Methode herverdeling gemeentefonds rammelt
De G4 zijn uiterst ontevreden over het voorstel tot herverdeling van het gemeentefonds. Uit een contraexpertise die de G4 hebben laten uitvoeren, blijkt dat de onderzoeksmethode voor de herverdeling rammelt. Maar ook de minister laat steken vallen.
De G4 zijn op zijn zachts gezegd not amused over het voorstel tot herverdeling van het gemeentefonds. Gezamenlijk gaan Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht er structureel 142 miljoen euro op achteruit. Dat doen geen recht aan de grootstedelijke opgaven waarvoor de vier gemeenten staan, stellen zij. Uit een contraexpertise die de G4 hebben laten uitvoeren, blijkt dat de onderzoeksmethode voor de herverdeling rammelt. Maar ook de minister laat steken vallen.
Lange weg
‘De G4 staan voor enorme economische, sociale en financiële opgaven, die ook al voor de coronacrisis onder druk stonden. Dat zien we niet terug in deze voorstellen’, stelt de Haagse wethouder financiën Anne Mulder (VVD), namens de G4-wethouders financiën. Er is volgens de G4 nog een lange weg te gaan voordat tot een ‘passende nieuwe verdeling van het gemeentefonds kan worden besloten’. Den Haag wordt van de G4 het hardst geraakt, zij gaat er 115 euro per inwoner op achteruit.
Contraexpertise
In december zagen de G4 de bui al hangen. Zij lieten toen aan minister Ollongren van Binnenlandse Zaken (BZK) weten dat de onderzoeksmethode de G4 benadeelt. Op basis daarvan is afgesproken dat de Raad voor het Openbaar Bestuur – dat een advies moet uitbrengen over het voorstel tot herverdeling – nadrukkelijk naar de G4 zal kijken. De G4 besloten daarnaast een contraexpertise te laten uitvoeren door het econometrisch onderzoeksbureau Panteia. ‘Zij bevestigen ondubbelzinnig dat de onderzoeksmethode de G4 benadeelt, door op een verkeerde wijze om te gaan met de vaste bedragen van de G4 en met de eigen inkomsten van de gemeenten’, schrijft het college van Den Haag aan de gemeenteraad.
Bestuurlijke ingreep
Panteia heeft niet de berekeningen opnieuw gedaan, maar gekeken naar de uitgangspunten en aannamen en de betrouwbaarheid van de onderzoeksresultaten. Daarop is nogal wat aan te merken, zo concludeert Panteia. Het bureau stelt onder meer dat er bij bepaalde clusters te bestuurlijk gestuurd is op wenselijke resultaten. ‘Wij vinden een dergelijke bestuurlijke ingreep wel erg ver gaan en vragen ons af of hier toch niet een meer objectieve vaststelling van de gewichten mogelijk was geweest.’
Onacceptabel
Forse kritiek heeft het onderzoeksbureau ook op het opnemen van Specifieke Vaste Bedragen (SVB) voor de G4. ‘Het opnemen van de SVB als verklarende variabele in het model verwerpt in feite een mogelijk verband tussen objectieve gemeentelijke maatstaven en uitgaven bij de G4-gemeenten.’ De SVB waren ‘ooit een noodoplossing om het tekort schieten van het oude verdeelmodel te compenseren’, aldus Panteia, maar worden in het nieuwe model ‘als maatstaf opgenomen om de uitgaven voor eigen beleid te zuiveren.’ De ‘manco’s van het oude model’ worden in het nieuwe model gebruikt om aansluitverschillen voor de desbetreffende gemeenten te bewerkstelligen. Tegenstrijdig, onlogisch, niet verdedigbaar en onacceptabel, oordeelt Panteia. Het gevolg is dat ‘de uitgaven van onder andere de G4-gemeenten niet correct worden afgevangen door het model.’
Overevening
De herverdeling betreft zowel het sociaal domein als het klassieke domein. Volgens Panteia is sprake van een ‘ernstige aantasting van de validiteit van het verdeelmodel in het klassieke domein’. Eigen middelen van gemeenten worden in de analyse meegenomen als verklarende variabele. ‘Hiermee wordt de aanname gemaakt dat extra (niet-noodzakelijke) uitgaven c.q. eigen beleid voortkomen uit beschikbaarheid van eigen middelen.’ Hiermee wordt het kip-ei probleem niet opgelost (bepalen de inkomsten de uitgaven of andersom), maar eenzijdig benaderd zonder onderbouwing. Ook worden eigen inkomsten van gemeenten ‘overevend’ omdat verevening ook al gebeurt via het inkomstenmodel; de derde component van het verdeelmodel.
Fors verlagen
‘Los van methodiek, doen de uitkomsten van de herverdeling geen recht aan de uitdagingen waar de steden en de G4 in het bijzonder, voor staan’, schrijft het Haagse college aan de raad. In het voorstel van BZK zijn keuzes gemaakt ‘die fors ten nadele van de G4 uitvallen, maar niet uit het onderzoek voortkomen. Zo geven de onderzoekers aan dat met hun onderzoek géén uitspraak te doen is over de benodigde vaste bedragen voor de G4. Toch besluit BZK de bedragen van de G4 voor Amsterdam en Rotterdam fors te verlagen en voor Den Haag en Utrecht af te schaffen.’
Koek groter
Wethouder Mulder benadrukt dat herverdelen van de schaarste niet oplost. 'Een nieuw kabinet zal echt moeten zorgen dat gemeenten meer financiële armslag hebben zodat we onze gemeentelijke taken voor onze inwoners kunnen uitvoeren.'
Reacties: 3
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.