Rotterdam kan van koppositie niet genieten

Wethouder Maarten Struijvenberg (Leefbaar Rotterdam, Financiën) van de gemeente Rotterdam lijkt niet onder de indruk van het feit dat zijn gemeente van alle grote gemeenten het best scoort op financiële gezondheid. Zo blijkt uit zijn reactie op de dinsdag gepubliceerde BDO-Benchmark Nederlandse Gemeenten. Volgens Struijvenberg is de rek eruit.

Gezonde gemeente

Dinsdag bleek dat Rotterdam in de jaarlijkse BDO-benchmark de koppositie van de gemeente Tilburg had overgenomen. De Zuid-Hollandse stad heeft in de begrotingen van 2023 tot en met 2027 in totaal een positief begrotingssaldo van € 314.250.000,-. Daarnaast zit de gemeente op een eigen vermogen van 2,8 miljard, en is er sprake van een relatief lage schuldquote. Dit met gemeentebelastingen die uitkomen op het landelijk gemiddelde. Rotterdam scoort als enige grote gemeente nog het rapportcijfer '10', terwijl de rest van de lijst wegzakt.

Steeds moeilijker

Gevraagd om een reactie op het voor de gemeente mooie resultaat geeft het college bij monde van wethouder Struijvenberg aan ondanks alles niet gerust te zijn op de financiële uitgangspositie. 'Als Rotterdam blijven we ons inzetten voor een sluitende meerjarenbegroting. Zo verlagen we onder andere de uitgavenkant oplopend tot 50 miljoen per jaar. Maar dat is wel eindig. De rek is eruit.' Struijvenberg zegt dat het steeds moeilijker wordt om de begroting sluitend te krijgen. Hij wijst naar het rijk en daagt de regering uit om met oplossingen te komen. 'Het vooruitschuiven van een concrete en duurzame oplossing voor het ravijnjaar 2026 is onverantwoord en niet uit te leggen. De problemen die het rijk lokaal denkt op te lossen, zijn onhaalbaar vanwege de gebrekkige financiële slagkracht van gemeenten.'  

'Oneigenlijke keuzes'

Net als de onderzoekers van BDO voorspelt Struijvenberg een toekomstscenario waarin gemeenten 'oneigenlijke' keuzes moeten maken. 'Onvoldoende middelen vanuit het Rijk leiden op termijn tot bijvoorbeeld het sluiten van zwembaden en het verminderen van armoedebestrijding. Net nu er juist geïnvesteerd moet worden om maatschappelijke problemen en opgaven het hoofd te bieden. Denk ook aan woningbouw of de energietransitie. Het is daarom van groot belang dat het nieuwe kabinet de lange termijn vooropstelt en stopt met tijdelijke lapmiddelen als kortingen.'