Schadeclaim bouwfraude strandt
De gemeente Alphen aan den Rijn krijgt vooralsnog geen schadevergoeding voor fraude bij de aanbesteding van de bouw van haar stadhuis. De gemeente zet de juridische strijd voort.
De Raad van Arbitrage voor de Bouw heeft de gemeente Alphen aan den Rijn niet-ontvankelijk verklaard in een procedure waarbij ruim 4,6 miljoen euro schadevergoeding werd gevorderd van vijf bouwbedrijven. De gemeente had volgens de Raad direct aan de bel moeten trekken toen de parlementaire enquête naar de bouwfraude was afgerond. Door dit niet te doen, heeft Alphen haar rechten verspeeld.
Alphen aan den Rijn is de enige gemeente die nog aan het procederen is wegens een geval van bouwfraude. De zaak draait om de aanbesteding van de bouw van een nieuw stadhuis in 1999. De gemeente had hiervoor 39 miljoen gulden begroot, maar de vijf inschrijvers zaten allemaal ver boven dit bedrag. Omdat alle biedingen rond de 52 miljoen gulden schommelden, vermoedde de gemeente verboden prijsafspraken.
Dit vermoeden werd bevestigd toen Alphen aan den Rijn in 2004 via de Vereniging van Nederlandse Gemeenten een deel van de schaduwboekhouding van het bouwbedrijf Boele & Van Eesteren in handen kreeg. Dit bedrijf had niet ingeschreven op het werk en leek daarvoor, blijkens de stukken, te zijn beloond met 100 duizend gulden.
Alphen aan den Rijn spande een procedure aan, maar volgens de Raad van Arbitrage was dit te laat. In zijn overwegingen laat de Raad meespelen dat Alphen aan den Rijn de zaak eerder bewust liet rusten. Hierbij wordt verwezen naar uitlatingen van toenmalig wethouder Frank Dales in een interview in het Leidsch Dagblad, en naar het feit dat een motie van de SP om de zaak te laten onderzoeken, door de gemeenteraad werd weggestemd.
Appel
Alphen aan den Rijn weigert zich neer te leggen bij het vonnis, en heeft inmiddels appel aangetekend. Dit betekent dat een andere kamer van de Raad van Arbitrage zich nogmaals over de zaak buigt. Verder loopt bij de rechtbank in Den Haag nog een civiele procedure tegen Boele & Van Eesteren. Omdat dit bedrijf niet bij de inschrijvers hoorde, bleef het in de procedure bij de Raad van Arbitrage buiten beschouwing.
Wethouder Stan Lyczak (Inkoop en Aanbesteding, VVD) is vastbesloten om door te vechten. ‘We zijn bedonderd, daar hebben we bewijs van, en daarom is dit vonnis voor ons zeer onbevredigend.’
Doordat de gemeente niet-ontvankelijk werd verklaard, heeft de Raad van Arbitrage zich niet inhoudelijk uitgelaten over het feit dat de gemeente met de winnaar van de aanbesteding in onderhandeling ging, om uiteindelijk uit te komen op een prijs van 43 miljoen gulden. Volgens Lyczak is in deze onderhandelingen het oorspronkelijke plan versoberd:
‘Als dat vooroverleg tussen die bouwers er niet was geweest, waren die bezuinigingen niet nodig geweest.’ Lyczak benadrukt dat de directeur van de toenmalige Hollandsche Beton Groep, dat de aanbesteding won, altijd heeft ontkend. ‘Pas in 2004 kregen wij stukken in handen.’
Lees het vonnis hier.
Vertrouw maar op de Nederlandse civiele rechter in plaats van deze representanten van BV Nederland.