‘Schade zegt u? Eens even kijken…’
Ondernemers zien de omzet teruglopen als de straat voor hun deur open ligt. Ze kunnen om nadeelcompensatie vragen bij de gemeente, maar succes is niet gegarandeerd:
Ondernemers zien de omzet teruglopen als de straat voor hun deur open ligt. Ze kunnen om nadeelcompensatie vragen bij de gemeente, maar succes is niet gegarandeerd: elke gemeente hanteert zo zijn eigen regels. Zo er al regels zijn. Nog niet één op de tien gemeenten heeft een verordening.
Drie keer in zo’n vijf jaar tijd werd de weg voor zijn café in Amsterdam-West opengebroken. Door een ongelukkige samenloop van omstandigheden was het volgens de gemeente niet mogelijk de werkzaamheden beter op elkaar af te stemmen. De bezoekersaantallen en barinkomsten holden in die jaren zodanig achteruit, dat het café failliet werd verklaard. De ex-uitbater vecht vanuit de bijstand nog steeds om een schadevergoeding, al was het alleen maar om daarmee zijn schulden te kunnen aflossen.
Hij wordt bijgestaan door Christa Lagerweij, directeur van Rechtklus.nl. De voormalig kroegbaas heeft volgens haar recht op compensatie, omdat de geleden schade niet binnen het normale ondernemingsrisico valt. Begin deze maand heeft de rechter het gemeentelijk besluit vernietigd: het stadsdeel heeft zijn zaak niet goed beoordeeld en moet het huiswerk overdoen. Tot nu toe hebben gemeenten eigen regelgeving met betrekking tot nadeelcompensatie. In de regel wordt aangesloten bij omzetverlies, waarbij sinds 1999 een norm van 15 procent van de totale jaaromzet van een onderneming als ondergrens wordt aangehouden voor het normaal maatschappelijk risico. Dat wil zeggen, als de schade niet meer bedraagt dan 15 procent van de jaaromzet dan blijft deze schade voor eigen risico van de ondernemer.
De afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State acht de 15 procent omzetdrempelmethode echter niet meer bij voorbaat ‘redelijk’ en stelt dat per geval moet worden onderzocht of de drempel gerechtvaardigd is. ‘Enkele gemeenten hebben inmiddels een alternatief bedacht voor de 15 procent drempelmethode. Maar slechts heel langzaam passen andere lokale overheden hun regels aan’, aldus Lagerweij. ‘Wat daarbij opvalt, is dat er zoveel variëteit is in hoe gemeenten met verzoeken om nadeelcompensatie omgaan. Dat is niet vreemd als je weet dat het gros van de 390 gemeenten ook helemaal niets heeft geregeld. En tussen die enkele gemeenten – 32 in totaal – die op dat vlak wel een verordening hebben, blijken enorme verschillen te zitten.’
Omzetdaling
Grofweg zijn er drie soort regelingen te onderscheiden. Een deel van de gemeenten werkt met een drempel als een soort van toegangskaartje tot de regeling. Een gedupeerde ondernemer komt in aanmerking voor een schadevergoeding als deze kan aantonen gedurende de werkzaamheden een omzetdaling te hebben van meer dan 15 procent ten opzichte van de drie daaraan voorafgaande jaren. Amersfoort, Breda, Eindhoven en Den Haag werken bijvoorbeeld met die ondergrens.
Andere gemeenten, zoals Hillegom, Smallingerland, Nijmegen en Vlissingen, werken met een kortingsregeling. Eerst wordt, net als bij het ‘toegangskaartje’ overigens, globaal beoordeeld of de schade buiten het zogeheten normaal maatschappelijk risico valt. Als dat het geval is, vergoedt de gemeente de schade met aftrek van een korting. Die kortingspercentages variëren overigens per gemeente. Zo legt Tilburg een korting op van 20 procent en Vlissingen 25 procent. ‘Nijmegen, Hillegom en Smallingerland laten het kortingspercentage per geval van de omstandigheden afhangen’, zo weet Lagerweij na diverse verzoeken op grond van de Wet openbaarheid bestuur (Wob).
Een derde groep gemeenten werkt met een combinatie van drempelbedragen en kortingen. Tot die groep behoren onder andere Amsterdam, Doetinchem en Rotterdam. De gemeente Amsterdam hanteert een drempelbedrag van 8 procent en brengt daarnaast een korting in rekening op het bedrag boven die 8 procent. De hoogte van die korting wordt door de gemeente vervolgens per geval bekeken. De Amsterdamse methode heeft navolging gekregen bij de gemeenten Groningen en Vaals. Rotterdam heeft ook een drempel van 8 procent, maar vergoedt vervolgens standaard driekwart van alle schade. ‘Arnhem legt de lat het allerhoogst, met een drempelbedrag van 15 procent en daarnaast nog eens een korting’, aldus Lagerweij. De variaties in die min of meer vastgelegde regelingen zijn dus groot. Ze zijn nog groter als je ermee rekent dat de andere 358 gemeenten helemaal niks hebben vastliggen. Zij laten de invulling van het normaal maatschappelijk risico over aan een externe deskundige. Voor ondernemers in die gemeenten is het dan helemaal maar afwachten waar ze eventueel recht op hebben.
Kopje onder
Eén van de problemen bij nadeelcompensatie is dat er geen wetgeving is. Dat wil zeggen, de Wet nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige besluiten is deels in werking getreden per 1 juli 2013. Maar het gedeelte van deze wet dat toeziet op nadeelcompensatie bij rechtmatige overheidsbesluiten, is nu nog steeds niet van kracht. Daarmee zijn gemeenten dus ook nog steeds niet wettelijk verplicht – het is zogezegd nog ongeschreven recht – tot het verstrekken van nadeelcompensatie aan gedupeerde ondernemers.
Naar verluidt is de reden van de vertraging dat de aanpassingswetgeving nog in voorbereiding is. Uitstel van de inwerkingtreding moet daarnaast onder andere decentrale overheden in de gelegenheid stellen hun eigen regelgeving aan te passen. Lagerweij begrijpt niet waar het wachten op is. ‘Ik heb het bij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten aangekaart, maar die laten het er als overkoepelend orgaan bij zitten. Vreemd, want ik vind dat er toch een soort rechtszekerheid voor ondernemers op zijn plaats is’, zegt ze. De politiek zou zich drukker moeten maken over het lot van de ondernemers in hun gemeente. ‘Die wil je toch behouden en niet kopje onder laten gaan.’
Dat er wat extra tijd wordt genomen, vindt Hayke Veldman, Tweede Kamerlid voor de VVD, alleszins begrijpelijk. Mede gezien de vele nieuwe wetgeving die er te verstouwen is. ‘Het gaat bij nadeelcompensatie ook om een ingewikkeld traject, dat veel andere zaken raakt. Maar voor het eind van dit jaar moet de finale stap toch wel zijn gezet’, zegt hij. ‘We zijn nu al bijna drie jaar onderweg.’ Dat er straks tussen gemeenten verschillen blijven ten aanzien van de hoogte van de vergoedingen, vindt hij helemaal niet erg. Hij krijgt geen signalen van ondernemers dat die zich daaraan storen. ‘Verschillen zijn niet per se erg, zolang ze maar logisch te verklaren zijn’, zegt Veldman. Het belangrijkste is wat hem betreft is dat het juridisch goed en eenduidig is geregeld – alle zaken onder het bestuursrecht –, zodat iedereen weet waar hij of zij zich op kan beroepen.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.