Advertentie
financiën / Nieuws

Lokale politiek krijgt rijkssteun

Lokale politieke partijen krijgen na jarenlang soebatten net als de landelijke partijen subsidie. Toch is de Vereniging van Plaatselijke Politieke Partijen (VPPG) niet blij. ‘Minister Ter Horst probeert ons af te kopen.’

27 maart 2009

De Vereniging van Plaatselijke Politieke Partijen (VPPG) vond afgelopen winter gehoor bij de Tweede Kamer om een einde te maken aan de ongelijke situatie tussen de subsidiëring van landelijke en lokale politieke partijen. Minister van Binnenlandse Zaken Ter Horst (PvdA) maakte onlangs bekend dat zij gehoor geeft aan de wens van de Tweede Kamer. Voor scholing en verkiezingscampagnes wil de minister de lokale partijen nu ook subsidiëren.

 

Volgens de VPPG blijft er sprake van ‘oneerlijke concurrentie’ tussen lokale afdelingen van landelijke partijen, die direct en indirect profiteren van allerlei andere rijkssubsidiestromen, en lokale politieke partijen die dat profijt niet hebben. Landelijke partijen maken via de Wet subsidiëring politieke partijen al jaren aanspraak op rijkssubsidie.

 

‘Doel van deze wet is het in stand houden en zo mogelijk versterken van de positie van politieke partijen in het democratisch staatsbestel’, aldus het ministerie van Binnenlandse Zaken op zijn website. Het subsidiebudget is circa vijftien miljoen euro. Gerrit Voerman, directeur van het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen in Groningen: ‘Lokale afdelingen kunnen van die subsidie profiteren, bijvoorbeeld via scholing.’ De regio kende volgens Voerman daarom jarenlang een ongelijke situatie. ‘Dat was niet elegant ten opzichte van de lokale partijen.’

 

Scholing

 

Voor scholing van gemeenteraadsleden heeft Ter Horst vierhonderdduizend euro beschikbaar gesteld. Daarbij heeft zij aangegeven dat ook raadsleden van lokale politieke partijen een beroep kunnen doen op deze scholingssubsidie. Het budget wordt verdeeld naar rato van de raadszetels van alle politieke partijen die ‘tijdig’ een aanvraag hebben ingediend - naar verwachting wordt voor de zomer duidelijk hoe de regeling er precies uitziet. De hoogte van de subsidie per partij is dus afhankelijk van het aantal partijen dat een beroep op de regeling doet. Voerman wijst erop dat vier ton geen vetpot is. ‘Als de bijna negenduizend raadsleden er allemaal gebruik van maken is dat 45 euro per raadslid. Daar kun je niet zoveel mee.’

 

De koepelorganisatie van de lokale politieke partijen vindt het ‘oneerlijk’ dat de lokale afdelingen van de landelijke politieke partijen verkiezingscampagne kunnen voeren met rijkssubsidie, terwijl de lokale partijen campagnes uit eigen zak moeten betalen. Dat de lokale partijen nu ook aanspraak maken op de campagnesubsidiepot van vijfhonderdduizend euro, is volgens Gerrit Voerman vooral principieel van belang. Maar de VPPG is allerminst blij. ‘Ter Horst probeert ons hiermee af te kopen’, zegt vicevoorzitter Fons Zinken over de nieuwe subsidieregeling.

 

De VPPG wil dat de vijftien miljoen euro uit de Wet subsidiëring politieke partijen wordt verdeeld over alle uitgebrachte stemmen bij de drie binnenlandse verkiezingen (gemeentelijk, provinciaal en landelijk). Volgens de VPPG, die zich baseert op cijfers van de Kiesraad, zijn bij de drie recentste verkiezingen bijna 22,5 miljoen geldige stemmen uitgebracht. Uitgaande van vijftien miljoen euro zou elke stem 67 eurocent opleveren. De lokale partijen kregen bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2006 ruim 1,7 miljoen stemmen en waren daarmee de grootste politieke stroming. Wanneer het aantal stemmen zou zijn vermenigvuldigd met 67 cent hadden de lokale partijen ruim 1,1 miljoen euro te verdelen gehad.

 

De VPPG heeft in brieven aan de Tweede Kamer en minister Ter Horst haar onvrede over de besluiten van de minister kenbaar gemaakt. Het ministerie kon bij het ter perse gaan van dit nummer nog niet reageren op de brief van de koepelorganisatie van lokale politieke partijen.

 

Anderhalf miljoen euro steun voor lokale PvdA

 

Lokale politieke partijen krijgen geen algemene subsidies zoals landelijke in de Tweede Kamer vertegenwoordigde politieke partijen. De PvdA bijvoorbeeld krijgt verschillende ‘geoormerkte’ subsidies van het rijk. De partij ontvangt 2,2 miljoen euro plus 550 duizend euro voor het wetenschappelijk bureau en nog eens 153 duizend euro voor de jongerenafdeling. Daarnaast dragen alle PvdA-politici zo’n twee procent van hun honorarium af aan de partij. ‘Een raadslid in Heerhugowaard betaalt zo minder dan een commissaris van de koningin of een burgemeester’, zegt Jan-Jaap van den Berg, secretaris van het Centrum voor Lokaal Bestuur van de PvdA.

 

De PvdA maakt ruim een miljoen euro direct over naar de lokale afdelingen. Daarnaast is er een post van 550 duizend euro voor ‘ondersteuning’, zoals de training van (aspirant-)gemeenteraadsleden. Het geld wordt verdeeld naar het aantal leden van een lokale afdeling. Omdat de PvdA veel afdelingen heeft (circa 450) moeten sommige het doen met een paar duizend euro. Het partijbureau ziet toe op wat er met het geld gebeurt.

 

De 25 grootste afdelingen moeten een werkplan en begroting indienen. De kleinere afdelingen dienen hun aanvraag in bij het gewest. Aan het eind van het jaar wordt gecontroleerd waar het geld aan is besteed. In uitzonderlijke gevallen, bij oneigenlijk gebruik van de bijdrage door de afdeling, kan het geld teruggevorderd worden.

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie