Kritiek op rapport Algemene Rekenkamer
Nederland moet mogelijk 155 miljoen euro terugbetalen door fouten in EU-subsidieverantwoording, meent de Algemene Rekenkamer. Die conclusie wordt betwist.
In het EU-trendrapport 2009 concludeert de Algemene Rekenkamer dat Nederland waarschijnlijk 155 miljoen euro aan Brussel moet terugbetalen. Het gaat om Europese middelen, beschikbaar voor de programmaperiode 2000-2006 van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO).
In Brussel, Den Haag en provinciehuizen is ergernis ontstaan over deze conclusie. Ook in de bestuurlijke reactie op het trendrapport heeft minister Bos van Financiën aan Rekenkamerpresident Saskia Stuiveling laten weten dat de aanname van haar organisatie te pessimistisch is. In het nawoord van het trendrapport gaat de Rekenkamer hier niet op in.
De kritiek richt zich in de eerste plaats op het feit dat de Rekenkamer harde uitspraken doet op basis van een tussenbalans waaraan nog veel kan veranderen. De EFRO-programmaperiode 2000- 2006 wordt pas op 30 juni 2009 afgesloten. Tot die tijd bestaat de mogelijkheid administratieve onvolkomenheden te corrigeren. Bedragen die bij nader inzien niet aan de EFRO-criteria voldoen, kunnen nog worden ingezet voor projecten waarbij dit wél het geval is.
Nog ernstiger wordt de Rekenkamer aangerekend dat deze zou uitgaan van een fout bedrag. De genoemde 155 miljoen euro zijn EFRO-programmagelden inclusief de door rijk, gemeenten, provincies en bedrijven beschikbaar gestelde cofinanciering. Het aandeel Europese subsidie bedraagt ongeveer een derde van dit geld, ofwel zo’n 52 miljoen euro.
Ingewijden die dagelijks met Europese subsidies te maken hebben, verwachten dat Nederland uiteindelijk maximaal 20 miljoen euro van het EFRO-budget 2000-2006 niet zal kunnen benutten. Dat komt neer op iets meer dan 2 procent van de voor die periode beschikbaar gestelde 900 miljoen EFRO-euro’s. Dit getal steekt niet slecht af bij het resultaat over de EFRO-periode 1994-1999. Toen heeft Nederland ruim 100 miljoen euro, ofwel 15 procent van het Europese budget, onbenut gelaten.
Europagedeputeerde Dick Buursink (PvdA) van de provincie Overijssel is kwaad op de Algemene Rekenkamer. ‘Mijn beeld is dat we onderdeel zijn geworden van een spel. De Rekenkamer heeft kennelijk behoefte zich te profileren door te roepen dat er van alles mis is met de besteding van Europese middelen. Er zijn al genoeg controles op de besteding van Europees geld, daar hoeft de Rekenkamer zich niet mee bezig te houden. Zeker niet als die signalen afgeeft die nergens op zijn gebaseerd. In Oost-Nederland zullen we, zoals het er nu naar uitziet, niet hoger uitkomen dan 2 procent onbenut Europees geld.’
De reactie van de woordvoerder van de Algemene Rekenkamer op de geuite kritiek: ‘Het EU-trendrapport is voorgelegd aan de ministeries voor hoor en wederhoor, dus gaan wij ervan uit dat onze informatie klopt.’
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.