuis aan de slag, net als andere zzp’ers.’

Al sinds 2005 wil de Haagse politiek afzonderlijke wetgeving, ter aanvulling of vervanging van artikel 151a van de Gemeentewet. Volgens die bepaling moet de gemeenteraad bij verordening vaststellen wat de voorschriften zijn voor bedrijfsmatig uitgeoefend sekswerk. Juist daar zit ‘m de kneep, legt Haan uit. Thuiswerkende prostituees worden door gemeenten al vlot aangemerkt als prostitutiebedrijf. ‘Dan lees je weer eens dat een pand wordt gesloten of een prostituee door de woningbouwcorporatie uit de woning wordt gezet.’ Ook bestemmingsplannen beletten legaal sekswerk op woonlocaties. Maar ‘bedrijfsmatigheid’ is naar Haans idee een arbitrair begrip.

Onterecht vaak: ‘Een sekswerker die alléén werkt, valt niet onder de definitie van artikel 151a van de Gemeentewet. Alleen voor bedrijfsmatige exploitatie van sekswerk is een vergunning nodig, en daar is een derde voor nodig. Iemand kán zichzelf niet exploiteren. Een zekere vorm van bedrijfsmatigheid is er natuurlijk altijd. Ik moet de sekswerker nog tegenkomen die om niet zijn of haar diensten aanbiedt.’

Andere bril

Een prostituee die in zijn of haar woning klanten ontvangt, is dus feitelijk niet anders dan een nagelstyliste met studio aan huis, of een tekstschrijver die vanaf zolder opereert. Maar naar prostitutie wordt met een andere bril gekeken. ‘Commerciële seks maakt mensen nerveus, ook raadsleden en bestuurders’, weet Haan.

‘Het beroep wordt bekeken in de context van uitbuiting’

In bijna geen enkele gemeente staat de lokale regelgeving dit toe. Sekswerkers mogen in nagenoeg alle gemeenten alleen werken bij vergunde prostitutiebedrijven. Meestal geldt een maximumstelsel, dat bepaalt hoeveel seksbedrijven zijn toegestaan. Een nul-beleid mag niet.

Iedere gemeente houdt er eigen criteria op na, wat voor sekswerkers veel onzekerheid schept of prostitutie vanuit huis mag. Haan werkte eerder in het Westland. ‘In een tamelijk confessionele gemeente. Daar was geen bordeel, maar in de buurgemeente wel. De burgemeester van VVD-huize was van mening dat we gewoon de wet moesten volgen. Er kwam een vergunbare plek, maar de stille hoop was dat die niet gebruikt zou worden. We leunden zwaar op de gemeente Den Haag, waar de kennis en expertise zijn. Iedere gemeente koos een eigen insteek’, vertelt hij. ‘Juist het laatste wil de wetgever anders. Het is dus niet alleen tafelzilver van de ChristenUnie dat met het wetsvoorstel is ingebracht in het laatste regeerakkoord. De wens tot uniformering bestaat al lang.’

In de praktijk kunnen gemeenten het prostitutie- of aanverwante ondernemingen nu zo moeilijk maken, dat het in de praktijk op een verbod neerkomt, zegt Roos Schippers, escort en activiste, met als thuisbasis Den Haag. De Wet Regulering Sekswerk (Wrs) die in voorbereiding is, gaat dat naar haar idee echt niet veranderen. Eerder ziet zij een verdere inperking van de legaliteit van het beroep.

Restrictie

Schippers heeft sinds het jaar 2000 een eenvrouwsbedrijf met exploitatievergunning en valt binnen het door Den Haag aangehouden quotum. ‘Dat sekswerkers alleen mogen werken bij vergunde bedrijven is op zichzelf al een restrictie’, vindt zij. Zo lang ze voldoet aan de (jaarlijks gecontroleerde) vergunningseisen van de gemeente stuit zij zelf niet op problemen bij de uitoefening van haar bedrijf en beroep. Maar voor collega’s ligt dat anders. In haar eigen woonplaats voert de gemeente naar haar zeggen een ontmoedigingsbeleid, met complexe regels. ‘Op dit moment een vergunning verkrijgen voor werk in eigen beheer lukt per definitie niet’, zegt ze. ‘Dat geldt ook voor sekswerkers die hun zaakjes goed voor elkaar hebben, met een inschrijving bij de Kamer van Koophandel en de Belastingdienst.’ In haar landelijke netwerk hoort zij dat sekswerkers die in eigen beheer zouden willen werken, vrijwel nooit de kans krijgen dat legaal te doen, door plaatselijke verordeningen.

Op de Wrs ziet Roos Schippers dikke vingerafdrukken van de ChristenUnie en in mindere mate van het CDA. Het eerder controversieel verklaarde wetsvoorstel dook vrijwel ongewijzigd op in het regeerakkoord, ondanks scherpe kritiek van de Raad van State. Het bestuurs- en adviesorgaan wees er onder meer op dat in Duitsland met een vergelijkbaar registratiesysteem is geëxperimenteerd. Van de sekswerkers die voorheen legaal werkten weigerde 83 procent zich te registreren – en belandde zo juist in de illegaliteit.

In Nederland dreigt dat ook te gebeuren, stellen belangenorganisaties van sekswerkers. Zij vrezen voor hun privacy, en niet alleen zij. De Autoriteit Persoonsgegevens wees erop dat het bij sekswerk gaat om bijzondere persoonsgegevens. ‘Dergelijke ingrijpende maatregelen zijn slechts in uitzonderlijke gevallen toelaatbaar’, aldus de AP. De privacywaakhond zet vraagtekens bij de effectiviteit van het voorstel. In het algemeen blijkt van de door het kabinet en gemeenten beoogde decriminalisering van prostitutie volgens Schippers weinig. ‘Het beroep wordt bekeken in de context van mensenhandel en uitbuiting.’ Dat misstanden moeten worden aangepakt, staat voor haar niet ter discussie. ‘Maar daarvoor hebben we het strafrecht. Dat geeft ook meer bevoegdheden.’

De registratieplicht zal ertoe leiden dat juist meer sekswerkers in de illegaliteit duiken, denkt ook Hadeline Vorselaars, specialist Veiligheid en Mensenhandel bij de gemeente Tilburg. Naar haar mening moet er een goed vangnet zijn voor sekswerkers die dat nodig hebben of willen uitstappen. Haar gemeente wil het hen niet onnodig moeilijk maken en koos voor beleid dat aansluit bij de praktijk en beoogt de positie van sekswerkers te verbeteren. Ook Lelystad, Assen en Arnhem doen dat. Na twintig jaar tevergeefs wachten op landelijk beleid is dit een voorschot op nieuwe wetgeving. ‘Onze burgemeester stond erop onze gemeenteraad nieuw beleid voor te leggen. Dat is unaniem aangenomen’, aldus Vorselaars. ‘Natuurlijk willen we iets doen aan het maatschappelijk stigma. Maar dat kunnen we slechts beperkt beïnvloeden. Wel kunnen we wat doen aan het feitelijk stigma. Bijvoorbeeld dat sekswerkers vaak geen bankrekening of hypotheek krijgen.’

Warme overdracht

Tilburg heeft volgens haar goed gelet op uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid bij het vaststellen van het prostitutiebeleid. De bestuurlijke controles op prostitutie deed haar gemeente al voor een deel zelf, na een ‘warme overdracht’ door de Afdeling Vreemdelingen Identiteit en Mensenhandel (voorheen: Vreemdelingenpolitie). ‘De collega’s van toezicht en handhaving wezen ons erop dat bij zij bij thuisprostitutie nauwelijks overlast gevende situaties tegenkomen. Tegen die achtergrond is toen besloten dat we ons daar niet op richten en staan we thuiswerken toe. Tot op de dag van vandaag ben ik er blij mee dat ons beleid geen moreel oordeel bevat.’

‘Commerciële seks maakt raadsleden en bestuurders nerveus’’

De Tilburgse aanpak loopt nu drie jaar, en volgens Vorselaars hoeft er alleen maar ‘doorontwikkeld’ te worden. Maatregelen worden niet over de hoofden van sekswerkers genomen, maar er is een klankbordgroep waarin een kleine delegatie sekswerkers vertegenwoordigd is. ‘Daar werken we vrij intensief mee samen.’ Volgens haar hebben vertegenwoordigers van de doelgroep ‘een pesthekel’ aan het woord hulpverlening. ‘Het zijn trotse mensen.

Die benaderen we ook niet met de vraag of ze willen uitstappen, maar we vragen welke ondersteuning nodig is.’ Sekswerkers die steun willen, hechten aan ervaringsdeskundigheid, merkt Vorselaars. ‘Een van onze handhavers kwam onlangs een meisje van achttien tegen, in een pand dat zij niet tof vond. Die hebben we voorgesteld om haar in contact te brengen met het prostitutiemaatschappelijk werk, of iemand uit de klankbordgroep. Hulpverlening vond ze te ver gaan, maar ze wilde graag contact met zo’n ervaringsdeskundige. Dat werkt goed.’

Zelfredzaam

Rodney Haan ziet op weg naar nieuwe prostitutiewetgeving nog beren op de weg. In de bereidheid van sekswerkers om zich te registreren heeft ook hij een hard hoofd. ‘Dat zie ik in gemeenten die sekswerk vanuit de woning toestaan. Bijna geen sekswerker meldt zich. Uit schaamte of wantrouwen jegens de officiële instanties. Vertrouwen moet eerst gewonnen worden na de restrictieve praktijk tot nu toe. Er is nog een lange weg te gaan.’

Haan twijfelt of de Wrs het in deze vorm gaat halen. ‘De Tweede Kamer is misschien haalbare kaart, door de coalitieafspraken.’ Maar dat de Eerste Kamer zonder slag of stoot over de streep gaat, ziet hij niet meteen gebeuren. Onder meer doordat het kabinet nauwelijks tegemoet is gekomen aan bezwaren van de Raad van State, al beweert het van wel. De geopperde leeftijdsverhoging van 18 naar 21 jaar wordt het eerste struikelblok, verwacht Haan. ‘Terwijl we in Nederland met 18 jaar volwassen zijn. ‘Leg dat maar eens uit.’

Medewerkers van een aantal aangewezen gemeenten moeten volgens het wetsvoorstel straks controleren of prostituees ‘zelfredzaam’ zijn, en of zij een pooier hebben. ‘In het verleden hebben gemeenten, onder meer Utrecht en Amsterdam, zogeheten intakegesprekken gevoerd. Van beleidsambtenaren weet ik dat het uiterst lastig is om met 100 procent zekerheid te bepalen of iemand zelfredzaamheid is. Sekswerkers zijn goede acteurs. Hoe wil je dat aanpakken? Met een afvinklijstje? Of met een scoreformulier: deze sekswerker scoort 70 procent, de ander 69 procent. Waar leg je de lat? Daar zal veel over gesproken moeten worden.’

Wetsvoorstel regulering sekswerk

Na een voorbereiding van jaren lanceerde het kabinet eind 2019 het wetsvoorstel Wet Regulering Sekswerk (Wrs). Die wet moet mensenhandel en uitbuiting tegengaan, de positie van sekswerkers verbeteren en het stigma op sekswerk verkleinen. Vrouwen en mannen die in de prostitutie werken moeten minstens 21 jaar zijn, zelfredzaam, mogen zich niet gedwongen prostitueren, moeten goed geïnformeerd zijn over de risico’s van het werk en hun rechten en plichten kennen. Ten slotte moeten ze weten waar kennis en zorg beschikbaar is om hun beroep veilig uit te oefenen. De uniforme vergunningplicht moet gelden voor alle prostituees en ook voor exploitanten van seksbedrijven. Zonder vergunning zijn zij in overtreding.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie