Advertentie
financiën / Achtergrond

Riskante wereld voor ABP

Rijk, machtig, innovatief. Pensioenfonds ABP heeft veel geld en een ijzersterke reputatie. De ambities zijn groot, evenals de risico’s. De kredietcrisis tast ook de ambtenarenpensioenen aan. Profiel van een pensioenreus. 

30 januari 2009

In een jaar kan veel veranderen. Eind 2007 had het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds 217 miljard euro in kas; 62 miljard méér dan nodig om aan alle pensioenverplichtingen tot in de verre toekomst te voldoen. Er was genoeg geld om de pensioenen te indexeren, en zelfs voor ‘na-indexatie’ van eerdere jaren. Ter gelegenheid van de verzelfstandiging van vermogensbeheerder APG kregen gepensioneerden in maart nog een extraatje van driehonderd euro.

 

En toen kwam de kredietcrisis. De nieuwe jaarcijfers voor 2008 geven geen vrolijk beeld. Eind september, nog voor de kredietcrisis echt toesloeg, was het jaarrendement al -10 procent. De laatste drie maanden hebben dat resultaat drastisch omlaag gebracht, en daarmee ook het langjarig rendementsgemiddelde. Twijfels rijzen over de veiligheid van de pensioenen. Voor prijsindexatie en extraatjes is geen ruimte.

 

ABP moet voor 1 april een herstelplan klaar hebben. Daarin moet het pensioenfonds de Nederlandsche Bank uitleggen hoe het binnen drie jaar op een acceptabele dekkingsgraad denkt te komen van minimaal 105 procent en op termijn 125 procent, de door de toezichthouder gehanteerde grens waarbij het vermogen van een pensioenfonds een kwart groter is dan alle pensioenverplichtingen. Het is een forse opgave. Als de financiële markten in mineur blijven en de rendementen teleurstellen, moeten de premies omhoog en de pensioenen omlaag.

 

'De wereld is een stuk riskanter geworden,’ zegt Jean Frijns met gevoel voor understatement. Hoogleraar beleggingsleer Frijns was tot 2005 de beheerder van de ABP-miljarden. Dat deed hij twaalf jaar. In die periode werd ABP losgeweekt van de overheid (in 1996) en kreeg een eigen bestuur van werkgevers en vakbonden die voortaan de strategie van het pensioenfonds bepaalden.

 

Onder het nieuwe bewind en met Frijns aan het roer ging het beleggingsbeleid van ABP flink op de schop. Zat in 1990 ruim tachtig procent van het vermogen in ‘vastrentende waarden’, zoals obligaties, tien jaar later was dat gehalveerd. ABP ging fors in aandelen, die nu zo’n veertig procent van de totale beleggingen uitmaken. Een logische keuze, aldus Frijns. ‘In de jaren tachtig was de rente twaalf procent. We konden de pensioenpremies verlagen en toch voldoende vermogen opbouwen. Toen de rente begon te dalen, waren er twee keuzes: of in weinig renderende obligaties blijven en de premies sterk verhogen of meer risico’s nemen zodat je meer rendement maakt.’

 

De aankoop van risicovolle aandelen pakte goed uit. Tot 2000 boekte ABP (anno 1922) bijna jaarlijks rendementen van dubbele cijfers. De eerste hobbel kwam met de internetzeepbel, die het rendement over drie jaar deed dalen. Vanaf 2003 ging het weer crescendo. Het belegd vermogen groeide weer met dubbele cijfers tot boven de 200 miljoen euro, waarmee ABP, het derde pensioenfonds ter wereld is. Er werden kantoren geopend in New York en Hongkong, dichtbij de Amerikaanse en Aziatische financiële markten.

 

Besmet

 

Door de kredietcrisis is de dekkingsgraad van ABP omlaag gedoken tot het niveau waarop de pensioenverplichtingen ternauwernood kunnen worden voldaan. Vorig jaar werd de kans op een dergelijke calamiteit op slechts één procent geschat. Nu worden vragen gesteld over het beleggingsbeleid. Ditmaal niet over duurzaamheid of clusterbommen, maar of er wel genoeg geld in kas is. Waarom stak ABP via Fannie Mae en Freddie Mac 11 miljard euro in de besmette Amerikaanse huizenmarkt? Waarom schreef ABP in juni vorig jaar fors in op een aandelenemissie van het in financiële problemen verkerende Fortis?

 

Natuurlijk heeft ABP de antwoorden klaar. De Fortisaandelen waren aantrekkelijk geprijsd en de directie had plannen voor financiële gezondmaking. De obligaties van de Amerikaanse hypotheekbanken hebben vorig jaar een mooi rendement opgeleverd bij een beperkt risico omdat, zoals verwacht, de Amerikaanse overheid zich garant stelde voor Freddie en Fannie. En: de huidige lage dekkingsgraad is niet alleen te wijten aan slecht renderende aandelen, maar ook aan de lage rente. Daardoor groeit het vermogen te langzaam en daalt de dekkingsgraad. Het maakt voor de pensioenverplichtingen tenslotte veel uit of de honderd euro van vandaag volgend jaar 102 euro is of 105.

 

ABP wijst ook naar de effecten van nieuwe wetgeving die pensioenfondsen dwingt om direct in te grijpen als de markten ‘tegen zitten’. De dekkingsgraad wordt namelijk berekend tegen de marktwaarde van de beleggingen. Pensioenfondsen, die per definitie over de lange termijn gaan, worden ten onrechte afgerekend op de korte termijn, is het verweer.

 

Tegenstrijdige belangen

 

Verantwoordelijk voor het beleggingsbeleid van ABP is het pensioenfondsbestuur van werkgevers en vakbonden onder leiding van Elco Brinkman. Bijgestaan door externe deskundigen bepaalt het bestuur hoe het geld wordt belegd, of er wordt geïndexeerd en hoe hoog de premies moeten zijn. In de praktijk is het besturen van een pensioenfonds een complex samenspel van vaak tegenstrijdige belangen van werkgevers, werknemers, gepensioneerden en – in het geval van ABP – de overheid.

 

Een hoofdrol bij de besluitvorming over de investeringen is weggelegd voor de vermogensbeheerders die de miljarden van het pensioenfonds beleggen. Bij vermogensbeheer, sinds vorig jaar ondergebracht in het zelfstandige bedrijf APG (zie kader) zitten de financiële breinen die de feitelijke beslissingen over het geld nemen. Zij moeten zorgen voor de mooie rendementen, zodat er jaarlijks geïndexeerd kan worden en de premies niet hoeven te stijgen. En dat is een boodschap die zowel werkgevers, werknemers als gepensioneerden graag horen. Want de premie is al zo hoog. Twintig procent van de loonkosten van een ambtenaar of onderwijzer gaan naar ABP. De werkgevers betalen daarvan zo’n zeventig procent.

 

De status van ABP in de financiële wereld is groot. Vanwege het enorme vermogen, waardoor overal in de wereld de rode loper uitgaat voor de vermogensbeheerders uit Nederland. Vanwege de goede naam van het Nederlandse pensioenstelsel. En vanwege de uitstekende pensioenregeling die wordt geboden, zelfs al is de riante, maar onbetaalbare eindloonregeling enkele jaren geleden omgezet in een middelloonregeling. Recent won ABP prijzen voor het beste Europese pensioenfonds en de beste communicatie met deelnemers.

 

‘Veel andere fondsen kijken naar wat ABP doet’, zegt onafhankelijk vermogensbeheerconsultant Frits Bosch. ‘ABP koopt zelfs muziekrechten. Dat is vernieuwend. In de pensioenwereld betekent omvang macht. Je kunt meedoen aan de beste beleggingsvoorstellen en de kosten van de pensioenuitvoering blijven relatief laag. Probleem is wel dat als je zó groot bent, je gedwongen bent overal in te zitten. Dus ook in Fortis.’

 

Prestaties

 

Objectief laten de prestaties van ABP zich lastig meten. Het fonds scoort goed met lage kosten, maar dat is logisch met zo’n groot vermogen. Verschillen in wetgeving, beleggingsstrategie en – het belangrijkste – de opbouw van het deelnemers- en gepensioneerdenbestand maken vergelijkingen met andere fondsen onzuiver.

 

ABP is een ‘rijp’ pensioenfonds, met veel oudere werknemers en veel gepensioneerden. In 2007 kwam 6,6 miljard aan pensioenpremie binnen en werd 6,5 miljard uitgekeerd. Op het totale vermogen van bijna tweehonderd miljard zijn dat relatief kleine bedragen. Verhoging of verlaging van de premie heeft daardoor weinig invloed op de totale dekkingsgraad. ‘De hoogte van de pensioenpremie ligt bij ABP in beton gegoten; alleen grote schommelingen hebben effect op de dekkingsgraad,’ zegt Guus Boender, directeur van Ortec Finance dat pensioenfondsen helpt bij het analyseren van risico’s. ‘Bij ABP draait alles, tot de laatste molecuul om een goed rendement. Daar hebben ze uitzonderlijk goede mensen voor nodig, en die hebben ze ook.’

 

Vanaf 2011 gaat ABP meer pensioen uitkeren dan er aan premie binnenkomt. Het plaatst het pensioenfonds voor een lastige opgave. ABP moet hoge rendementen maken om de pensioenen te kunnen blijven betalen tegen een redelijke premie. Tegelijk leert de beleggingslogica dat het belang in aandelen moet worden afgebouwd als de jaarlijkse betalingsverplichtingen toenemen. ‘Als een fonds grijzer wordt, moet je structureel minder risico nemen,’ zegt Jean Frijns. ‘Misschien moet je dan aandelen afbouwen, maar dat moet je natuurlijk niet op het slechtste moment doen.’

 

‘ABP kan het zich niet permitteren om níet in risicovolle beleggingen te zitten,’ meent Paul Boerboom van pensioenconsultant Avida International. ‘Tegelijk moet je je afvragen of ABP bepaalde risico’s niet moet afdekken en omzetten in échte zekerheid. Toen de dekkingsgraad enkele jaren geleden heel hoog was, had ABP ervoor kunnen kiezen om een deel van de verplichtingen minder risicovol weg te zetten. In plaats daarvan is de premie verlaagd. En dat heeft te maken met de bestuurlijke dynamiek van pensioenfondsen. Werkgevers en vakbonden hebben belang bij lage premies.’

 

Ambitie

 

Het officiële rendementsdoel van ABP ligt sinds kort op vier tot viereneenhalf procent boven de loonstijging. Het is een ambitieuze doelstelling, die mede is te danken aan directeur vermogensbeheer Roderick Munsters, de opvolger van Frijns, die de voorgaande doelstelling van drie procent twee jaar geleden ‘een magere ambitie’ vond. Het betekent dat er meer geld moet naar aandelen, private equity, hedgefondsen en exotische beleggingsproducten. Meer risico dus. Hoogleraar financiële markten Arnoud Boot heeft daar zijn bedenkingen bij. ‘Als ABP de afgelopen twintig jaar niet in aandelen was gegaan, had het er nu beter voor gestaan.’

 

Boot vindt het belangrijk dat het pensioenfonds meer duidelijkheid verschaft over de risico’s van de pensioenbeleggingen. ABP wekt volgens hem onterecht de indruk dat de pensioenen veilig en gegarandeerd zijn. ‘Als je alle deelnemers een vooraf gedefinieerd pensioen wilt geven, moet je minder risicovol beleggen dan ABP doet. Als de opbrengsten van de beleggingen te laag zijn, moet toch ergens geld vandaan komen. Dan blijft de indexatie achterwege, of worden pensioenen verlaagd. Het reële risico van te lage rendementen ligt bij de pensioengerechtigden. Communiceer dat dan ook.’

 

ABP-bestuurder Xander den Uyl, bondsecretaris van AbvaKabo, ziet vooralsnog geen reden om de beleggingsmix drastisch te wijzigen. ‘De extreme situatie waarin we nu zitten, moet niet het referentiepunt zijn. Als je uitgaat van de lange termijn, blijft het goed om veel in aandelen te zitten. En daarbij hebben we de ambitie om de markt te verslaan’ zegt Den Uyl. ‘Het is simpel: als we al ons vermogen in obligaties stoppen, moeten we de premies verdubbelen om dezelfde pensioenen te garanderen.’

 

Exploderen

 

ABP weet alle ogen op zich gericht. Niet alleen van de 2,6 miljoen ambtenaren en gepensioneerden. Pensioendeskundigen in eigen land en daarbuiten bestuur.’volgen de bewegingen van het fonds nauwlettend.' Nederland heeft het best ontwikkelde pensioenstelsel in de wereld en ABP is daarbinnen de grootste partij,’ zegt Keith Ambachtsheer, internationaal gerenommeerd pensioendeskundige en directeur van het Rotman International Centre for Pensions Management van de Universiteit van Toronto.

 

Volgens de Canadees van Nederlandse afkomst is de belangrijkste uitdaging voor ABP om het bestaande pensioensysteem met gegarandeerde middelloonregeling om te bouwen naar een toekomstvast systeem waarin werkende jongeren niet langer hoeven op te draaien voor (bijna-) gepensioneerde ouderen.

 

‘ABP moet naar een tweeledig systeem, waarbij de pensioenen van jongeren risicovol worden belegd, terwijl de pensioenen van de oudere werknemers minder risicovol worden vastgelegd. Het moet voor de deelnemers duidelijk worden dat een deel van hun pensioen vastligt en geen risico draagt, terwijl een deel risicovol is en misschien niet haalbaar als de rendementen achterblijven. Officieel liggen nu de pensioenen vast, en de premie niet, maar eigenlijk is het al lang andersom, ook bij ABP. Dat hoeft niet erg te zijn. Het alternatief is dat de premies exploderen. En wie gaat dat betalen?’

 

Waar zit het geld van ABP?

 

Nederland - ABP krijgt kritiek dat het te weinig in Nederland belegt. Als een groter deel van het vermogen hier wordt geïnvesteerd zou dat een impuls voor de Nederlandse economie zijn. Momenteel heeft ABP vijf procent van zijn vermogen in Nederland belegd. Het fonds heeft aangekondigd in Nederlandse infrastructuur te willen beleggen.

 

Clusterbommen - Na de discussie over in de wapenindustrie belegde pensioengelden heeft ABP zijn belang in de wapenindustrie afgebouwd. Er wordt niet direct in de defensie-industrie belegd, maar indirect is dat nauwelijks te controleren. Financiële instellingen waarin ABP belegt, kunnen op hun beurt weer beleggen in de wapenindustrie.

 

Olie - ABP wil duurzaamheidsfactoren meenemen bij zijn beleggingsbeslissingen. Gegeven de omvang van het vermogen en de noodzaak tot spreiding is dat lastig. ABP is wel verplicht om te investeren in vervuilende bedrijven. In de topvijf aandelenbeleggingen zitten drie oliebedrijven: ExxonMobil, Shell en BP. Via het aandeelhouderschap probeert ABP milieukwesties bij bedrijven hoger op de agenda te krijgen. De harde beleggingen in groene bedrijven maken één miljard uit van het totale belegde vermogen.

 

Hedgefonds - Zo’n vijf procent van het vermogen zit in risicovolle beleggingen via private equity en hedgefonds, instellingen die beroemd en berucht zijn geworden door hoge rendementen gebaseerd op hoge schulden, en die door de kredietcrisis hard zijn getroffen. ABP is voor de helft eigenaar van Alpinvest, dat in niet-beursgenoteerde bedrijven belegt. Dat kan hoge rendementen opleveren en hoge bonussen voor de managers van Alpinvest. De top van Alpinvest verdiende in 2007 112 miljoen euro.

 

Muziek - ABP kocht vorig jaar voor 140 miljoen euro enkele muziekcatalogi van Universal Music Group, met liedjes van onder meer Justin Timberlake, Bon Jovi en Madonna. De investering past in het innovatiebeleid van het pensioenfonds.

 

Twee handen op één buik

 

Sinds maart vorig jaar is het vermogensbeheer van ABP ondergebracht in een zelfstandig bedrijf: APG. ABP is enig aandeelhouder en belangrijkste klant. APG krijgt de ruimte om ook voor andere pensioenfondsen te beleggen. Hoewel ABP en APG twee handen op één buik zijn, moeten de twee strikt gescheiden naar buiten treden. Zo mag directeur vermogensbeheer Roderick Munsters van APG geen uitspraken doen over het vermogen van ABP, maar hooguit over de portefeuille van APG, ook al zijn die twee onlosmakelijk verbonden.

 

Volgens hoogleraar Arnoud Boot brengt de splitsing ABP-APG het risico met zich mee dat er een groter gat ontstaat tussen het pensioenbestuur en de mensen die dagelijks over het geld gaan. ‘APG is de exclusieve uitvoerder voor ABP, maar wil tegelijk nieuwe klanten binnenhalen, ingewikkelde dingen doen. Ik vraag me af of dat in het belang is van de pensioengerechtigden. Formeel bepaalt weliswaar het pensioenbestuur hoe APG belegt, maar de echte macht ligt natuurlijk bij APG. Daar zitten alle goede mensen die verstand hebben van pensioenen en beleggen.’

 

Dat is uiteraard niet het beeld dat het pensioenbestuur heeft. ‘De vermogensbeheerders hebben de kennis, maar wij bepalen het beleggingsbeleid’, zegt ABPbestuurder Xander den Uyl. ‘Dat leggen we vast in een jaarlijks beleggingsplan dat door APG wordt uitgevoerd. Wij gaan niet die duizenden transacties apart beoordelen, maar we krijgen een uitgebreide rapportage over de performance en bijzondere transacties komen altijd langs het bestuur.’

 

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie