Zorgwetten schuren, maar ingrijpen maakt het erger
De afstemming tussen de Wmo, de Jeugdwet en de Wet publieke gezondheid is niet optimaal, maar het (opnieuw) overhoop halen van het systeem maakt het er niet beter op. Ook in een andere organisatie van het openbaar bestuur moet de oplossing niet worden gezocht. Dat adviseert de Raad voor het openbaar bestuur (Rob).
De afstemming tussen de Wmo, de Jeugdwet en de Wet publieke gezondheid is niet optimaal, maar het (opnieuw) overhoop halen van het systeem maakt het er niet beter op. Ook in een andere organisatie van het openbaar bestuur moet de oplossing niet worden gezocht.
Dat is het advies van de Raad voor het openbaar bestuur (Rob). De adviesraad onderzocht op verzoek van staatssecretaris Van Rijn van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) hoe het is gesteld met de afstemming tussen de zorgwetten.
Cultuurverschillen
De conclusie in Zorg voor samenhangende zorg is dat het een beetje schuurt, zowel in de regels, in de verantwoordelijkheidsverdeling en waar het gaat om het budget. ‘In de praktijk wringt het soms bij de burger als die wordt vermalen in de bureaucratie. Het knelt bij de professionals waarvan wordt gevraagd dat zij binnen het systeem de ruimte opzoeken om maatwerk te leveren’, aldus de Rob. ‘Het schuurt soms in de uitvoering waar partijen met cultuurverschillen en andere uitvoeringsopdrachten moeten samenwerken. Dat gaat niet vanzelf, daarin moet worden geïnvesteerd. En er is wrijving op het niveau van waarden: in het ene geval zorgt de overheid voor openbare gezondheidszorg, in het andere geval verwacht de overheid dat de burger zoveel mogelijk op eigen kracht doet.’
Bezuiniging
Verder plaatst de Rob kritische kanttekeningen waar het gaat om het budget en de financiële verhoudingen. De decentralisaties in het sociaal domein zijn ingegeven door de wens om beleid op maat te bieden en de uitvoering integraal te laten plaatsvinden, maar ook door beperking van de kosten: voor de overgehevelde jeugdzorgtaken en maatschappelijke ondersteuning op de termijn een bezuiniging ingeboekt van meer dan een miljard euro.
Wurggreep
Tegelijkertijd spelen er discussies over tekorten en overschotten op de budgetten bij gemeenten na de overheveling. Decentralisatie van beleid veronderstelt volgens de Rob dat gemeenten vrij zijn zelfde uitkomst van het beleid te bepalen. ‘In financiële zin betekent dit dat gemeenten eigen afwegingen moeten kunnen maken over de meest doelmatige manier om resultaten te halen. Dit terwijl gemeenten in hoge mate afhankelijk zijn van de inkomsten vanuit het rijk. Daarin schuilt het gevaar van de verleiding om het te behalen resultaat en de besteding van de gelden vast te stellen. Rijk en gemeenten dreigen elkaar zo in een verstikkende wurggreep te houden.’
Herindeling
Dat het diverse fronten een beetje schuurt, rechtvaardigt volgens de Raad nog niet dat er ingrepen moeten worden gedaan door regering en parlement in het systeem van de zorgwetten of in de organisatie van het openbaar bestuur. Daar ligt volgens de Raad de oplossing niet. 'Wijziging van het wettelijk stelsel neemt het verschil in sturingsfilosofle (collectief ten opzichte van maatwerk) niet weg. Het neemt ook het verschil in waardeoriëntatie — overheidszorg of zelfzorg — niet weg’, aldus de Rob. Het is maar zeer de vraag of het met zo’n uiteenlopende grondslag überhaupt mogelijk is om samenhang te realiseren.
Een reorganisatie van de gemeentelijke kaart dan door een grootschalige herindeling? Die leidt weliswaar tot minder gemeenten in de regio om mee samen te werken, maar daarmee wordt volgens de Rob niet van tafel geveegd dat er moet worden samengewerkt.
Reacties: 4
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Ook bizar dat geen oplossing wordt geboden. Het zou de overheid sieren als ze in ieder geval extra regelruimte biedt of professionals wijst op de mogelijkheden waar maatwerk (Dit heten "uitzonderingen" in regelland) mag worden geboden en waar deze regelruimte mee gefinancierd kan worden!
De analysen in het rapport zijn dan ook heel herkenbaar maar bij de uitkomsten en het advies plaats ik kritische kanttekeningen.
Het advies is om het wettelijk kader niet overhoop te halen met als argument dat slechts een klein deel van de bevolking gebruik maakt van meerdere voorzieningen.
Dit gebruik is m.i. de uitkomst van het ontmoedigingsbeleid waarin de burger die daar wel behoefte aan heeft “wordt vermalen”.
Onze ervaring is dat de financiering en daarbij behorende rechtmatigheid belemmert dat budgetten worden overgeheveld. De gemeente heeft zeker (meer) mogelijkheden, zoals het rapport aangeeft, maar in de pilot financieren de gemeenten voor omdat de lange weg om het voor elkaar te krijgen een frustrerende uitwerking heeft op de budgethouders die zich voor de pilot hebben aangemeld.
Gelukkig zien wij door deze voorfinanciering al de eerste effecten bij de budgethouders. Hun kwaliteit van leven verbetert aanzienlijk en de groep mensen die van de mogelijkheden van de pilot gebruik willen maken, groeit met de dag.
Dit pleit er m.i. voor dat we niet op voorhand de systeemwereld moeten laten prevaleren maar juist de leefwereld van mensen moeten faciliteren om het voor hen dragelijker te maken.
Zeker, niet iedereen zal gebruik maken van deze mogelijkheden maar dat zou simpelweg ook kunnen omdat deze er niet of minimaal onvoldoende zijn. En op zijn minst is het weinig overzichtelijk en toegankelijk! Er zijn daarentegen méér dan voldoende regels, voorschriften en kaders.
De vraag blijft dus: waar willen we met de beoogde veranderingen in het sociaal domein naar toe?
Zie ook het artikel: https://bureaudehelling.nl/artikel/het-i-pgb-een … en www.integraalpgb.nl
Rudy Bonnet
Stade Advies
Projectleider I-PGB Delft en Woerden