Advertentie
financiën / Achtergrond

Bijna het beste theater van Nederland

Schouwburg Amphion in Doetinchem kostte 30 miljoen euro. De gemeente betaalde niet alleen: provincie Gelderland, sponsoren en de drie gemeente Montferland, Oude IJsselstreek en Bronckhorst betaalden mee.

26 oktober 2012

Drie omliggende gemeenten betaalden graag mee aan de nieuwe schouwburg Amphion in Doetinchem. ‘Als het in de regio goed gaat, profiteert de stad ervan en andersom.’

Amphion, de in 2010 geopende schouwburg van Doetinchem, kostte 30 miljoen euro. Veel geld voor een stad van 56.000 inwoners. De gemeente betaalde dat bedrag niet in haar eentje, maar vond medefinanciers. De provincie Gelderland kwam met 7 miljoen over de brug, sponsoren betaalden 1,7 miljoen mee en drie omliggende gemeenten (Montferland, Oude IJsselstreek en Bronckhorst) legden samen 2,3 miljoen bij. 

Volgens Amphion-directeur Charles Droste is de Achterhoekse constructie voor de financiering van de schouwburg ‘volstrekt uniek’. ‘Drie buurgemeenten die elk rond de acht ton ophoesten. Voor een gebouw dat niet eens in hun eigen gemeente staat.’ Wethouder Peter Drenth (CDA) van Doetinchem: ‘Het heeft ervoor gezorgd dat we met z’n allen een prachtige schouwburg hebben. Die staat weliswaar in Doetinchem, maar is van alle Achterhoekers.’

Amphion werd ontworpen door één van de bekendste architectuurbureaus van Nederland, Mecanoo. Het gebouw kreeg een opvallend voorplein van knalrood beton en ook binnen overheerst feestelijk theaterrood in de foyers, de zaal en de fraaie brede trappen.

De schouwburg werd op 8 september 2010 geopend door koningin Beatrix. De twee weekeindes daaraan voorafgaand kon iedereen alvast een kijkje nemen. Meer dan 15.000 mensen deden dat, terwijl Doetinchem slechts 45.000 inwoners heeft. Drenth: ‘Dat zegt wel wat over de verbondenheid. Dat is de basis waarop de buurgemeenten besloten hebben om mee te betalen.’

Persoonlijk welkom
Met het nieuwe Amphion heeft Doetinchem onder meer een grote zaal die zich kan meten met die van de populairste schouwburgen in de Randstad: de maten van het podium zijn aangepast aan de eisen voor tv-registratie, er staan 850 stoelen in een opstelling die net wat comfortabeler is dan gebruikelijk en de directeur is er áltijd om artiesten persoonlijk welkom te heten.

De Doetinchemse schouwburg heeft een goede naam in het culturele veld. Iedereen speelt er graag en de stoelen zijn met gemiddeld 75 procent prima bezet. De programmering is vergelijkbaar met die van een grote schouwburg in de Randstad: van Paul de Leeuw tot Youp van ’t Hek, van repertoiretoneel tot Bløf en van musical De Jantjes tot grote opera-producties.

Drenth: ‘Amphion was vorig jaar genomineerd voor beste theater van Nederland en deed mee in de top 5. Youp van ‘t Hek, Paul de Leeuw: die prezen allemaal onze schouwburg. We hebben niet gewonnen, maar dat je als Doetinchem volgens de vakmensen bij de beste vijf hoort – daar zijn we hier allemaal trots op. Dat kon alleen maar door het met elkaar te doen.’

Dit ambitieuze gebouw en de bijbehorende programmering waren er nooit gekomen als Doetinchem de kosten voor het Amphion alleen had moeten dragen, zegt wethouder Drenth. ‘Maar het besef was er bij iedereen: we willen een mooie schouwburg bouwen en niet een veredeld theatertje in een provinciestadje.’

Hoe krijg je buurgemeenten zo ver dat ze mee gaan betalen aan de stenen in een andere stad? De provincie kwam als eerste over de brug en dat had zeker een hefboomwerking, zegt schouwburgdirecteur Droste. De cijfers vertellen ook een deel van het verhaal. Droste: ‘Uit onderzoek blijkt dat 40 procent van de bezoekers van de schouwburg in Doetinchem zelf woont. Meer dan de helft, 60 procent, woont in de omliggende gemeenten.’

Belangrijk
Met die cijfers ging de vorige directeur meer dan tien jaar geleden al naar de gemeente Doetinchem, en naar de wethouders van de omliggende gemeenten. Als de inwoners van Bronckhorst, Ulft, Didam en al die andere kleine kernen de schouwburg blijkbaar zo belangrijk vonden, konden de betreffende gemeenten dan – naar rato van het inwonertal – wellicht meebetalen, zodat de bouw van de nieuwe schouwburg écht hoog kon worden ingestoken en er een bovenstedelijke accommodatie kon worden gebouwd?

‘Er was wel discussie over de hoogte van het bedrag, maar geen twijfel of we mee moesten doen’, kijkt Ingrid Wolsing – destijds raadslid, nu PvdA-wethouder cultuur in Montferland – terug. ‘Natuurlijk wilden we mee betalen. Het is ideaal: je geeft eenmalig een financiële bijdrage en that’s it. Het risico ligt helemaal bij Doetinchem, en onze inwoners hebben er een fantastische voorziening aan.’

Wethouder Paul Seesing (CDA) van Bronck­horst: ‘Natuurlijk wilden we meebetalen. We zijn een plattelandsgemeente met 44 kleine kernen. Mensen komen hier wonen voor de rust, de ruimte en de stilte, maar een goed cultuuraanbod is belangrijk. Dat kan de doorslag geven om hier te gaan wonen. Zelf kunnen we zo’n voorziening nooit aanbieden in onze gemeente.’ Wethouder Peter Drenth van Doetinchem: ‘Voor niets gaat de zon op. Als het in de regio goed gaat, profiteert de stad daarvan en omgekeerd. De programmering van Amphion is tegenwoordig breder dan die van het theater in Arnhem. Als je dat belangrijk vindt, dan moet je het samen doen. Je bent hier tot elkaar veroordeeld en dat bedoel ik niet negatief.’

Betekent meebetalen hier ook meebepalen? ‘Nee’, zegt schouwburgdirecteur Droste. ‘Het geld is gebruikt voor het stapelen van de stenen. De gemeente Doetinchem neemt de jaarlijkse exploitatiekosten voor haar rekening, inclusief rente en aflossing van het gebouw. Totaal zo’n twee miljoen per jaar. De verantwoordelijkheid daarvoor ligt op één plek.’ Ook al ging de bijdrage van de buren naar ‘koude stenen’, er is wel ‘warm commitment’, zegt Droste.

Nachtegalen
Op verzoek van de participerende gemeenten hanteert Amphion een gereduceerd tarief (25 procent korting) als amateurverenigingen uit de participerende gemeenten een zaal willen huren voor een uitvoering. Dus zongen onlangs de Ulftse Nachtegalen in het Amphion en binnenkort staat het Ettens Mannenkoor in de schouwburg.

Droste: ‘Je steunt elkaar. Wij kunnen grote namen naar het oosten trekken en de kleine theaters profiteren van die flow. Dan kan ik aan Jochem Myjer vragen of hij z’n try-out bijvoorbeeld in het Musiater in Zevenaar wil doen. We stemmen de programmeringen op elkaar af, zodat hetzelfde toneelstuk niet vier keer in de regio wordt gespeeld, maar we juist een heel divers aanbod hebben. Ulft heeft in het Dru-complex een fantástische accommodatie voor popmuziek voor zeshonderd personen. Dus de theaterconcerten programmeren we hier, maar de clubtours doen zíj. Dat bespreken we in het theateroverleg Oost-Nederland.’

Drenth: ‘Een goed podiumplan hoort erbij, je moet in zo’n regio elkaar niet gaan beconcurreren.’ En: ‘De vorige schouwburg dateerde uit 1968 en was echt voor iedereen. Dat willen we nu weer. Schouwburgbezoek is geen elitair verhaal in deze streek, je ziet nauwelijks galakleding.’

De drie participerende gemeenten zijn aandeelhouder en twee keer per jaar komen die – samen met grootaandeelhouder Doetinchem – bij elkaar voor overleg. Dan laten de kleintjes wel van zich horen, zeggen alle betrokkenen.

Droste: ‘Toen Doetinchem onlangs stevig wilde bezuinigen op de schouwburg hebben de aandeelhouders flink geprotesteerd.’ Begrijpelijk, zegt Drenth. ‘De schouwburg staat er net, dat kun je als gemeente niet maken dat je die nu al uit gaat kleden, dus de bezuinigingen zijn beperkt gebleven. Dat de buren mee hebben betaald schept dan wel verplichtingen.’

Die buurgemeenten drongen er tijdens de laatste aandeelhoudersvergadering op aan om de commerciële exploitatie uit te bouwen, zegt wethouder Seesing. ‘Er staat een prachtig gebouw met een enorm vloeroppervlak. Dat zou je veel vaker kunnen verhuren voor recepties en feesten, maar dan moet Doetinchem daar wel vergunningen voor afgeven. Als de exploitatie omhoog gaat, zie je dat terug in de programmering. Nu dreigt winstgevendheid soms de doorslag te geven. Dat betekent dat er bijvoorbeeld minder opera en operette wordt geprogrammeerd, omdat daar veel geld bij moet.’

Het is een bekend dilemma, erkent ook wethouder Ingrid Wolsing van Montferland: ‘Doetinchem heeft natuurlijk te maken met horeca die valse concurrentie vreest als een gesubsidieerd theater commercieel gaat verhuren.’

Eigen broek
PvdA-wethouder John Haverdil, Oude IJsselstreek: ‘Wij hebben de gemeente Doetinchem geadviseerd om het theater meer beleidsruimte te geven, ze moeten toch meer hun eigen broek op gaan houden.’

De bereidheid om samen te werken is in de Achterhoek bijzonder sterk ontwikkeld volgens wethouder Drenth (‘We lobbyen hier allemaal voor elkaar’), maar volgens hem moet het ook elders in Nederland meer die kant op. ‘Je moet het met elkaar doen. De Randstad kan niet zonder de provincie, de stad kan niet zonder het omliggende gebied, de regio wordt aantrekkelijk door voorzieningen in de stad. Bijzondere en kostbare voorzieningen voor cultuur of sport, die moet je met elkaar gaan regelen nu iedereen op de centen moet passen.’

Haverdil: ‘Juist in deze tijd moet je als bestuurder zoeken naar de mogelijkheden van grensoverschrijdende samenwerking. Over de gemeentegrens heen kijken, dat doen burgers ook. Je moet op een grotere schaal kijken: welke functies horen er in een gebied te zijn. En dan gaat het niet over een veldje voor de plaatselijke voetbalvereniging maar over bovenlokale voorzieningen. Misschien wat minder in aantal, maar voorzieningen met meer kwaliteit, echt bijzondere dingen.’

In de Achterhoek zijn de zwembaden inmiddels – voorzichtig – onderwerp van gesprek, net zoals de sporthallen. Een topsporthal, een groot ‘moederzwembad’ met instructiebaden als satellieten? De gesprekken verkeren nog in de verkennende fase.

Drenth: ‘Op 300.000 mensen in de Achterhoek hebben we 48 zwembaden. Kleine, grote, binnen- en buitenbaden – van alles. Je hebt 40.000 mensen nodig voor de instandhouding van een zwembad. Dus daar moet je over praten met z’n allen. Je moet zorgen voor goede spreiding van voorzieningen, voor betaalbaarheid, je moet over de gemeentegrenzen heen kijken anders heb je overal net niks.’

Bij zwembaden ligt dat wat gevoeliger dan bij de schouwburg, zegt zijn collega Ingrid Wolsing van Montferland. ‘Die schouwburg kon alleen in Doetinchem staan. Maar elke gemeente wil een zwembad hebben – en houden.’

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie