Minder geld voor meer doelmatigheid
Welke prikkel leidt tot effciënter werken bij de overheid? Ambtenaren denken het antwoord in het buitenland te hebben gevonden: introductie van de doelmatigheidskorting.
In een marktomgeving zorgt de concurrentie voor voldoende prikkels om doelmatiger te werken. In budgetgestuurde organisaties ontbreken zulke prikkels. De ambtelijke heroverwegingswerkgroep bedrijfsvoering stelt een kunstmatige ingreep voor: de introductie van een doelmatigheidskorting.
In met Nederland vergelijkbare landen worden volgens de ambtelijke werkgroep dergelijke doelmatigheidsmaatregelen structureel toegepast. Het gaat dan om landen als Denemarken, Finland, Zweden, Australië en Nieuw Zeeland. Het percentage van die doelmatigheidskorting ligt in alle landen tussen 1 en 2 procent.
De ambtenaren sommen maatregelen op die leiden tot een reductie van de apparaatsuitgaven van het rijk. Daarbij wordt uitgegaan van een korting van 6 procent in 2015 – te bereiken door een korting van 1,5 procent per jaar. Ook bij de decentrale overheden is dat volgens de commissie-Kalden mogelijk.
Denkbare opties voor meer doelmatigheid zijn de regionalisering van de belastinginning, verdere vorming van shared services, standaardisatie van ict-infrastructuur, schatkistbankieren en het vereenvoudigen van regelgeving. Doelmatiger werken zou bij de decentrale overheden in 2015 een structurele korting rechtvaardigen van 820 miljoen euro. Voor gemeenten komt dat neer op een korting van ongeveer 700 miljoen euro. Voor alle duidelijkheid: die komt niet bovenop de voorgestelde korting van 1,7 miljard euro, maar geldt als alternatief.
Andere maatregelen die volgens Kalden snel veel geld opleveren zijn een doelmatiger waterbeheer en het verminderen van het aantal politieke ambtsdragers met een derde. Dat laatste levert een directe besparing op de loonsom van politici van ongeveer 93 miljoen euro op. Maar deze maatregel is pas te realiseren na wetswijzigingen en nieuwe verkiezingen. Een zogeheten dualiseringscorrectie leidt tot snellere besparingen.
Met de introductie van het dualisme is het aantal raadsleden toegenomen, omdat wethouders geen deel meer uitmaken van de raad. Kalden stelt voor de raden te corrigeren voor het aantal wethouders. Door deze dualiseringscorrectie daalt het aantal raadsleden met ongeveer 1500, wat een besparing van circa 18 miljoen euro oplevert.
'Gemeenten vier keer gepakt'
De Vereniging van Nederlandse Gemeenten omarmt de decentralisatieplannen van de diverse ambtelijke werkgroepen, maar ziet die spaak lopen als gemeenten fi nancieel te veel worden uitgekleed.
Decentralisatie is volgens de koepelorganisatie alleen mogelijk als de gemeenten financieel in staat zijn die taken naar behoren uit te voeren. ‘Dat is met een aantal voorstellen uit de heroverwegingen niet het geval’, zo reageert de VNG na een eerste inventarisatie van de rapportages van de werkgroepen. De VNG wijst erop dat de gemeenten vier keer bijdragen aan de bezuinigingen van het rijk: via een korting op het Gemeentefonds, het afscha en van en korten op specifi eke uitkeringen, het overhevelen van taken naar gemeenten zonder voldoende middelen en de doorwerking van rijksbezuinigingen die leiden tot extra kosten voor gemeenten.
Te verwachten viel dat de hoogte van het aangekondigde bezuinigingsbedrag de VNG is meegevallen. Het afgelopen half jaar kregen gemeenten van hun koepelorganisatie immers voortdurend de waarschuwing rekening te houden met een bezuiniging op het Gemeentefonds van drie miljard euro. In het somberste scenario van Kalden blijkt het met 1,7 miljard euro uiteindelijk net iets meer dan de helft. VNG-directievoorzitter Ralph Pans wil van een meevaller echter niet spreken.
‘Die korting van drie miljard euro op het Gemeentefonds was gebaseerd op een theoretische doorberekening als het kabinet tot 2015 35 miljard euro zou bezuinigen. Maar ‘als’ wordt geen werkelijkheid. Er is niet één politieke partij die dat voorstelt, zelfs niet over twee kabinetsperiodes’, zegt hij.
Pans wijst de bezuiniging van 1,7 miljard euro resoluut af. ‘Kalden gaat aan een paar knoppen van het Gemeentefonds zitten draaien, zoals die van de eigen inkomsten, en komt dan op dat bedrag uit. Ja, zo kun je van alles bedenken. Wij willen snel terug naar het evenredige normeringsstelsel, waarbij gemeenten minder van Den Haag krijgen als het rijk bezuinigt en meer als Den Haag meer uitgeeft. Dat systeem is in de jaren tachtig in het leven geroepen, nadat wij onevenredig werden getro en door de bezuinigingen van Lubbers I.
De systematiek is tijdelijk buiten werking gesteld omdat het rijk bij het begin van de kredietcrisis de banken en de economie met vele miljarden extra ondersteunde. Dat voorkwam dat wij als gemeenten van die noodmaatregelen rijk werden. Dat zou moeilijk te motiveren zijn geweest. Nu dat achter de rug is, willen we een snelle terugkeer naar het oude, objectieve systeem van samen de trap op in goede tijden en samen de trap af in moeilijke tijden’, zegt hij.
Maandag 12 april houdt de VNG een speciaal ingelast congres in Amersfoort om met gemeenten te discussiëren over de voorstellen van de heroverwegingswerkgroepen.
Dat zullen politici niet snel doen, zeker niet de meer populistisch ingestelde politici en zeker niet met de verklaring: ‘U wilde toch minder ambtenaren?’ Bijna 60 procent van de ambtenaren is werkzaam in het onderwijs, bij de politie of rechterlijke macht. Politici die aangeven dat zij het aantal ambtenaren fors willen terugbrengen, geven ook aan dat zij juist extra willen investeren in onderwijs en veiligheid. Meer politie, meer straffen, meer gevangenissen, kleinschalig, hoogwaardig en toegankelijk onderwijs.
Om deze ambities waar te maken, zal het aantal ambtenaren (agenten, toezichthouders, rechters, cipiers, leraren, etc.) uitgebreid moeten worden. Je kan ambtenaren ontslaan, maar dat wil nog niet zeggen dat dit snel geld oplevert. De overheid is immers ‘eigen risicodrager’, wat betekent dat de werkloosheidsuitkeringen aan ambtenaren door de overheid zelf bekostigd worden. Daarbovenop komt de verplichting om ontslagen ambtenaren een reïntegratietraject aan te bieden.
De kans dat een groot deel van de ontslagen ambtenaren op eigen kracht een andere baan vindt is - gelet op het economische klimaat en het feit dat het aantal vacatures binnen de overheid nu al fors afneemt - niet reëel. Overheden blijven zitten met financiële verplichtingen voor ontslagen ambtenaren die vaak doorlopen tot jaren na de kabinetsperiode. Ambtenaren zijn een middel. Geen doel.
Het gaat er uiteindelijk om dat de overheid de juiste dingen doet tegen zo laag mogelijke kosten. Dit veronderstelt een visie op onze maatschappij, op de toegevoegde waarde die de overheid kan leveren en op de rol die burgers en andere partijen in onze samenleving vervullen. Deze visie levert een verhaal waarmee politici aan burgers kunnen uitleggen waarom zij het ene doen en het andere laten. Een visie die hard nodig is in tijden waarin de overheid forse bezuinigingen moet doorvoeren. Een visie die op langere termijn wellicht kan leiden tot 30 procent minder ambtenaren.