Preventie moet Wmo betaalbaar houden
De Wmo kost gemeenten steeds meer. Zet dan extra in op preventie, zegt VWS. Kom maar met extra geld, pareert de VNG.
Met wijkplannen moeten gemeenten ervoor zorgen dat kwetsbare mensen langer thuis blijven wonen. Dat houdt volgens het kabinet de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) betaalbaar. De gemeenten eisen extra geld.
Het versterken van de sociale basis in de buurt is volgens staatssecretaris Van Ooijen van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) een van manieren om de uitvoering van de Wmo in de toekomst betaalbaar te houden. Dat stelt hij in zijn Hoofdlijnenbrief toekomst Wmo aan de Tweede Kamer.
Preventie
‘Omzien naar elkaar in de wijk’ doopt hij het initiatief dat gemeenten geacht worden te faciliteren: zorgen voor een breed, laagdrempelig en vindbaar aanbod van activiteiten en ondersteuning in de eigen buurt of wijk. Dat aanbod hoort dan een combinatie te zijn van burgerinitiatieven, vrijwilligersorganisaties, ondersteuning aan mantelzorgers, professionele organisaties en ondersteuning van kwetsbare doelgroepen. De gedachte is dat er van een brede sociale basisvoorziening een preventieve (lees: kostenbesparende) werking uitgaat.
Zelfredzaamheid
Alles draait daarbij om het principe van zelf- en samenredzaamheid. Volgens Van Ooijen zijn, gezien het decentrale karakter van de opgave, met name gemeenten aan zet. Hij ondersteunt ze te komen tot een vorm van een wijkplan rondom het omzien naar elkaar in de wijk. Het doel is het versterken van de infrastructuur en de sociale netwerken in de wijk.
Om de zelfredzaamheid en participatie van Wmo-cliënten te vergroten, dienen gemeenten periodiek onderzoek te doen naar de behoeften, kenmerken en omgeving van de zorgvragers. Daarnaast dient werk te worden gemaakt van verbeteren en professionaliseren van de wijkteams. Ook dat kan volgens de staatssecretaris er aan bijdragen dat het beroep op langdurige zorg wordt uitgesteld.
Schaalgrootte
Voor de langere termijn voorziet Van Ooijen een discussie over de schaalgrootte. ‘Sommige taken kunnen mogelijk beter op (boven)regionaal niveau georganiseerd worden, bijvoorbeeld omdat ze specifieke kennis en expertise vereisen, of omdat uitvoering van met name zwaardere vormen van ondersteuning te grote financiële risico’s met zich meebrengt voor kleinere gemeenten’, aldus de VWS-bewindsman.
Een speciaal Wmo-houdbaarheidsonderzoek moet helpen om de vraag te beantwoorden of de Wmo, zoals die nu wordt uitgevoerd, wel toekomstbestendig is. Met gemeenten zijn inmiddels afspraken gemaakt een gezamenlijke analyse uit te voeren naar de te verwachten ontwikkelingen voor de komende vijf tot twintig jaar qua vraag en aanbod in de Wmo.
Extra geld
Gemeenten eisen intussen op korte termijn 260 miljoen euro van de staatssecretaris als compensatie voor het Wmo-tekort. Dat tekort is onder meer veroorzaakt door het schrappen van de inkomensafhankelijke eigen bijdrage voor Wmo-voorzieningen door het kabinet. Sindsdien kloppen steeds meer mensen bij gemeenten aan voor onder meer huishoudelijke hulp. Dat leidt tot lange wachtlijsten voor hulpbehoevenden en tot extra financiële tekorten bij gemeenten.
Eigen bijdrage
De groei van het aantal aanvragen zit vooral in de huishoudelijke hulp, maar ook voor voorzieningen als een traplift, verhoogd toilet en rolstoel doen mensen steeds vaker een beroep op de Wmo. Een paar jaar geleden heeft het kabinet het zogeheten Wmo-abonnementstarief ingevoerd. Ongeacht het inkomen betaalt iedereen nu een eigen bijdrage van 19,50 euro per maand. Het aantal Wmo-aanvragen is sinds die wijziging fors gestegen. Gemeenten worden daarvoor onvoldoende voor gecompenseerd, stellen zij. Door die stijging staat de beschikbaarheid van Wmo-voorzieningen onder druk, schrijft gemeentekoepel VNG aan de Kamer. Die debatteert donderdag met Van Ooijen. (Hans Bekkers/ANP)
Dit idee is oude wijn in nieuwe zakken. En nog een slechte wijn ook...