Hoe de ambitieuze wetgever zijn eigen doelen ondermijnt
Net als bij de Omgevingswet toont ook hier de overheid zich niet de beste partij om een digitaal systeem op te zetten.
Er was ooit een Wet open overheid met daarin opgenomen een verplichting tot het bijhouden van een documentenregister. Hierover schreef ik eerder kritisch in deze column. Veel documenten, ontvangen of zelf opgemaakt, dienden daarin te worden opgenomen. Zodoende kon de informatie-zoekende burger of journalist weten wat er waar te halen viel. Dat voorkwam weer zoeken, zo was de gedachte.
Na aanvaarding in 2016 van de Wet open overheid in de Tweede Kamer deed Minister Plassterk van BZK nog een laatste poging – gesteund door onder andere de VNG (zie ook deze column) – de wet in de wielen te rijden. Een onafhankelijk onderzoek van ABD TOP consult gaf enig inzicht in de uitvoeringslasten en kosten die gemoeid zouden zijn met de Woo in die vorm: 1 miljard structureel en 1 miljard incidenteel aan kosten werd voorgespiegeld. Dat kwam o.a. en met name door de verplichting om een dergelijk register bij te houden in combinatie met de gebrekkige informatiehuishouding van heel bestuurlijk Nederland. Het gaat niet alleen maar mis bij AZ en de sms-jes van de premier.
Een wijzigingswet werd begin 2019 voorbereid en aangeboden aan de Tweede Kamer. Dat register kwam niet meer terug. Toch zagen de initiatiefnemers Snels en Van Weyenberg hun kans schoon om via een nota van wijziging toch met een ‘register-light’ op de proppen te komen. PLOOI zou als digitale infrastructuur, in stand gehouden door de Minister van BZK, de beschikbaarheid van alle informatie die actief (door de overheid zelf) openbaar moet worden gemaakt moeten verzorgen. En dit ook nog eens elektronisch en op een algemeen toegankelijke wijze (artikel 3.3b Woo).
De initiatiefnemers zagen hiermee toch een wat uitgeklede versie van hun gekoesterde droom – het hebben van een documentenregister – in vervulling gaan. Daarmee vermoedelijk denkend dat de transparantie een goede dienst is bewezen.
De praktijk nu leert dat het anders uitpakt. Net als bij de Omgevingswet toont ook hier de overheid zich niet de beste partij om een digitaal systeem op te zetten. PLOOI is nog altijd niet up and running. Daarmee werkt de wet de actieve openbaarmaking tegen. Want de actieve openbaarmakingsplicht van artikel 3.3 Woo – waarin allemaal informatie categorieën zijn genoemd die op termijn actief openbaar gemaakt moeten worden – moet worden uitgevoerd via bekendmaking in PLOOI. Ergo, zolang PLOOI niet werkt, kan geen plicht tot actief openbaar maken in werking treden. Het momentum van de inwerkingtreding van de Woo per 1 mei 2022 gaat daarmee verloren. Misschien een goede reden om artikel 3.3b toch maar te schrappen. Dat maakt de weg vrij om het actief openbaar maken gewoon (vooralsnog) te laten plaatsvinden op de tot nu toe gebruikelijke manieren waarop informatie algemeen bekend wordt gemaakt, zoals via de eigen website van de verschillende overheden.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.