Advertentie
financiën / Nieuws

Investeringen in windstroom gaan naar Duitsland

Een groep van 55 gemeenten gaat investeren in windenergie op zee. De gemeenten uit Flevoland, Noord- en Zuid-Holland en Friesland, nemen deel in een zeewindpark bij het Waddeneiland Borkum, op ongeveer 40 kilometer voor de kust, net op Duits grondgebied.

18 december 2009

Met de bouw van het windpark, dat in 2011 in bedrijf moet zijn, is een investering van 625 miljoen euro gemoeid. De Nederlandse gemeenten, waaronder Almere, Dordrecht en Zaanstad, dragen 34 miljoen euro bij. Dat het initiatief zich in Duitse wateren afspeelt, is pikant te noemen. Naast de gemeenten uit eigen land doet een aantal Duitse steden mee, waaronder Hannover, Essen en München. Verder zijn gemeentelijke en regionale energiebedrijven uit Duitsland en Zwitserland van de partij.

 

De 55 Nederlandse gemeenten werken al samen in de HVC-groep die onder meer afvalverbranders en duurzame-energie-installaties bezit. ‘We hebben in eigen land gezocht maar geen geschikte projecten kunnen vinden’, licht directeur Wim van Lieshout van HVC toe. Even nog werd overwogen in Belwind te investeren. Het Nederlandse Econcern dat dit Belgische windmolenpark wilde gaan bouwen, ging dit jaar echter met rumoer failliet.

 

Van Lieshout: ‘Duitsland is voor ons aantrekkelijk. Het beleid is consistenter dan het Nederlandse. Investeerders zijn verzekerd van langlopende inkomsten. Bovendien zijn netbeheerders verplicht een stopcontact op zee te installeren, een noodzakelijke voorziening om de stroom aan land te kunnen brengen. Initiatiefnemers hoeven de kosten hiervoor niet zelf op te hoesten. En windstroom krijgt er voorrang op het elektriciteitsnet. De Duitsers koppelen hun kolen- en gascentrales af, als het flink waait.’

 

Zeewind

 

De veertig windturbines in het Duitse windpark zijn goed voor zo’n 200 megawatt, omgerekend het stroomverbruik van ruim 200 duizend huishoudens, vergelijkbaar met een stad als Eindhoven. Niet dat de gemeenten de eerste zijn die offshore gaan. Den Haag lanceerde vorig jaar plannen om twee kleine windmolens voor de kust te plaatsen (capaciteit: achtduizend huishoudens). ‘Wind op zee zet zoden aan de dijk. Het levert veel meer elektriciteit op dan windmolens op land. En je kunt er makkelijker het grote formaat windturbines kwijt’, vertelt Van Lieshout. ‘Onze turbines in Duitsland worden maar liefst 120 meter hoog. De grootste die er op dit moment zijn. Probeer zulke jongens maar eens op land geplaatst te krijgen.’

 

Het aandeel van 34 miljoen euro dat de Nederlandse gemeenten bijdragen, levert 30 megawatt op, wat zo’n 30 duizend huishoudens in hun stroombehoefte voorziet. De Nederlandse, Duitse en Zwitserse nutspartijen financieren een derde van de totale investering van 625 miljoen euro uit het eigen vermogen.

 

Veel gemeenten worstelen met de klimaatdoelen die 2 jaar geleden zijn overeengekomen in een convenant met het Rijk. Daarin leggen de gemeenten zich vast op minstens 30 procent minder broeikasgasemissies en zo’n 20 procent duurzaam opgewekte energie in 2020. Volgens Van Lieshout is het lastig voor gemeenten om deze klimaatdoelen ‘binnen de eigen gemeentegrens’ te realiseren. ‘Daarom bieden samenwerkingsconstructies als deze uitkomst.’

 

Het nog te bouwen windpark levert een reductie op van jaarlijks 50 duizend ton CO2. Dat staat gelijk aan de CO2-uitstoot van zo’n 250 duizend auto’s. De gemeenten willen met het project kennis en ervaring opdoen om zelf vergelijkbare projecten van de grond te tillen.

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie