Mes in gemeentelijke ontwikkelingssamenwerking
De Tweede Kamer heeft het mes gezet in de financiering van gemeentelijke ontwikkelingssamenwerking.
Een meerderheid van de Kamer heeft ingestemd met een amendement van Ewout Irrgang (SP) en Klaas Dijkhoff (VVD) waarin het budget van 5,5 miljoen euro voor 2011 wordt overgeheveld van het LOGO South-programma naar Aidsbestrijding. Via LOGO South werken 50 Nederlandse gemeenten en waterschappen aan de versterking van het lokaal bestuur in 17 ontwikkelingslanden.
Strijdbaar
Bij VNG-International, dat het budget van LOGO South beheert, is de sfeer omgeslagen van teleurgesteld naar strijdbaar, zegt directeur Peter Knip. ‘Als je het amendement goed leest, zie je dat het om een verlaging van het budget in 2001 gaat, en niet om het stopzetten. De Tweede Kamer kan ook nog niks zeggen over 2012 en verder. Ik ga er van uit dat staatssecretaris Ben Knapen van Buitenlandse Zaken gaat proberen de doelstelling van LOGO South toch te realiseren.’
Lof
‘Een week of zes geleden’ had Knapen het budget voor 2011 al toegezegd, zegt Knip. ‘Het ministerie is vol lof over het programma, we hadden de concept subsidiebeschikking al binnen.’ Voor VNG-International was dat aanleiding al afspraken te maken met beoogde partners in ontwikkelingslanden. ‘Institutionele samenwerking vergt immers continuïteit.’
Onfortuinlijk
Knip noemt het ‘buitengewoon onfortuinlijk’ dat er een meerderheid was voor het amendement. ‘Alle Kamerleden die voor het amendement waren, waren aanwezig. Van de tegenstanders waren er 4 niet. Waren ze wel aanwezig geweest, dan was het amendement afgestemd. De meerderheid in de Tweede Kamer, waaronder het CDA, is namelijk voor.’
Willekeur
Een van de overwegingen voor Irrgang en Dijkhoff om het amendement in te dienen is af te rekenen met willekeur bij gemeentelijke ontwikkelingssamenwerking. Knip: ‘Dat is het bizarre: LOGO South kanaliseert die hulp in lijn met het beleid van Buitenlandse Zaken. Door dit amendement aan te nemen stimuleer je juist wat je niet wilt bereiken.’
Badwater
Middels LOGO South stellen gemeenten en waterschappen hun expertise beschikbaar aan gemeenten in ontwikkelingslanden voor het opzetten van bevolkingsadministraties, afvalinzameling en –verwerking, het leveren van goed drinkwater en het stimuleren van lokale economische ontwikkeling. Het programma kost de rijksoverheid 5,5 miljoen euro per jaar. LOGO South is door onderzoekers van de universiteiten van Utrecht en Amsterdam positief geëvalueerd. De uitwisseling van gemeentelijke expertise levert volgens de onderzoekers een significante bijdrage aan de versterking van het lokaal bestuur in ontwikkelingslanden, dat door decentralisatie en urbanisatie voor grote opgaven staat. Knip erkent dat er ook minder goede initiatieven zijn. ‘Maar nu wordt het kind met het badwater weggegooid.’
Reacties: 31
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Via stedenbanden in heel Nederland wordt elke Euro aan belastinggeld voor OSW verveelvoudigd met euro's uit de (lokale) samenleving.
Men heeft in alle wijsheid slechts besloten om een heel goed lopend, zeer effectief en relatief zeer goedkoop programma om zeep te helpen door het geld te doneren aan een organisatie waar 75 % van het budget aan de strijkstok blijft hangen. Hoezo effectief en efficient?
Ik weet waar ik over praat want ik heb jaren zowel bij de VN als bij BuZa gewerkt. Ik werk nu bij een gemeente en heb de laatste twee jaar met heel veel plezier en voldoening aan een Logo South project meegewerkt. Het zijn zeker geen snoepreisjes naar de binnenlanden van Mali en Benin en er gaat heel veel, vooral vrije, tijd zitten in het bereiken van een goed resultaat.
Als gemeente heb je je te houden aan het bepaalde in de Awb als het gaat om het afbouwen van meerjarige subsidierelaties (redelijke termijnen en zo), de rijksoverheid mag blijkbaar om één voor twaalf gewoon de stekker ergens uittrekken. Dit is, ongeacht de inhoudelijke discussie, gewoon bijzonder onbehoorlijk bestuur en het amendement dient allleen al om die redenen teruggedraaid te worden.
Gemeenten leveren op basis van hun eigen expertise een heel concrete bijdrage aan de oplossing van allerlei lokale vraagstukken in OS landen. Projecten waarbij gebruik wordt gemaakt van Nederlandse kennis maar waarbij de partners in het Zuiden het feitelijke werk doen en eigenaar blijven van hun problemen en oplossingen. Een vorm van ondersteuning die efficiënt en resultaatgericht is ingericht, die kan rekenen op een grote eigen bijdrage van Nederlandse gemeenten en op maat wordt aangeboden aan partnergemeenten en organisaties in ruim 50 landen. Stopzetten van LOGO South in 2011 is het miskennen van de waardevolle bijdrage die Nederlandse gemeenten leveren aan het Nederlandse OS beleid!
De centraliteiten in deze metro kennen een ernstig verval. De Zuid-Afrikaanse regering heeft een macroprestatie geleverd met de realisatie van 2,7 miljoen Mandela huizen (40 m2, veelal op goedkope grond buiten de centra). Er is een enorme behoefte aan sociale woningbouw in de stedelijke centra. Nederland heeft een enorme traditie en kennis op het vlak van sociale woningbouw en stadsvernieuwing. Hier wordt een beroep op gedaan. In de 2 jaar dat we nu actief zijn zijn enorme resultaten geboekt, in een intensieve samenwerking met onze Zuid-Afrikaanse collega's. Een locale corporatie is zodanig geprofessionaliseerd dat zij de uitdaging van een grootschaliger productie aankunnen. Daarnaast is een stadsvernieuwingsplan geproduceerd voor één van de kernen in de metro (Germiston), bestaande uit een integrale visie, sectorplannen (incl. sociaal en economisch ontwikkelingsplan) en 14 onderscheiden ontwikkelingsgebieden inclusief een realisatiestrategie. Vier keer per jaar werken we in atelierverband een week samen, met de juiste specialisten aan boord. Een keer per jaar komt een deel van het Zuid-Afrikaanse projectteam naar Nederland om kennis te nemen van methoden en resultaten in Europa. De rechtstreekse uitwisseling tussen specialisten blijkt uitermate effectief. Voor 2011 staat de implementatie van een aantal ontwikkelingsgebieden op de rol. De Zuid-Afrikanen hebben een grote behoefte aan ondersteuning op het vlak van publiekprivate samenwerking, financieringsvraagstukken, programma- en projectmanagement, kwaliteitsmanagement en participatieprocessen in de stedelijke vernieuwing. Men hecht een grote waarde aan de ondersteuning door Breda en de Bredase corporaties. Nationale organisaties in Zuid-Afrika zien voornoemde resultaten als een voorbeeld voor de aanpak van urbanisatievraagstukken.
Het is bijzonder spijtig dat deze inzet nu op een cruciaal moment in Ekurhuleni ter discussie komt te staan vanwege het gewraakte amendement (voor de goede orde: het gaat voor Breda om € 80.000,-).
In mijn ogen past deze vorm van ontwikkelingssamenwerking juist heel goed in de filosofie van de huidige coalitie: met minder geld meer doen, geen geld onbestemd wegzetten, maar doelmatigheid en efficiency voorop. Uit onderzoek is gebleken dat dit bij LOGO South het geval is. Het aardige is dat Nederlandse gemeenten er zelf ook voordeel aan hebben. Door gericht te ondersteunen, ga je ook kritischer naar de eigen efficiency kijken. En er zijn waarden mee terug te nemen, waar wij vooralsnog alleen maar van kunnen dromen.
Tot slot ter relativering aan degenen die het woord "snoepreisje" in de mond nemen. Ambtenaren die participeren in dit programma worden verondersteld per atelier 60 uur van zichzelf te investeren, naast de 40 in tijd van "de baas". Dit in kantoren en vergaderzalen, en niet tussen de leeuwen en de olifanten, zoals soms gesuggereerd.
Ik hoop dat het debat over deze kwestie voortaan over feiten zal gaan, in plaats van over misplaatste ressentimenten.
Gaat de centrale overheid nu ook zelf zonder hulp van gemeentes en waterschappen de milleniumdoelen van de verenigde naties realiseren. Die doelen heeft Nederland ook onderschreven. Of mogen de gemeentes en waterschappen daar wel hun bijdrage aan leveren, zodat op dat punt Nederland wel een betrouwbare partner zal zijn.
Een goed functionerende overheid is een belangrijke randvoorwaarde voor de sociale en economische ontwikkeling van een samenleving.
Wanneer binnen een stedenband naast de samenwerking tussen de lokale overheden ook samenwerking tussen andere partijen als bijvoorbeeld scholen en ziekenhuizen plaatsvindt, kunnen de ontwikkelingen elkaar versterken.
Het vorige LOGO South programma tussen Tilburg en Same (Tanzania) heeft positieve effecten gehad. Same beschikt inmiddels over expertise op het gebied van financieel management en ICT. Same is bovendien zelf in staat die kennis weer op anderen over te dragen (train de trainer). Een goed functionerende ICT-infrastructuur met o.a. een draadloos netwerk voor toegang tot internet is één van de projectresultaten dat naast grote kostenvoordelen ook goede kansen biedt voor verdere (economische) ontwikkeling.
Met ons project dat wij samen met woningbouwcorporatie De Woonplaats hebben opgepakt zijn wij er ook in geslaagd private samenwerking te genereren. Zo wordt het project ondersteunt door o.a. Nederlandse stedenbouwkundigen, bouwbedrijven etc. Er is door deze partners reeds voor meer dan een halve ton in het project geinvesteerd door bijvoorbeeld te helpen bij het opstellen van stedenbouwkundige plannen etc. De Logo South subsidie was de aanjager van al deze activiteiten en daar dreigt dus nu een einde aan te komen. Resultaat van de recente besluitvorming is dat vele gemeenten in ontwikkelingslanden, waaronder Camdeboo, met een project zitten dat half af is. Hierbij moet worden opgetekend dat de lokale bevolking vaak erg betrokken is bij het project omdat via workshops etc samen aan het project gewerkt is (participatie, democratisering etc). Deze mensen moet nu worden uitgelegd dat ze hun veelbelovende projecten maar zelf moeten afmaken ondanks lovende evaluaties van de universiteiten van Utrecht en Amsterdam, publicaties in journals etc etc. Gaan onze parlementariers dit besluit ook zelf uitleggen aan de lokale bevolking in de ontwikkelingslanden?
Samen met de gemeenten Den Haag en Opsterland is een succesvol project uitgevoerd gericht op de implementatie van Geografisch Informatie Systemen (GIS) bij verschillende Palestijnse gemeenten (Bethlehem, Beith Sahour, Al Khadr en Tubas) op de westelijke Jordaanoever.
Dit GIS-project is uitgevoerd in samenwerking met de Israëlische gemeenten Shoam, Faradis, Nazareth, Ra’anana en Tel Aviv.
Bovenliggende hoofddoelstelling van dit GIS-project was namelijk te komen tot trilaterale samenwerking van Palestijnse, Israëlische en Nederlandse gemeenten.
Ook de Association of Palestine Local Authotities (APLA), de Union of Local Authorities Israel (ULAI), de Palestijnse en Israëlische verenigingen van gemeenten, en de Municipal Alliance for Peace (MAP), een samenwerkingsverband van APLA, ULAI en VNG-International waren intensief betrokken bij dit succesvolle Logo South project.
Dat Israëlische gemeenten en Palestijnse gemeenten door dit project tot samenwerking zijn gekomen is door medewerkers van de UNDP (United Nations Development Programme) als vrij uniek bestempeld.
Er zijn al verkennende activiteiten uitgevoerd om tot een vervolg van dit project te komen voor de periode 2011 – 2015. Zowel vanuit de Palestijnse als vanuit de Israëlische gemeenten is hierop enthousiast gereageerd.
Het zou voor alle betrokken gemeenten bijzonder teleurstellend zijn als dit succesvolle project door het wegvallen van het Logo South programma geen doorgang zou kunnen vinden.
De betrokken Palestijnse en Israëlische gemeentelijke bestuurders en hun ambtenaren hebben met deelname aan deze samenwerking hun nek fors uitgestoken. Als wij vanuit Nederland geen vervolg geven aan deze samenwerking laten we hen behoorlijk in de steek. Ik kan mij niet voorstellen dat dit wens is van ons Parlement.
Al ruim dertien jaar ben ik vanuit verschillende functies betrokken bij internationale ontwikkelingssamenwerking, waarvan de laatste zes jaar als burgemeester van de gemeente Alphen-Chaam. En ik kan met recht stellen dat de versterking van het lokaal bestuur in de partnergemeenten op basis van expertise van Nederlandse gemeenten een hoge vlucht heeft genomen en tot aanzienlijke resultaten heeft geleid.
Niet voor niets hebben de universiteiten van Amsterdam en Utrecht het LOGO South programma in een externe evaluatie een zeer positieve beoordeling gegeven. Als Millenniumgemeente is de gemeente Alphen-Chaam daarmee uiteraard bijzonder ingenomen en het is tegelijkertijd een stimulans om vooral door te gaan met de “een-op-een-samenwerking”, van gemeente tot gemeente, van burgemeester tot collega-burgemeester.
Echter het standpunt van de Kamer is een flinke streep door de rekening.
In het kader van versterking van lokaal bestuur is het project met de partnergemeente Kandi gericht op de modernisering van de burgerlijke stand. Daarbij gaat het enerzijds om het professionaliseren van de registraties van de verschillende aangiften, anderzijds worden veel activiteiten ondernomen om de inwoners van de partnergemeente door middel van (gezondheids)voorlichting en communicatie bewust te maken van nut en noodzaak tot het doen van geboorteaangifte. Immers een geboorteakte geeft recht op onderwijs, vaccinaties, identiteitsbewijzen, toegang tot microkrediet enz. en draagt op die manier wezenlijk direct en indirect bij aan de bestrijding van armoede.
Dit project, dat al enige jaren loopt, heeft grote vorderingen gemaakt maar is nog niet af.
Verder zien we dat er in veel Nederlandse gemeenten particuliere initiatieven zijn die meeliften met de activiteiten die binnen het LOGO-South programma worden ondernomen.
Initiatieven die gericht zijn op ondersteuning van het onderwijsveld, gezondheidsvoorlichting – en opvoeding, van vrouwengroepen door verstrekking van microkredieten en die daarmee ook beogen de sociaaleconomische structuur te versterken. Het effect hiervan is zeker niet te onderschatten.
Maar ik ga nu vrezen dat het besluit van de Tweede Kamer ook de inwoners van onze gemeenten zal ontmoedigen zich in te zetten voor kleinschalige en heel directe projecten.
Het zou zó fijn zijn wanneer tegenstanders van LOGO South zich een beetje zouden verdiepen in de resultaten van LOGO South.
Adriaan de Koeijer
Dit een klein ( gaat om 5, 5 miljoen, 110.000 euro, per deelnemende gemeente) maar wrang voorbeeld.
Mijn advies aan de parlementariërs die voor deze bezuiniging gestemd hebben: kijk er nog eens goed naar en laat je overtuigen door goede voorbeelden van internationale gemeentelijke samenwerking. Het rendement is hoog, het commitment is hoog en de kosten zijn bescheiden.
Als team van onderzoekers verbonden aan de Universiteit Utrecht en de Universiteit van Amsterdam hebben wij het LOGO South programma vorig jaar geëvalueerd. Naar onze mening is de samenwerking tussen gemeenten een unieke vorm van internationale samenwerking, doordat de directe uitwisseling tussen collega’s van Nederlandse en partner gemeenten centraal staat. Hierbij wordt kennis en deskundigheid uitgewisseld op de plek waar die nodig is, zonder de tussenkomst van nationale overheden. Hoewel de gemeentelijke collega’s vanuit een heel andere context opereren, begrijpen zij elkaars problemen en bouwen zij langdurige contacten op die gebaseerd zijn op wederzijds vertrouwen. Gemeentelijke uitwisselingsactiviteiten zijn ook relevant, omdat zij direct sporen met het gemeentelijke en nationaal beleid in het betreffende land. Gemeenteambtenaren zijn zeer betrokken bij deze internationale activiteiten, en steken er, van beide kanten, veel vrije tijd in. De vele reacties van de Nederlandse gemeenten op het bezuinigingsbesluit tonen hun betrokkenheid bij de samenwerking met gemeenten in landen in Afrika, Latijns Amerika en Azië aan.
Wat in de reacties nog niet goed naar voren is gekomen, is dat de gemeentelijke internationale samenwerking heel goed aansluit op één van de hoofdaanbevelingen van het WRR rapport naar internationale samenwerking (Minder pretentie, meer ambitie): namelijk dat activiteiten binnen internationale samenwerking meer gericht moeten zijn op het versterken van institutionele structuren in de landen in het Zuiden. Dat is precies wat gemeenten, met ondersteuning van het LOGO South programma, doen. In de meeste ontwikkelingslanden is sprake van voortgaande decentralisatie van het bestuur, waardoor lokale overheden meer en meer verantwoordelijkheid hebben gekregen voor kerntaken terwijl zij daarvoor de capaciteit ontberen. Gemeentelijke internationale samenwerking is bij uitstek geschikt gebleken om de capaciteit van lokale overheden in ontwikkelingslanden te versterken. De betrokken Nederlandse gemeenten versterken het lokaal bestuur in de partnergemeente, helpen bij het opzetten van systemen om belastinginning te faciliteren, verbeteren afvalverwerking en recycling, ondersteunen huisvestingsmogelijkheden en verbeteren het water management op verschillende niveaus (lokaal, nationaal en internationaal). Het is duidelijk dat het beeld van goedbedoeld hobbyisme en duurbetaalde ambtenaren reisjes, dat soms nog kleeft aan stedenbanden, totaal achterhaald is.
De LOGO South programma evaluatie heeft bovendien aangetoond dat gemeentelijke internationale samenwerking een heel efficiënte vorm van samenwerking is doordat voortgebouwd wordt op bestaande structuren (zeer lage overheadkosten); deze waarborgen bovendien de continuïteit van de activiteiten. Verder hebben projecten een belangrijke hefboomwerking omdat er lokaal verschillende typen organisaties bij de samenwerking betrokken worden (bedrijven, ngo’s, lokale onderzoeksinstituten) en gemeentelijke stafleden onderling de praktijkkennis van elkaar leren.
Het LOGO South programma, met zijn focus op een beperkt aantal landen en strategische thema’s is heel belangrijk om gemeenten de kans te geven gemeenten in ontwikkelingslanden te ondersteunen en versterken en om de projecten met initiatieven op andere schaalniveaus te verbinden waardoor de hele overheidssector versterkt kan worden (lokaal – nationaal verbindingen in water management bij voorbeeld). Alhoewel de vele reacties van de gemeenten laten zien dat er een politieke draagvlak is, kunnen en willen gemeenten, zeker in tijden van bezuinigingen, er zelf beperkt financiële middelen voor vrij maken. Financiële ondersteuning is onmisbaar om het werk van gemeenten te ondersteunen en op een goede en efficiënte manier te continueren. Juist door het langdurige karakter van de gemeentelijke banden kan voortgebouwd worden op de behaalde resultaten en kunnen de institutionele structuren daadwerkelijk versterkt worden. Wij menen daarom dat het doodzonde is dat het voortbestaan van dit programma, dat in veel opzichten juist een goed voorbeeld is van efficiënte en effectieve internationale samenwerking, in haar voortbestaan bedreigd wordt.
Prof. Dr. Isa Baud,
Hoogleraar internationale ontwikkelingsstudies, Universiteit van Amsterdam
Dr. Michaela Hordijk,
Docent/ onderzoeker internationale ontwikkelingsstudies, Universiteit van Amsterdam
Drs. Edith van Ewijk,
Promovendus, Universiteit van Amsterdam.
Dr. Paul van Lindert,
Senior docent/onderzoeker internationale ontwikkelingsstudies, Universiteit Utrecht
Dr. Guus van Westen
Docent/onderzoeker internationale ontwikkelingsstudies Universiteit Utrecht
Dr. Gery Nijenhuis
Docent/onderzoeker internationale ontwikkelingsstudies Universiteit Utrecht
Dr. Marike Bontenbal
Onderzoeker verbonden aan de Universiteit Utrecht
Het is daarom triest en onbegrijpelijk dat de Tweede Kamer met het schrappen van het LOGO South programma, het fundament onder het alom gewaardeerde proces van versterking van het lokale bestuur in 17 ontwikkelingslanden op losse schroeven zet.