Weinig vraaguitval vanwege eigen bijdrage Wmo
Onderzoek in de Bollenstreek wijst uit dat de meeste Wmo-cliënten de benodigde zorg ontvangen. De eigen bijdrage leidt amper tot afhakers: 2 procent.
Onderzoek in de Bollenstreek wijst uit dat de meeste Wmo-cliënten de benodigde zorg ontvangen. De eigen bijdrage leidt amper tot afhakers.
Omdat de uitgaven voor de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) in de Bollenstreek 5,5 miljoen euro lager bleken dan begroot, liet de intergemeentelijke sociale dienst van de gemeenten Hillegom, Lisse, Noordwijk, Noordwijkerhout en Teylingen – ISD Bollenstreek – APE een onderzoek te doen naar de onderbenutting van de Wmo-uitgaven.
Opluchting
De uitkomsten zorgen voor grote opluchting bij de lokale bestuurders. Want één ding is duidelijk: verreweg de meeste Wmo-klanten hebben de zorg ontvangen die voor hen nodig was. ‘De eigen bijdrage is geen reden geweest om af te zien van zorg’, meldt de ISD in een persbericht. ‘Slechts 2 procent neemt de zorg niet af door de eigen bijdrage. Percentage zorg mijden is 1 procent.’
Niet actueel
En met name om zeker te weten dat klanten de benodigde zorg hebben ontvangen die voor hen nodig is, heeft de ISD het onderzoek laten doen. Voor het onderzoek werden 249 mensen geënquêteerd die minder dan 60 procent van de toegekende zorg (indicatie) gebruiken. Onderzocht is wat de redenen waren om een indicatie niet of niet volledig te verzilveren. Iemand heeft bijvoorbeeld een indicatie voor 8 uur per week, maar neemt in de praktijk 4 uur per week zorg af. Dat voorbeeld komt dicht in de buurt van de werkelijkheid in de Bollenstreek. De totale verzilveringsgraad blijkt namelijk in die specifieke groep op net iets meer dan 50 procent te liggen. Zo blijkt in een deel van de gevallen dat de indicatie, die mensen tijdens een keukentafelgesprek hebben gekregen, niet meer nodig is. ‘Ze zijn door ziekte of andere persoonlijke omstandigheden niet in staat de toegewezen zorg volledig te consumeren, ze zijn in het ziekenhuis beland, krijgen de benodigde zorg van een andere instantie of zijn overleden’, aldus APE-directeur Leo Aarts. ‘En sommige cliënten geven aan dat de zorg inmiddels niet meer nodig is.’
Vervelende consequenties
Aarts wil er voor waarschuwen dat gemeenten op basis van de geconstateerde Wmo-overschotten – Binnenlands Bestuur meldde op basis van onderzoek van Frontin Pauw dat negen op de tien gemeenten geld overhouden – meteen nieuw gemeentelijk beleid moet worden gemaakt. Zo is maar de vraag in hoeverre die overschotten structureel blijken te zijn. ‘Belangrijk en urgent is het om dat eerst goed uit te zoeken, voordat je beleidsmatig wat anders doet met het budget. Het kan heel vervelende consequenties hebben, als je later tekort blijkt te komen.’
APE Public Economics en Frontin Pauw organiseren naar aanleiding van het Wmo-overschotten onderzoek van Binnenlands Bestuur donderdag 16 juni een actualiteitenseminar voor gemeentelijke beleidsambtenaren en controllers.
De slager die zijn eigen vlees keurt?