Advertentie
financiën / Nieuws

Raadslid toch welkom in rekenkamer

De Nederlandse Vereniging van Rekenkamers en Rekenkamercommissies (NVRR) schrijft in een reactie op het wetsvoorstel Wet versterking decentrale rekenkamers dat ze vinden dat raadsleden toch welkom zijn in een rekenkamer. Minister Ollongren van Binnenlandse Zaken stelt in het wetsvoorstel voor dat elke gemeente een onafhankelijke rekenkamer moet hebben, dus zonder raadsleden erin. De NVRR, tot voor kort voorstander van zo’n model, steunt de minister daarin niet langer.

05 september 2018

De Nederlandse Vereniging van Rekenkamers en Rekenkamercommissies (NVRR) komt terug op haar oorspronkelijke standpunt dat raadsleden geen lid meer zouden mogen zijn van een lokale rekenkamer. Zolang de meerderheid maar uit externen bestaat, is het geen probleem.

Dat schrijft de NVRR in reactie op het wetsvoorstel Wet versterking decentrale rekenkamers. Minister Ollongren van Binnenlandse Zaken stelt in dat wetsvoorstel voor dat elke gemeente een onafhankelijke rekenkamer moet hebben, dus zonder raadsleden erin. De NVRR, tot voor kort voorstander van zo’n model, steunt de minister daarin niet langer.

Compromis
De NVRR maakt de ommezwaai, omdat binnen de vereniging verschillend wordt gedacht over de participatie van raadsleden in een rekenkamer. ‘Sommige leden vinden dat gemeenteraden zelf moeten kunnen uitmaken of en hoeveel raadsleden er in een rekenkamer zitten en andere leden vinden het niet passend dat er raadsleden in rekenkamers zitten’, aldus het NVRR-bestuur. Dat kwam ‘na een lang debat’ tot de slotsom dat de wetgever het lidmaatschap van raadsleden niet zou moeten verbieden, maar wel aan regels zou moeten binden. Zo is het volgens het bestuur, gelet op de onafhankelijkheid, essentieel ‘dat als een gemeenteraad besluit raadsleden aan de rekenkamer toe te voegen, deze binnen een rekenkamer altijd een minderheid vormen en dat ook de voorzitter altijd extern is.’ Het standpunt is een compromis tussen verschillende opvattingen, maar volgens de NVRR wel een ‘werkbaar compromis’.

Vage status
Ollongren stelt in het wetsvoorstel voor raadsleden geen volwaardig lid meer te laten zijn van een rekenkamer, maar ze wel mogelijkheid open te laten ze als adviseur toe te voegen aan een rekenkamer. Zo’n constructie ziet het NVRR-bestuur niet per definitie in strijd met het eigen voorstel, maar vindt de status van zo’n adviseur ‘wat vaag’. Zo is niet duidelijk welke rechten en plichten die adviserende raadsleden hebben. ‘Vanuit het perspectief van onafhankelijkheid van de rekenkamer lijkt het ons verstandig als de rekenkamer daarbij zelf de spelregels bepaalt en deze vastlegt in haar huishoudelijk reglement.’

Zesjarig budget
In het wetsvoorstel wordt de vaststelling van het budget van een rekenkamer overgelaten aan de gemeenteraden. Om nu te voorkomen dat gemeenteraden van die vrijheid gebruik maken om rekenkamers geen of weinig budget te geven of naar aanleiding van een slecht gevallen rapport in het budget te snijden, dringt de NVRR aan op een aantal procedurele waarborgen. Die zouden het “niet handelen in geest van de wet” moeten kunnen voorkomen. Om die reden stelt de vereniging voor het budget van een rekenkamer voor een periode van zes jaar vast te stellen – parallel aan de benoemingsperiode van de leden van een rekenkamer – en in de verordening op de rekenkamer de criteria vast te leggen die de gemeente gebruikt bij het toekennen van het budget.

Onwillige gemeente
De belangrijkste reden voor de minister om tot een andere inrichting van lokale rekenkamers te komen, is het gegeven dat een aantal gemeenten er zogeheten slaaprekenkamers op nahield: ze werden op papier opgericht (waarmee in principe aan de wet werd voldaan), maar kregen geen budget. Of het wetsvoorstel aan die praktijk een einde maakt, is volgens criticasters maar zeer de vraag. Via een minimaal budget kan een onwillige gemeente ook onder de nieuwe wettelijke regeling het werk van de rekenkamer nog steeds frustreren, zelfs als die onafhankelijk is.

Reacties: 6

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Jan F. Oosterkamp / Raadslid
Het wordt hoogtijd dat raadsleden allerhande dubieuze verdachtmakingen formeel verwerpen. Als volksvertegenwoordiger hoor je nauwkeurig te waken over de eigen integriteit. Binnen de constitutionele regels mag geen ruimte ontstaan, en zeker niet op nationaal niveau genomen worden, voor de destructieve functie van verdachtmakingen.

Het zou de Nederlandse Vereniging van Raadsleden sieren als zij hier pro-actief achter haar leden gaat staan!
H. Wiersma / gepens.
Het opnemen van raadsleden in rekenkamers is hoogst ongewenst omdat:

1. rekenkamers (een deel van) hun onafhankelijkheid kunnen verliezen. In feite gaan slagers hun eigen vlees keuren.

2.. raadsleden bij de behandeling van de begroting/rekening in de Gemeenteraad onder ongewenste (rekenkamer) druk kunnen komen te staan.

3. de Rekenkamer loopt met de opname van raadsleden bovendien het risico te worden gepoliticeerd.

Raadsleden hebben bovendien voldoende gelegenheid in raadscommissies en gemeenteraden om hun oordeel over begrotingen en rekeningen te geven. Kortom, gewoon niet doen!
John Struijs / burgerraadslid
De gemeenteraad heeft een controlerende functie

De rekenkamer heeft een controlerende functie

Samen staan zij sterk met gem.raadsleden + externe leden.

Wat hier soms genoemd wordt van slager keurt zijn eigen vlees is onzin, dat zou nl het geval zijn als leden van college B&W en ambtenaren de mogelijkheid van lidmaatschap rekenkamer hebben.
Els Boers, Krachtig Lokaal Bestuur / adviseur, auteur
Een stap in de goede richting, of het een meerderheid mag zijn of niet laat dat ook vooral aan de gemeenteraad zelf. Bij sommigen kan het juist goed werken en bij anderen niet, het hangt van de personen en de cultuur van de gemeente af. Juist de mogelijkheid om met een meerderheid van raadsleden het op te pakken is het mij gelukt om slapende rekenkamers wakker te maken. Keuzevrijheid is een groot goed juist voor gemeenten!

Het blijft bijzonder dat een vereniging niet achter al hun leden staat maar een vereniging lijkt te zijn met leden die andere leden de wet wil voorschrijven.
K.M. Schaap / afdelingshoofd burger- en bestuurlijke zaken
Hou toch een keer op met het instellen van controlelampjes voor als de controlelampjes het niet oden.
Wim Vreeswijk / Belastingadviseur
Het is volkomen terecht dat de Nederlandse Vereniging van Rekenkamer (NVRR) terug komt op haar oorspronkelijke standpunt dat (gekozen) raadsleden geen lid meer zouden mogen van de lokale rekenkamer. De gemeenteraad is nl. het allerhoogste bestuursorgaan van de gemeente. Hoger dan het College van B & W omdat dit slechts uitvoerend is en het college ondergeschikt is aan de democratisch genomen besluiten door de gemeenteraad. Het is juist zeer belangrijk als er intensief gecontroleerd wordt op de meerwaarde van al die subsidies aan verenigingen en stichtingen. Volgens de voorjaarsnota 2018 van de gemeente Utrecht, die een terugblik geeft over 2017 is gebleken dat er maar liefst 214,7 miljoen is uitgedeeld aan 2527 stichtingen en verenigingen, hetgeen neerkomt op 800 euro per Utrechter wat nu weggesluisd kan worden in achterkamertjes naar allerlei politieke vriendjes. Het besluit van Minister Ollengren van Binnenlandse Zaken van 'Democraten'66 om in alle 380 gemeentes een onafhankelijke/ongekozen rekenkamer, zonder inspraak van gekozen raadsleden, voor te stellen is dan ook, wellicht dankzij de NVVR nu teruggedraaid !
Advertentie