Steden rekenen zich rijk als culturele hoofdstad
Maastricht wil graag, maar Utrecht ook en Den Haag, Almere, BrabantStad en de Hanzesteden. Alle zes willen zij in 2018 culturele hoofdstad van Europa worden. Gezonde competitie of geldverspillende concurrentie?
In Deventer beschouwt Jan Henk van der Kolk van Bureau Hanzesteden Utrecht als een geduchte concurrent. ‘En met alle respect voor Almere, dan hebben wij toch méér te bieden met al onze geschiedenis en de ligging aan de IJssel.’ In Utrecht denkt Peter de Haan juist dat vooral Almere een hele sterke kandidaat is: ‘Een stad die nog een sprong moet maken, dat past in de traditie. En zo’n jonge stad: dat is nog nooit vertoond.’ Maastricht staat bij alle concurrenten te boek als ‘een zware tegenpartij’. Dat de stad zich samen met steden in België en Duitsland als ‘Euregio’ presenteert, wordt gezien als een sterke zet.
Zes Nederlandse steden en/of samenwerkingsverbanden strijden om het predikaat Culturele Hoofdstad 2018. Ze maken nu al plannen, zetten een projectorganisatie op poten, werken aan een bidbook, lobbyen, rekenen, reizen met kleine delegaties af naar voormalige ECOC’s (European Capital of Culture) en ze gaan allemaal voor de hoogste eer. Als het lukt ben je spekkoper, zegt Peter de Haan, die ‘kartrekker’ is voor de Utrechtse ambitie. ‘Uit alles blijkt dat als je het goed aanpakt, je kunt uitgaan van een terugverdienfactor tussen de twee en de drie.’ Hoeveel de steden zelf investeren verschilt enorm, weet hij ook. ‘Dat loopt uiteen van 25 miljoen tot meer dan honderd miljoen. Maar de terugverdienfactor blijft gelijk.’
En wie verliest, wint toch. Althans die opvatting huldigen alle Nederlandse kandidaat-steden. De Haan: ‘Door die focus komt er extra geld vrij. Bij gemeente en provincie merk ik dat nu al, en dat verwacht ik bij het bedrijfsleven en de fondsen ook. Je houdt er als stad echt veel aan over.’ Wat? ‘Een culturele organisatie die de stad een slag verder brengt.’ Nieuwe theaters, nieuwe initiatieven, nieuw élan. De Haan: ‘En volgens mij springen ze bij OCW een gat in de lucht als ze al die gemeenten zo bezig zien.’
Maastricht (en partnersteden Heerlen, Luik, Aken, Hasselt en Sittard-Geleen) heeft begroot dat er honderd miljoen euro nodig is voor de voorbereidingen en de activiteiten in het jaar zelf. De stad denkt ruim 43 miljoen extra bezoekers te trekken die in 2018 samen tussen de 57 en 81 miljoen euro zullen besteden. De vestiging van nieuwe culturele en creatieve bedrijven kan minstens vierhonderd nieuwe banen opleveren. Door culturele hoofdstad te worden en door binnen de regio strategischer te gaan samenwerken, kunnen de culturele infrastructuur, de economie en de werkgelegenheid een impuls krijgen.
Uit de ‘raadsmededeling culturele hoofdstad’: ‘Zeer wenselijk gezien de bevolkingskrimp en de stagnerende economische ontwikkeling door de kredietcrisis.’ Wethouder Jean Jacobs van cultuur formuleert het zo op de gemeentelijke website: ‘Met een duidelijke stip aan de horizon, die uitdaagt tot ontwikkeling, kunnen we de grote potenties in de stad beter richten. Zowel bij de bevolking als bij de instituten.’
De zeven Hanzesteden (Deventer, Hasselt, Kampen, Zwolle, Zutphen, Hattem en Doesburg) zien het culturele hoofdstadschap als ‘een unieke kans om de regio beter op de kaart te zetten’. Er komt een plan waarin historie, heden en toekomst met elkaar worden verbonden en ‘waarmee we alle concurrenten wegblazen’, voorspelt Jan Henk van der Kolk.
Het Hanzeverbond is een belangrijk gegeven ‘als handelsverbond een voorloper van de huidige Europese Unie’. ‘We willen de infrastructuur via de IJssel uitbreiden. Kijken of er een paar maanden per jaar een shuttleboot kan komen voor fietsers en wandelaars. We willen een programma met een duurzaam karakter. Het gaat ons niet om een grote concerthal in de uiterwaarden.’ Hoewel: ‘Een kunsthal voor Deventer zou wel in de plannen passen.’
Hij schat de kansen optimistisch in: ‘De IJssel heeft natuurlijk een fantastische uitstraling en biedt allerlei mogelijkheden, denk aan parades. En steden als Deventer en Kampen zijn ouder dan Amsterdam!’ Mocht het uiteindelijk níet doorgaan, dan is er nog geen man overboord, deelt hij de opvatting van zijn collega’s: ‘We komen met zo’n plan dat als we niet worden gekozen, een deel van de projecten toch uitgevoerd gaat worden.’
Vliegwiel
De steden Breda, Den Bosch, Eindhoven, Helmond en Tilburg en de provincie Noord Brabant, denken er serieus over om met dit ‘netwerk’ Brabant- Stad, mee te doen in de race om het culturele hoofdstadschap in 2018. ‘We gaan er heel serieus voor’, zegt gedeputeerde Annemarie Moons: ‘Het is een goede manier om je culturele infrastructuur, je economisch investeringsklimaat en je imago te versterken.’ De agenda’s van de verschillende steden moeten beter op elkaar worden afgestemd, vindt ze. En er moet meer aandacht komen voor goed openbaar vervoer tussen die verschillende steden. Meer culturele voorzieningen in het gebied zullen zorgen voor een aantrekkelijker vestigingsklimaat. ‘Creativiteit is een mooi vehikel om de economie te versterken.’
Moons was al op bezoek in Lille en Tallinn, collega’s van haar bezochten Liverpool, dat in 2008 werd gekozen uit een longlist van twaalf kandidaten, waaronder Bristol, Cardiff, Newcastle en Oxford. Een reis naar Istanbul staat nog op de rol. ‘We voeren veel gesprekken. Dat is belangrijk voorwerk. Ook om te weten hoe je het financieel kunt afdekken.’
Annemarie Moons: ‘Ik wil graag winnen, maar als we het niet worden is het zeker geen weggegooid geld. Het is een vliegwiel, we zetten een proces in gang: onderlinge afstemming en instemming met wat je wilt in Brabant. We worden gedwongen om samen te werken, heel intensief, dat is heel goed.’
Wat zo’n titel een stad in economisch opzicht oplevert is niet echt te berekenen, geven ze in Den Haag eerlijk toe. Maar, zo zegt iedereen: het heeft Rotterdam duidelijk goed gedaan. Er waren in het jaar zelf veel meer hotelovernachtingen, het imago van de stad kreeg een boost, de culturele infrastructuur is verbeterd. Cultureel verzamelgebouw Las Palmas is bijvoorbeeld een directe resultante van Rotterdam Culturele Hoofdstad 2001.
Den Haag droomt ook van stenen: de stad wil een nieuw internationaal dans- en muziekcentrum aan het Spui en het onherbergzame Spuiplein moet een ‘baken van cultuur’ worden. In 2018 moet dat gerealiseerd zijn, om Den Haag als ‘internationale cultuurstad’ smoel te geven. Past prima in de ambitie om Culturele Hoofdstad te worden. Net zoals het onlangs gelanceerde meerjarenplan Design Den Haag. Wethouder Marieke Bolle, opvolgster van Jetta Klijnsma, steunt de plannen van harte, laat ze weten.
Nieuwe stad
Een nieuw Spuiplein? In Almere reageert Marcel Kolder, voorzitter van de initiatiefgroep Almere2018 smalend: ‘Dat heeft toch geen inhoud? Dat is gewoon een megalomaan bouwproject.’ In Almere blaken ze van het zelfvertrouwen. Concurrentie? Die is er niet, vindt Marcel Kolder.
‘We zullen ze een poepje laten ruiken. Natuurlijk worden wij het. Dit is nog nooit vertoond. Een new town, in veertig jaar tijd van kale zandvlakte naar culturele hoofdstad van Europa, dat getuigt van lef en ondernemerschap. Wij gaan niet de oude cultuur vieren, we hébben niet eens oude torens en instituten. Het wordt een groot experiment, we gaan nieuwe dingen ontwikkelen, samenwerken met andere Europese new towns. Het gaat er niet om wat je bent, maar wat je wilt worden.’
De organisatie is het verst van alle Nederlandse steden, heeft een fraaie website, timmert op alle mogelijke manieren aan de weg, en draait volledig op vrijwilligers. De gemeente Almere zelf heeft tot dusverrre weinig van zich laten horen. Woordvoerster Marjolein Koningen: ‘Dit is een initiatief van onderop, van burgers zelf. We vinden het uniek en hartstikke leuk. Binnenkort gaan we met hen in gesprek. Maar we hebben nog niet officieel besloten dat we ons kandidaat gaan stellen.’
Waarom steken Kolder en de zijnen hier zoveel vrije tijd in? ‘We zijn niet altruïstisch. Maar we houden van Almere en de stad wordt hier echt leuker van. Er gebeurt nu al van alles op cultureel gebied omdat iedereen mee wil doen. Dus ook al worden we het niet: het mislukt nooit.’
Bert van Meggelen, cultureel intendant tijdens het culturele hoofdstadschap van Rotterdam in 2001, blijkt voor veel gemeenten een vraagbaak. Tijdens een door het Algemeen Dagblad/Utrechts Nieuwsblad georganiseerde discussieavond liet hij zich kritisch uit over de ambities van Utrecht. De Haan zei ‘een jaar lang feest’ voor Utrechtse burgers te willen en ziet het als een ‘kans om van een dorp een stad te worden’. Iconen als Dick Bruna en Rietveld kunnen ‘meer uitgebuit worden’.
Van Meggelen: ‘Je moet kiezen welk verhaal je wilt vertellen. Met ‘we hebben het zo nodig’ alleen, kom je er niet.’ Plannen rondom community art? Van Meggelen: ‘Voor een leuk bottom-up programma in de wijken komen we niet vanuit New York naar Utrecht.’ Peter de Haan: ‘We laten nu nog niet het achterste van onze tong zien. De kern van je bid is natuurlijk je geheim, dat vertel je niet, dat is straks aan de jury als ze ons beoordelen.’
Lange weg te gaan
Een jury van dertien cultuurexperts, zeven internationale en zes Nederlandse, beoordeelt de kandidaten voor 2018. Kandidaatsteden moeten zich op 1 oktober 2012 hebben aangemeld. Eind 2012 presenteert de jury een shortlist. Eind 2013 brengt de jury definitief advies uit aan de Nederlandse regering die een voordracht doet aan het Europees Parlement. In maart 2014 beslist de Raad van de Europese Unie welke Nederlandse stad samen met Malta culturele hoofdstad wordt. Hoe de jury te werk zal gaan is nog niet bekend, netzomin als de samenstelling.
Wonderbaarlijke vermenigvuldiging
Elke kandidaatstad noemt het ‘multiplyer-effect’: een culturele hoofdstad moet veel investeren, maar krijgt er ook veel voor terug. Vaak zijn dat nieuwe gebouwen of landmarks als bruggen of stations, die versneld worden gebouwd. In alle steden neemt het toerisme toe tijdens en na het culturele hoofdstadschap. Steden doen zeer uiteenlopende investeringen voor dat jaar. Essen (2010) zegt 48 miljoen te gaan investeren, Turku (2011) heeft het over 55 miljoen en Marseille (2013) denkt 98 miljoen te gaan gebruiken.
Er zijn stapels rapporten van alle voormalige culturele hoofdsteden, maar weinig keiharde cijfers. Salamanca (2002) deed uitgebreid wetenschappelijk onderzoek naar de regionale en landelijke in- en output, variërend van kaartverkoop tot hotelovernachtingen en nieuwbouw en uit die berekeningen blijkt dat ‘over all’ sprake is van bijna een verdubbeling tussen uitgaven en opbrengsten.
Twee tegelijk
Het fenomeen Culturele Hoofdstad van Europa bestaat sinds 1985 en is een initiatief van de toenmalige Griekse minister van cultuur Melina Mercouri. Sinds 1985 zijn er al 35 steden culturele hoofdstad geweest. Athene was de eerste, Amsterdam was in 1987 aan de beurt, Glasgow in 1990, Porto en Rotterdam in 2001, Lille en Genua in 2004, Liverpool en Stavanger in 2008. Dit jaar zijn het Linz (Oostenrijk) en Vilnius (Litouwen). In 2010 Essen. In 2018 is de beurt aan Nederland en Malta.
Vanaf 2010 stelt de Europese Unie een bedrag van 1,5 miljoen euro beschikbaar voor elke culturele hoofdstad. Nationale overheden nemen gemiddeld 55% van het publieke budget voor hun rekening. Regionale overheden 10%, de steden zelf 20%.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.