Gemeentelijke investeringen in grond stagneren
De opgave om meer woningen te bouwen vertaalt zich nog maar zeer beperkt in extra investeringen van gemeenten. Extra investeringen in grondexploitaties om invulling te geven aan de Woonagenda blijken in elk geval niet uit hun financiële cijfers tot en met het derde kwartaal van 2018. Dat concludeert de Delftse hoogleraar Willem Korthals Altes op basis van de gemeentelijke financiële gegevens tot en met het derde kwartaal.
De opgave om meer woningen te bouwen vertaalt zich nog maar zeer beperkt in extra investeringen van gemeenten. Extra investeringen in grondexploitaties om invulling te geven aan de Woonagenda blijken in elk geval niet uit hun financiële cijfers tot en met het derde kwartaal van 2018.
Daling lasten
Dat concludeert de Delftse hoogleraar Willem Korthals Altes op basis van de gemeentelijke financiële gegevens tot en met het derde kwartaal.
Niet alleen de lasten van de aankoop gronden, maar ook voor bouw- en woonrijp maken (duurzame goederen) blijven achter bij de periode 2010-2013.
Op het gebied van wonen, waar er in mei 2018 door minister Ollongren van Binnenlandse Zaken een Nationale woonagenda is gepresenteerd om de woningbouw aan te zwengelen, daalden de lasten van verwerving grond en investeringen in duurzame goederen met 2,5 procent van 487 miljoen (2017) naar 475 miljoen euro dit jaar.
Positief saldo
De opbrengsten van de verkoop van gronden zijn wel hoger dan in alle jaren – vanaf 2010 – waarvan die cijfers beschikbaar zijn. Ten opzichte van 2017 – toen er een record-positief saldo van meer dan een miljard euro werd geboekt –, is het nu opgegeven saldo volgens Korthals Altes nog hoger. ‘De vraag blijft echter wat het resultaat zal worden na de opstelling van de rekening en herwaardering van grondexploitaties na afloop van het jaar’, zegt hij.
Niet alle gemeenten doen het overigens goed. Ongeveer een derde van de gemeenten rapporteert over de eerste drie kwartalen van dit jaar een negatief saldo. Maar gemiddeld per gemeente is het negatieve saldo van 1,4 miljoen euro beduidend lager dan het gemiddeld positieve saldo van 4,3 miljoen euro van de andere gemeenten.
Provincies
Het merendeel van de provincies laat een positief saldo zien. Wel is duidelijk dat activiteiten in Friesland, Groningen en Drenthe, Zeeland en Limburg wat betreft grondexploitaties met woningen achter blijven bij de andere provincies. Wat betreft fysieke bedrijfsinfrastructuur sluit Limburg wel aan bij de provincies met meer activiteiten. Opmerkelijk is volgens de hoogleraar van de TU Delft dat gemeenten op het gebied van wel extra investeren: de som van de lasten voor het verwerven van grond en het bouw- en woonrijp maken ervan steeg met ruim 70 procent van 98 miljoen naar 170 miljoen euro.
Reacties: 3
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.