Advertentie
financiën / Column

Prijs

Gemeenten kunnen meedoen aan vele wedstrijdjes om prijzen te winnen, maar Jan Verhagen vraagt zich af of dat niet ten koste gaat van de inwoners. Prijzen kosten namelijk ook geld.

28 augustus 2015

28 gemeenten dingen mee naar de Autodeel Award, voor het beste stimuleren van het autodelen. Er bestaat een prijs voor de klantvriendelijkste gemeente met de beste dienstverlening. Er is een prijs voor de groenste stad van Nederland, en één voor het groenste dorp. Een citymarketingtrofee voor grote gemeenten, en één voor kleinere gemeenten. Een best-gejat-prijs. Er is een prijs voor de gemeente met de beste sociale dienst. Een prijs voor de gemeente die het beste scoort op topsport. Een hengelsport­hoofdstad. Een fietsstadverkiezing. Een bokaal voor het beste jeugdbeleid. Een beste gemeentelijke werkgever. Een trofee voor het beste jaarverslag. Een voor gemeente die zijn rekeningen het snelste betaalt. En veel gemeenten willen de laagste lokale lasten van het land hebben.

Hartstikke leuk natuurlijk, die wedstrijdjes. Leuk voor de organisatoren. Ze scoren gratis publiciteit. En, nog belangrijker, ze bereiken dat veel gemeenten enorm hun best doen om die prijs te winnen. Leuk ook voor de wethouders en de ambtenaren om eraan mee te doen. Zo’n wedstrijd geeft toch een extra stimulans. En als de prijs gewonnen wordt is dat een mooie erkenning voor al het werk dat de gemeente doet.

Het winnen van een prijs geeft ook de inwoners daarom een gevoel van trots op hun gemeente. Dat jouw gemeente beter pres­teert dan alle 390 andere gemeenten! De 39 gemeenten die bij de beste 10 procent van het land horen, die doen het al heel goed. Een gemeente moet heel veel extra doen om de beste van het land te zijn. Mogelijk zelfs té veel extra. Daarbij verliezen de gemeenten uit het oog waar het eigenlijk om gaat: de inwoners.

Om één voorbeeld uit de lijst te pakken: Een gemeente moet niet als doel hebben de laagste lasten van het land te vragen, maar moet de ozb kiezen die past bij de voorzieningen die ze aan de inwoners biedt. Ongeacht de ozb die de 390 andere gemeenten vragen.

Wie betaalt die prijzen eigenlijk? De organisatoren betalen het feestje. Maar de meeste kosten dragen de gemeenten, dus de inwo­ners van de deelnemende gemeenten, met hogere lokale lasten of met te weinig voorzieningen op een ander terrein. Als de inwoners dat beseffen, is het gevoel van trots bij het winnen van een prijs direct verdwenen.

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

F. Scheerder / manager Middelen
Ja, je zou zeggen dat dit goed past bij 'marktdenken' van de liberalen: hoe groter de vraag naar publieke voorzieningen door de burgers/instellingen, hoe hoger de prijs die de burgers daarvoor moeten betalen, in dit geval een hogere OZB-aanslag. Niets meer en niet minder dan toepassing van het profijtbeginsel (in globale zin, want er staat geen rechtstreeks inviduele tegenprestatie tegenover, maar een collectiviteit van voorzieningen). Alleen jammer dat liberalen geneigd zijn de nadruk te leggen op vooral zo laag mogelijke lokale lasten en minder naar het (benodigde/gevraagde) voorzieningenniveau.
Advertentie