VNG popelt om herstelplan mee in te vullen

Tot nog toe hebben gemeenten en provincies nul inbreng gehad bij het opstellen van een nationaal coronaherstelplan, waarvoor in Brussel 6 miljard euro klaar ligt. Ze manen demissionair minister Hoekstra (Financiën) hen daar spoedig bij te betrekken.

De Tweede Kamer heeft de regering in een motie gevraagd direct te starten met de consultatie van decentrale overheden. De motie van de leden Dassen en Van der Lee motie verzoekt de regering consultaties met decentrale overheden en andere relevante stakeholders ‘per direct’ te starten en om nog voor het kerstreces te rapporteren hoe hun input zal worden verwerkt in de zogeheten RRF-plannen – het EU-herstelfonds.

Geld mislopen
Nadat er maandenlang niets gebeurde in Den Haag met betrekking tot het herstelplan – alle andere EU-lidstaten hebben al (lang) een plan ingediend – ligt er sinds begin deze maand een eerste opzet van een plan met investeringsvoorstellen. De vertraging weet Hoekstra aan de demissionaire status van het kabinet. ‘Belangrijke keuzes over het Nederlandse coronaherstelplan zijn aan een nieuw kabinet en worden aan de formatietafel besproken. Tijd is er nog voldoende, tot rond de zomer van volgend jaar kan er in Brussel nog een plan worden ingediend zonder dat het gevaar bestaat dat Nederland geld misloopt’, zo liet hij de Tweede Kamer weten.

Groene transitie
Landen kunnen aanspraak maken op geld uit het EU-herstelfonds als zij structurele hervormingen en investeringen doorvoeren. Het conceptplan bestaat uit investeringen waartoe al is besloten en aanvullende investeringen. Die nieuwe investeringen kunnen een impuls geven aan de groene en digitale transitie. De VNG zegt positief te zijn dat er een proces wordt opgetuigd waarbij ze als decentrale overheden zullen worden betrokken. ‘De inhoudelijke lijst met projectvoorstellen zullen we dezer dagen analyseren. Deze voorstellen zijn zonder betrokkenheid van de decentrale overheden opgesteld en maandenlang vertrouwelijk geweest’, aldus de VNG. ‘We hopen dat het rijk de betrokkenheid van decentrale overheden, die ook een verplichting uit de RRF-verordening is, serieus invult.’