'Gemeenten moeten meedenken met ondernemers'
Ondernemers hebben er baat bij als gemeenten de bestaande regels ruimhartig toepassen. Dat blijkt uit de Pilot verlaging regeldruk stimuleert ondernemerschap in binnensteden, uitgevoerd door kennis en netwerk organisatie Platform31.
Ondernemers hebben binnen de gestelde gemeentelijke regels vaak meer mogelijkheden tot uitbreiden van hun activiteiten, het aanpassen van hun winkel of tot het neerzetten van een tijdelijke marktkraam dan ze zelf denken. Voorwaarde is wel dat de gemeente met hen meedenkt en de eigen regels ruimhartig interpreteert.
Welke regels minimaal nodig
Dat is de hoofdconclusie die valt te trekken uit de “Pilot Verlichte Regels Winkelgebieden” zoals die recent is afgesloten. De proef liep anderhalf jaar lang in 12 gemeenten en was opgezet door kennis- en netwerkorganisatie Platform31. Voortvloeiend uit de Retailagenda van het Ministerie van Economische Zaken, was het doel eenvoudig: ruimte creëren voor (innovatief) ondernemerschap door regels die dit belemmeren af te schaffen, tijdelijk buiten werking te stellen of aan te passen. Hoofdvraag hierbij ging uit van de tabula rasa gedachte: wat als we in dit winkelgebied nog helemaal geen regels zouden hebben, welke regels vinden we dan minimaal nodig?
Regels opgerekt
Om dit uit te vinden werden er onder de pilot 140 ondernemersinitiatieven uitgevoerd, variërend van het uitbreiden van een terras en het opzetten van een pop-up winkel, via het ophangen van reclameborden in beschermde stadsgezichten tot het verstrekken van een bundelende jaarvergunning voor alle te verwachten evenementen in het winkelgebied. In alle gevallen werd de grens van de bestaande regelgeving opgezocht en waar nodig en mogelijk opgerekt.
Papierlast beperken
Projectleider Hanneke van Rooijen van Platform31 toont zich na afloop van de proef aangenaam verrast over ‘wat er eigenlijk allemaal al kan’. Ondernemers voelen zich volgens haar vaak beperkt in hun ondernemerschap, maar eenmaal in gesprek met de gemeente bleek dat bijvoorbeeld dat terras best wat groter mocht zijn dan gedacht, of dat de kaasboer best (tijdelijk) een wijntje mocht schenken in de leegstaande winkel ernaast. ‘Daarvoor hoeven eigenlijk nauwelijks regels te worden geschrapt. De deelnemende gemeenten zagen ook wel dat ondernemers in winkelgebieden het soms moeilijk hebben en wilden hen graag tegemoetkomen door de regels creatief toe te passen en de papierlast rond vergunningen te beperken.’
Evacuatieroutes vrijhouden
Voorwaarde is natuurlijk wel dat overlast voor omwonenden niet toeneemt en dat de veiligheid gegarandeerd blijft. ‘Gemeenten moeten waken over het algemeen belang, ruimere laad- en lostijden kunnen voor een ondernemer nog zo belangrijk zijn, als de omwonenden ’s nachts niet meer kunnen slapen dan houdt het op’, aldus Van Rooijen. ‘Verder mogen tijdelijke kraampjes of terrassen vanzelfsprekend niet de loop- en evacuatieroutes blokkeren’.
Interne conflicten
Ook moet een gemeente zich realiseren dat verschillende belangen binnen een winkelgebied soms tot interne conflicten leiden. Komen de bakker die een terras wil en de concurrentievervalsing vrezende horecaondernemer er samen niet uit, dan zal de gemeente uiteindelijk de knoop moeten doorhakken, zo stelt Van Rooijen. Binnen de pilot is dat overigens niet nodig geweest.
Wijzen op digitaal loket
Eén van de deelnemende gemeenten aan de pilot was de gemeente Leidschendam-Voorburg die het historische winkelgebied in het Huygenskwartier Voorburg als proefgebied had aangemeld. Centrummanager Jacq Cornelissen is positief over de resultaten. De gemeente was volgens hem al voordat de pilot begon met de stofkam door de regelgeving gegaan, dus de startpositie was goed. ‘Tijdens de eerste bijeenkomst die we met alle betrokken hadden belegd konden we ter plekke al veel zaken oplossen door bijvoorbeeld te wijzen op het eerder ingestelde digitale gemeenteloket. Veel aanwezigen wisten niet dat het aanvragen van vergunningen hierdoor tegenwoordig binnen een paar dagen tot weken kan zijn afgerond.’
Jaarvergunning evenementen
Meest in het oog springende onderdeel binnen Voorburg was het experiment om een jaarvergunning voor terugkerende (kleinere) evenementen in te stellen. Het bundelen van alle voorziene braderiëen, festivalletjes of (kerst)markten werd door alle partijen als pure winst ervaren, aldus Cornelissen. ‘Voordeel is niet alleen de tijdwinst doordat de ondernemers nu bij wijze van spreken niet meer voor elke losse kraam een vergunning hoeven aan te vragen, maar ook dat ze aan het begin van het jaar al concreet na denken over welke evenementen ze wanneer willen plannen. De gemeente tekent deze in op een kaart, waarop ook de noodroutes en andere belangrijke randvoorwaarden staan aangegeven. Dat geeft overzicht’.
Winkeliers beslissen
Belangrijk is wel dat niet alles aan het begin is dichtgetimmerd, dat er gaandeweg het jaar plaats blijft voor nieuwe onvoorziene evenementen. Als deze passen binnen de contouren van de jaarvergunning - dus geen grootschalige evenementen met 10.000 bezoekers- dan hoeven ze dus alleen maar te worden aangemeld.’ Nieuw daarbij is dat de winkeliersvereniging zelf dan een beslissing neemt over het aangemelde evenement. Tot onderlinge ruzie heeft dit niet geleid, aldus Cornelissen.Hij gaat ervan uit dat het experiment een vervolg krijgt. ‘De planning voor volgend jaar wordt al gemaakt’.
Cutuurverandering
Ook Van Rooijen denkt dat de pilot een vervolg zal krijgen. ‘We hebben het nooit zo aangekondigd, maar we hopen en zien ook al dat de pilot binnen gemeenten tot een blijvende cultuurverandering heeft geleid: van een regelgerichte werkwijze naar een meer ondernemingsgezinde benadering.’
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.