Rijk wantrouwt gemeenten te veel bij decentralisaties
Gemeenten voorschrijven waaraan ze bij de decentralisaties van taken in het sociale domein de beschikbare middelen moeten uitgeven, getuigt van weinig vertrouwen van het rijk in het lokaal bestuur. Dat is vrij vertaald het oordeel van de Raad voor de financiële verhoudingen over de vorming van een sociaal deelfonds waarin de rijksmiddelen voor de uitvoering van taken op het gebied van maatschappelijke ondersteuning, jeugd en participatie tijdelijk worden ondergebracht.
Gemeenten voorschrijven waaraan ze bij de decentralisaties van taken in het sociale domein de beschikbare middelen moeten uitgeven, getuigt van weinig vertrouwen van het rijk in het lokaal bestuur.
Dat is vrij vertaald het oordeel van de Raad voor de financiële verhoudingen (Rfv) over de vorming van een sociaal deelfonds waarin de rijksmiddelen voor de uitvoering van taken op het gebied van maatschappelijke ondersteuning, jeugd en participatie tijdelijk worden ondergebracht.
Budgetten naar gemeentefonds te risicovol
Het wetsvoorstel waarover de Rfv minister Plasterk van Binnenlandse Zaken deze week heeft geadviseerd, gaat over hoe het rijk geld voor de decentralisaties op de terreinen ondersteuning, jeugd en participatie beschikbaar stelt aan de gemeenten. De Rfv ziet het instellen van een tijdelijk deelfonds op zichzelf als een logische tussenstap naar het uiteindelijke doel, de toevoeging van het geld aan de algemene uitkering. Een overheveling van de budgetten naar het gemeentefonds is in principe beter, maar gelet op de risico’s en onzekerheden die gepaard gaan met de omvangrijke operatie legt dat een te zware hypotheek op de haalbaarheid ervan.
Ruimere bestedingsvrijheid sociaal deelfonds beter
Wel plaatst de Rfv een aantal kritische kanttekeningen bij het wetsvoorstel, zoals ten aanzien van het opleggen van beperking aan gemeenten bij de besteding van middelden aan andere doeleinden. Het is volgens de Rfv echter moeilijk onderscheid te maken tussen wat gemeenten al uitgeven aan sociaal beleid en de nieuwe taken die ze er op dat terrein bij krijgen. Hoe ruimer de bestedingsvrijheid van het sociaal deelfonds, des te beter dat is voor de doelstelling om zoveel mogelijk beleidsvrijheid voor gemeenten te bewerkstellingen.
Creatief boekhouden ligt op de loer
Ander punt van kritiek is dat in het wetsvoorstel het accent te veel ligt op het eventueel niet tot besteding komen van de beschikbare middelen. ‘Het oormerken van middelen kan er toe leiden dat gemeenten uitgaven doen omdat ze de middelen moeten besteden. Dit kan leiden tot ondoelmatig beleid of creatief boekhouden’, aldus de Rfv. ‘De bestedingsverplichting lijkt echter vooral ingegeven door de vrees dat gemeenten de beschikbare middelen in zullen zetten voor andere prioriteiten buiten de reikwijdte van het sociaal deelfonds.’ Dat is volgens de Raad ‘nauwelijks voorstelbaar’, gezien de bezuinigingen en de omvang van de problemen binnen het sociale domein, ‘dat gemeenten structureel gelden zullen overhouden.’
Weg van de minste weerstand
Eerder is volgens de Rfv te verwachten dat gemeenten die in de knel dreigen te komen bij het realiseren van de doelstellingen op het sociale domein, zullen gaan besparen op de uitgaven op het fysieke domein. Dat roept maatschappelijk immers de minste weerstand op. ‘Uitgavenbeperkingen op het fysieke domein gaan echter wel ten koste van investeringsuitgaven en kunnen gemakkelijk leiden tot achterstallig onderhoud en daarmee op termijn tot extra kosten voor de gemeenten.’
Afromen van doelmatigheidswinsten
Onderbesteding is bovendien geen goede indicator voor de effectiviteit van beleid. De Rfv pleit er verder voor, dat mochten gemeenten een deel van het geoormerkte geld overhouden in een bepaald jaar, zij reserves kunnen kweken om fluctuaties in noodzakelijke uitgaven door de jaren heen op dit terrein te kunnen opvangen. Niet de onderbesteding, maar het maatschappelijk rendement dient centraal te staan bij monitoring. Monitoring mag in geen geval leiden tot het afromen van doelmatigheidswinsten, want dan schiet volgens de Rfv ‘de decentralisatie zijn doel voorbij.’
Reacties: 5
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Het is alleszins redelijk om de decentralisaties, onder inhouding van een redelijke efficiencykorting, budgettair neutraal te laten verlopen. Gaan er t.o.v. de vigerende wetgeving taken af dan wordt het budget uiteraard minder; komen er taken bij dan behoort het budget hoger te worden. Wat is er dan simpeler en eerlijker om gewoon een rijksgarantie met indexering af te geven voor de gehele operatie?
Daar bovenop komt het onvermogen van het rijk om los te laten. Elke geschrapte regel of decentralisatie wordt dichtgetimmerd met een drievoud aan extra regels om 'controle op afstand te houden'. En tot slot is het 'lantarenpalen-verhaal' als het om gemeentelijke uitgaven gaat in een aantal gevallen wel degelijk werkelijkheid geworden. Gedecentraliseerd geld werd niet altijd aan de decentralisatiedoelen uitgegeven. De bezuinigingsdrift van vandaag versterkt bovendien het rijksbesef dat je geld zeker moet oormerken wil je dat het terecht komt zoals het is bedoeld.
En nu terug naar de inhoud: nergens wordt over de hele linie bewezen dat gemeenten de door het rijk overgedragen taken ook daadwerkelijk beter (kunnen) uitvoeren dan nu het geval is. Met als gevolg dat de dans om de centen en om het in stand houden van organisaties en structuren nog heftiger wordt.