Yes we can: De crisis voorbij
Vorige week was ik een weekje in Nederland, na een verblijf van een maand in Kenia. Mijn eerste gesprek was op Schiphol met een mevrouw van wie ik een flesje water kocht. Ze begon spontaan te praten over de crisis.
In de trein naar Rotterdam ging het gesprek met een medereiziger als vanzelf over de crisis. Op station Dordrecht werd ik afgehaald door mijn schoonmoeder, die ook binnen twee minuten de crisis als gespreksthema aansneed.
Drie gesprekken in mijn eerste uur in Nederland, drie keer crisis. 'Ik kan ook niet een maand weg...', schoot het door me heen. In de loop van de week raakte ik steeds minder onder de indruk van de crisis. Toen ik in de spits op mijn iPhone de files checkte bleken die er niet te zijn. Het was vakantie, half Nederland op de wintersport. Dat leek me nogal paradoxaal, voor een land dat welhaast zwelgt in de crisis. Het restaurant waar ik later in de week met vrienden ging eten was afgeladen, de iPhones vlogen je zo ongeveer om de oren en de stemming was opgewekt.
Aan de andere kant zijn de statistieken nogal pittig. Er vallen flink wat ontslagen, bedrijven gaan failliet, inkomens en belastingen dalen, de woningmarkt stagneert. Het doet echt pijn. Toch is dat in Nederland maar heel mild. Een regio als Silicon Valley maakt veel grotere pieken en dalen mee op de golven van de wereldmarkt en de sterk fluctuerende beschikbaarheid van venture capital.
Maar de echte vraag is: Hoe kom je voorbij een crisis? Daar zijn uit de innovatieliteratuur wel een paar suggesties voor te doen. Blijf niet in de groef hangen is de eerste tip. Ja, het is crisis. Klopt. Jammer. Vervelend. Wat valt er verder nog over te zeggen? Dat het allemaal heel erg is, natuurlijk. Ja, dat snappen we allemaal. In de Amerikaanse serie The West Wing zegt President Bartlett dan: 'What's next?'.
Een crisis is namelijk niet alleen maar vervelend, het geeft ook ruimte voor vernieuwing. Sterker nog, geen baanbrekende innovaties zonder wat Schumpeter zo mooi 'creative destructie' heeft genoemd. Elk nadeel heb z'n voordeel, mooie nieuwe dingen krijgen we niet zonder pijn. Een land dat de vruchten van een crisis wil plukken stelt de vraag: 'welke nieuwe mogelijkheden hebben we als het beter gaat?'.
De tweede vraag die er op volgt is: 'Hoeveel extra moet ik bezuinigen om daar substantieel in te kunnen investeren?'. Dat is wat Finland deed toen het in de periode 1990-1992 een economische krimp meemaakte van twintig procent en een werkeloosheid van twintig procent. Het antwoord in Nederland is in ieder geval het op peil brengen van onze publieke investeringen in onderwijs, onderzoek en ontwikkeling op het EU-gemiddelde. Dat gaat in Nederland om zo'n vier miljard per jaar. Het zou wat zijn, als een Nederlands kabinet dat aandurft.
Frans Nauta
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.