Gemeenten verwaarlozen toezicht op openbare scholen
Gemeenten hebben het openbaar onderwijs volledig losgelaten en dat komt ze duur te staan. Het gemeentebestuur in Enschede moet 4,8 miljoen euro bijpassen om het Stedelijk Lyceum van de ondergang te redden.
Gemeenten hebben het openbaar onderwijs volledig losgelaten en dat komt ze duur te staan. Het gemeentebestuur in Enschede moet 4,8 miljoen euro bijpassen om het Stedelijk Lyceum van de ondergang te redden.
Financiële problemen
Een toenemend aantal besturen van openbare scholen blijkt na de verzelfstandiging niet op eigen benen te kunnen staan. Uit een inventarisatie van de Algemene Onderwijsbond (AOb) blijkt dat minstens dertien besturen met financiële problemen bij de gemeente aankloppen. En daarbij is het virtueel failliete Stedelijk Lyceum in Enschede nog niet eens meegeteld.
Negatief eigen vermogen
Het Stedelijk Lyceum (vmbo/havo/vwo, 3300 leerlingen) stond er bij de verzelfstandiging in 2008 al zwak voor en heeft sinds 2010 een negatief eigen vermogen. Dankzij een stevige reorganisatie boekt de school inmiddels weer positieve resultaten, maar de hoge exploitatielasten van de Scholingsboulevard dreigden het Stedelijk deze zomer de das om te doen.
Tegenvallende leerlingenaantallen
De gemeente Enschede investeerde 60,3 miljoen euro in de drie kokervormige onderwijsgebouwen aan de Scholingsboulevard waarin het drie onderwijsinstellingen beroepsonderwijs verzorgen. 15 tot 17 miljoen meer dan het normbedrag. De scholen namen 10,3 miljoen van de meerkosten voor hun rekening, de rest betaalde de gemeente. Door de hoge investeringen en tegenvallende leerlingaantallen is de exploitatie niet rond te krijgen.
Gemeente verantwoordelijk
Om te voorkomen dat de coöperatie die de Scholingsboulevard beheert failliet gaat en het Stedelijk Lyceum mee sleurt, moet de gemeente Enschede 4,8 miljoen euro op tafel leggen. Zeer tegen de zin van de gemeenteraad, maar die staat met de rug tegen de muur. Het Stedelijk Lyceum failliet laten gaan is geen optie, want dankzij artikel 23 van de grondwet blijft een gemeente altijd verantwoordelijk voor het aanbieden van openbaar onderwijs.
Dat hebben de meeste gemeenten zich niet gerealiseerd bij het verzelfstandigen van het openbaar onderwijs, constateert de AOb. ‘Ze hebben de verantwoordelijkheid over het hekje gegooid en wilden niets meer met het openbaar onderwijs te maken hebben’, stelt bestuurder Ben Hoogenboom. Formeel hebben gemeenten ook niets meer te zeggen over het financiële beleid van openbare scholen.
Commissie Job Cohen
Een commissie onder leiding van PvdA-politicus Job Cohen, die de verhoudingen in het Rotterdamse openbaar onderwijs heeft doorgelicht, pleit daarom voor een wetswijziging. ‘De gemeenteraad moet elk jaar de begroting en jaarrekening goedkeuren.’ Maar zo’n wetswijziging zit er volgens de Vereniging van Nederlandse Gemeenten niet in. Om nieuwe financiële ongelukken te voorkomen, zullen gemeenten vooral informeel een vinger aan de pols moeten houden.
Meer over toezicht op het openbaar onderwijs in Binnenlands Bestuur 23
De gemeente Enschede heeft wel degelijk middelen om het onderwijs in haar gemeente te sturen, door middel van het wel of niet beschikbaar stellen van middelen voor de huisvesting. De vorming van de scholenboulevard zal in het kader van het Regionaal Plan Onderwijsvoorzieningen aan haar moeten zijn voorgelegd. Hierover dient zogenaamd "op overeenkomst gericht overleg" gevoerd te worden. De gemeente en onderwijsbesturen spreken in dit overleg over de huisvestingsconsequenties van wijzigingen in het onderwijsaanbod in de regio. In dit RPO dienen de leerlingaantal ontwikkelingen en het onderwijsaanbod in de regio te zijn beschreven. De keuze voor nieuwbouw is dus niet een keuze die alleen bij de onderwijsbesturen ligt.
Dat leerlingenstromen in het VO zich niet zo makkelijk laten leiden is een gegeven dat al langer bekend is. Als je met een nieuw onderwijsconcept komt in de vorm van een scholenboulevard voor VMBO en MBO, dan dien je ouders en leerlingen ook mee te nemen in die gedachtengang. Goede voorlichting en een uitmuntende schoolorganisatie zijn dan een noodzakelijke voorwaarde om tot een succesvolle uitvoering te komen. Aan beide lijkt het hier ontbroken te hebben.
Het argument dat meer leerlingen naar de Havo zijn gegaan, zie ik niet zo snel terug in de leerlingenstromen zoals die op Vensters voor Verantwoording staan. http://www.schoolvo.nl/ Deze trend is landelijk al weer aan het keren, want we zijn niet massaal slimmer geworden, dus de resultaten in Havo en Vwo staan nu zo onder druk dat de toelating in de afgelopen jaren fors is aangescherpt.
Het debacle in Enschede heeft dus veel meer te maken met schoolbesturen en lokale overheid die onvoldoende sturing hebben op leerlingenstromen en maatschappelijke ontwikkelingen. Om daar meer grip op te krijgen is niet een extra verantwoording van het onderwijs aan de lokale overheid nodig, maar een gezamenlijke visie op onderwijs aanbod en de sturing daarop.