Gemeenten: ‘Zet EU-fondsen in tegen dakloosheid’
Europese fondsen als ESF+, EFRO en Inttereg moeten kunnen worden ingezet om het probleem van het toenemend aantal daklozen te bestrijden.
Voor structurele huisvesting van daklozen dient structureel geld te komen en daar moeten ook EU-fondsen voor kunnen worden ingezet. Dat vinden Europese gemeenten, verzameld in Eurocities.
Die boodschap bracht de Utrechtse wethouder Rachel Streefland (ChristenUnie) deze week namens 200 Europese steden over aan de EU-ministers van sociale zaken die bij Parijs bijeenkwamen om over dakloosheid te praten in het kader van het EU Platform on Combatting Homelessness. Dat platform is vorig jaar gestart.
ESF, EFRO en Interreg
Het voorstel is dat daklozen bescherming moeten krijgen via fondsen als ESF+ en EFRO. Nu gaat dat geld uit die twee fondsen vooral naar arbeidsmarktintegratie. Gemeenten willen dat lidstaten en de EU de nationale voorwaarden zo maken, dat ze eveneens voor daklozen kunnen worden ingezet. De Europese decentrale overheden willen verder dat de Europese Commissie de structuurfondsen, zoals Interreg, meer inzet om innovatieve projecten op het vlak van dakloosheid in steden te stimuleren. Daarnaast moet geld van het EU-coronaherstelplan naar daklozen gaan. Nederland heeft zo’n plan nog niet opgesteld, maar het geld – 4,7 miljard euro – is via de achterkamertjes wel al grotendeels verdeeld.
Oekraïners
Dakloosheid is een groeiend maatschappelijk probleem en daarmee ook een groeiend politiek probleem: tussen 2009 en 2019 verdubbelde het aantal daklozen naar 40.000, tussen 2017 en 2019 werden 10.000 mensen dakloos. Steden verwachten dat de druk toeneemt, omdat de Oekraïners die deze kant op komen vanwege de oorlog een plek in de Nederlandse steden moeten krijgen.
Streefland: ‘Nederland heeft zich gecommitteerd aan het ambitieuze Europese doel van een einde aan dakloosheid in 2030. Om dit te bereiken is het alle hands aan dek. Daarom moeten alle mogelijke middelen benut worden om gemeenten te ondersteunen in deze opgave. Mijn oproep aan het rijk is daarom om de toegang tot Europese fondsen hiervoor mogelijk te maken als onderdeel van de nationale strategie om dakloosheid te bestrijden.’
Betaalbare woonplekken
De gemeente Utrecht kreeg na een aanvraag in 2020 22,4 miljoen euro van het rijk om minimaal 200 daklozen van de straat te halen via het Living Lab-project ‘Eerst een Thuis’. Daarmee zijn in de regio Utrecht inmiddels 140 plekken voor daklozen gerealiseerd, waaronder 100 in de Domstad. Het geld gaat voor het grootste deel naar zorg en begeleiding en naar onderzoek naar lessen die uit het project te trekken zijn. Utrecht wil graag structureel geld voor begeleiding en meer betaalbare woonplekken: de stad heeft in totaal 1850 daklozen in beeld.
Meer geld nodig
Utrecht heeft jaarlijks 7,5 tot 10 miljoen euro extra nodig om het verschil te kunnen maken. Nu betaalt de gemeente jaarlijks 15 miljoen uit eigen middelen. De G4 heeft al eerder bij het rijk aangegeven dat het de steden niet alleen lukt dakloosheid op te lossen, onder meer vanwege de crisis op de woningmarkt. Streefland: ‘We hebben hulp van andere gemeenten in onze regio en Nederland nodig om via inzet op preventie of gerichte prestatieafspraken met woningcorporaties de druk op de daklozenopvang in grote steden in Nederland te verlichten. We zien in onze Utrechtse regio dat er gemeenten zijn die hierin steeds meer een helpende hand bieden, via het project Living Lab en het organiseren van pitsstopplekken.’
Pitsstop
Die pitsstopplekken zijn kleinschalige opvangplekken met begeleiding dichtbij huis in de regio, voor mensen die bij (dreigende) dakloosheid tijdelijk intensieve hulpverlening en ondersteuning nodig hebben om hun leven weer op te rit te krijgen. Ook is het geld nodig voor mensen die een complexe hulpvraag hebben en tussen wal en schip dreigen te belanden. Verder kan met extra geld de druk op de huidige opvang worden verlicht door extra plekken te bieden.
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.