Advertentie
financiën / Achtergrond

‘6 of 7 miljard bezuinigen is echt politiek gedoe’

Economie toegankelijk maken is Baarsma’s stokpaardje. Toch zegt de directeur van SEO Economisch Onderzoek, een aan de Universiteit van Amsterdam gelieerd bureau voor toegepast economisch onderzoek, meer nee dan ja tegen verzoeken van allerhande media om een praatje en een plaatje

21 juni 2013
Barbara-Baarsma-voor-site.jpg

Bijzonder hoogleraar en SEO-directeur Barbara Baarsma is overal: in adviescommissies, vakbladen en kranten, op radio en tv. De wereld snakt naar een frisse econoom die de raadsels van, en het politieke spel rond, het geld klip en klaar kan duiden. 

Het gebeurt niet iedere dag dat een kroonlid bij de SER en bijzonder hoogleraar economie in de Nederlandse Vogue poseert. Ongenaakbaar in het zwart. En niet zomaar, maar paginagroot, stijlvol gekleed door Giorgio Armani, Dries van Noten en Diane von Fürstenberg. ‘Een ontzettend leuke ervaring’, zegt Barbara Baarsma (43) in het kantoor van SEO Economisch Onderzoek aan de Amsterdamse Roetersstaat. ‘Ik werd geïnterviewd door Abdelkader Benali, dat was leuk, en natuurlijk die photoshoot. Beneden mijn stand? Wat anderen ervan vinden, kan mij niet schelen. Ik vond de combinatie van tekst en foto’s leuk. Het ging over mijzelf, en dat is dan even slikken, maar ook en vooral over economie en maatschappij. Als je het belangrijk vindt om economie toegankelijk te maken, dan kan dat ook in Vogue.’

Economie toegankelijk maken is Baarsma’s stokpaardje. Toch zegt de directeur van SEO Economisch Onderzoek, een aan de Universiteit van Amsterdam gelieerd bureau voor toegepast economisch onderzoek, meer nee dan ja tegen verzoeken van allerhande media om een praatje en een plaatje. En die verzoeken vliegen haar om de oren. Zoals een schrijver opeens veel meer romans verkoopt als hij te gast is geweest bij De Wereld Draait Door of Pauw & Witteman, zo hebben experts die in dergelijke televisieprogramma’s goed voor de dag komen, ook meteen veel meer klandizie. De laatste ramingen van het Centraal Planbureau (CPB) lagen koud op straat, of een actualiteitenrubriek hing al aan de telefoon. ‘Daar heb ik nee tegen gezegd. We hadden mensen te eten en ik had een drukke week achter de rug met de publicatie van ons rapport over brievenbusfirma’s. Ik doe het ook alleen als ik het leuk vind. Ik bepaal zelf wat ik zeg. Wat ik bij De Wereld Draait Door zeg, is niet gescript. Dat geldt voor alle dingen die ik doe. Ik ben onafhankelijk.’

Die onafhankelijkheid staat bij SEO-directeur en bijzonder hoogleraar marktwerking- en mededingingseconomie Baarsma hoog in het vaandel. Bij het vertrek van Coen Teulings dit voorjaar als directeur van het Centraal Planbureau (CPB), pleitte ze er voor om het CPB, dat onder de minister van Economische Zaken valt, om te vormen tot een zelfstandig  bestuursorgaan (zbo). De onafhankelijkheid van de rekenmeesters zou daardoor beter gewaarborgd zijn. ‘De zbo-status betekent niet dat het CPB politiek gaat bedrijven, maar het betekent wel dat een CPB-directeur bij zijn aanstelling geen zwijg­advies meer krijgt’, aldus Baarsma. Gelukkig heeft Teulings zich niet aan het zwijgadvies gehouden, voegt ze eraan toe. Met zo’n pleidooi voor onafhankelijkheid van de politiek en voor een niet-zwijgzame directeur, zal dezelfde politiek niet snel voor jou als directeur van het CPB kiezen. Baarsma: ‘Zo werkt het niet, en als het zo wél werkt, dan is dat jammer.’

Afserveren
Coen Teulings, tussen 2004 en 2006 trouwens ook directeur van SEO Economisch Onderzoek, wordt op 1 augustus opgevolgd door Laura van Geest, directeur-generaal rijksbegroting bij het ministerie van Financiën. Barbara Baarsma had besloten zich niet beschikbaar te stellen voor het directeurschap van het CPB. De benoeming van Van Geest leidde tot felle reacties in de wereld der economen. Bijzonder hoogleraar openbare financiën en economisch beleid in Rotterdam Bas Jacobs was ‘verbijsterd’, zijn college Eric Bartelsman aan de VU vond dat het CPB beter kon worden opgeheven. Dat het ministerie van Financiën zijn vleugels uitslaat en hofleverancier is geworden van het CPB, AFM (Ronald Gerritse) en Nederlandse Bank (Klaas Knot) verontrust Baarsma niet. ‘Het feit dat ze van Financiën komen, vind ik onvoldoende reden om mensen af te serveren. Je moet naar de personen kijken, maar ik vind het niet vruchtbaar om het over personen te hebben. Dat geldt ook voor de benoeming van Van Geest. Overigens vind ik haar een zeer capabele vrouw.’

De nieuwste en somber stemmende ramingen van het Haagse rekeninstituut liggen op tafel. De economie krimpt dit jaar met 1 procent, een half procent meer dan eerder door het CPB voorzien. Burgers hebben namelijk minder te spenderen en de overheid bezuinigt. Het begrotingstekort komt in 2014 naar verwachting uit op 3,7 procent. De werkloosheid loopt snel op, van 5,3 procent van de beroepsbevolking in 2012, tot 6,75 procent dit jaar en 7 procent in 2014. De Nederlandse Bank deed eerder vorige week zijn duit in het zakje en meldde dat de Nederlandse economie dit jaar met 0,8 procent krimpt en dat het begrotingstekort oploopt naar 3,9 procent in 2014. Zeven miljard snijden, acht miljard, bovenop de 16 miljard die al zijn afgesproken. Wat moet een mens ermee?

Barbara Baarsma: ‘Ik kan mij goed voorstellen dat mensen in opperste verwarring zijn over die cijferbrij. En dan was ook nog eens Eurocommissaris Olli Rehn in het land, die meldde dat we kunnen volstaan met een bezuiniging van zes miljard. Om te beginnen heb je de cijfers en je hebt de politiek. De cijfers zien er slecht uit, of het nu 3,6, 3,7 of 3,9 procent is. De werkloosheid gaat de verkeerde kant op, net als het beschikbare inkomen van consumenten. De lonen blijven achter bij de inflatie, het beschikbare inkomen staat onder druk omdat er lastenverzwaringen aankomen en de huizenprijzen dalen nog steeds.’

En dan heb je dus de politiek. Die heeft in Brussel bedongen dat het begrotingstekort niet boven 3 procent van het bruto binnenlands product mag uitkomen. Daarmee hadden we toch maar mooi de zwakkere EU-broeders overwonnen, maar het blijkt een pyrrusoverwinning. Baarsma: ‘3 procent is veel te algemeen. Bovendien gaat de boodschap ervanuit dat je goed zit als je onder 3 procent  zit. Maar voor sommige landen zou de grens op 2 procent moeten zitten, voor andere op 0 of 5. Dat hangt af van zaken als het concurrerend vermogen van de economie of de bevolkingssamenstelling. Met het oog op vergrijzing zou het goed kunnen zijn om een overschot te hebben. Als econoom praat je liever niet over die 3 procent, maar goed, het is een politiek feit. En dus is de vraag of we de EU volgen en zes miljard bezuinigen of zeven miljard als we het CPB volgen. Voor mij is dat echt politiek gedoe dat heel weinig met economie te maken heeft.’

Grijsgedraaide plaat
Voor Nederland is het onverstandig om volgend jaar voor de 3 procent te gaan, meent SEO-directeur en bijzonder hoogleraar marktwerking- en mededingingseconomie Barbara Baarsma. ‘Dat lukt alleen als je rigoureus bezuinigt en lasten verzwaart. Dat gaat ten koste van groei. Wat we wél moeten doen, want we staan er niet goed voor, is hervormen. Ik weet dat mensen gek worden van die grijsgedraaide plaat, maar het is waar: arbeidsmarkt, woningmarkt, banken, pensioenen. Die moeten we hervormen. Deze hervormingen leveren onvoldoende op om in 2014 op 3 procent uit te komen, maar het betekent wel dat we onze groei niet kunstmatig beperken en dat we over drie, vier jaar beter uit de crisis komen.’

In deze hervormingsgeest pleitte wetenschapper Baarsma er een paar weken geleden voor om de kortingen voor bejaarden af te schaffen. ‘Elke subsidie die gebonden is aan 65-plus bevoordeelt de welgestelden onder ons – een omgekeerd Robin Hood-beleid’, aldus Baarsma en haar Tilburgse collega Henriëtte Prast. Een dag later zat ze aan tafel met ouderenaanvoerder Henk Krol in het televisieprogramma Buitenhof. De messen waren geslepen. Hoe ze erop kwam! Ontmoedigt die politieke Pavlovreactie niet? Baarsma lacht: ‘Nee hoor, het leuke van mijn werk is dat ik ratio en feiten kan inbrengen in het maatschappelijk debat en daarmee het politieke proces van betere informatie voorzie.’ Maar daar is de politiek toch helemaal niet in geïnteresseerd? Baarsma: ‘Dat zou kunnen, maar dan is in ieder geval duidelijk dat dít de informatie was, dat de politicus déze keuze heeft gemaakt en dat hij kennelijk de wegingsfactor nul aan die informatie heeft gegeven. Het staat een politicus vrij om alles wat economen zeggen te negeren. Hij mag anekdotes en persoonlijke ervaringen meebrengen, en die geven vaak de doorslag, maar dan is duidelijk dat het daar om draait en niet om de feiten.’

Als je zo veel nuttige adviezen hebt over de hervorming van ‘s lands economie, waarom stap je dan niet zelf in de politieke arena? ‘O, maar daar ben ik ook niet principieel op tegen’, zegt Barbara Baarsma. ‘Het hangt af van de setting waarin dat gebeurt. Het is een heel inhoudelijke afweging. Ik houd er niet van om dingen te behouden om ellende te voorkomen, maar als partijen en hervormingsprogramma’s samenkomen waar ik bij pas, met het elan van Paars 1, dan zou ik dat interessant vinden.’ Baarsma vindt het Kamerlidmaatschap niet aantrekkelijk en ook de lokale politiek is niet haar cup of tea. ‘Ik heb een keer een rapport geschreven over de rondvaartboten in de Amsterdamse grachten. Dat was fascinerend. Je komt zo veel gestold eigenbelang tegen, waarbij voor ratio en feiten geen enkele plek is. Ik heb veel bewondering voor wethouders die in zo’n omgeving hun werk doen.’

Sociaal vacuüm
Barbara Baarsma doet graag mee aan het grote maatschappelijke debat. Vandaar de publicaties in vakbladen en kranten, haar lezingen, het kroonlidmaatschap van de Sociaal-Economische Raad, bijdragen op radio en televisie, en haar commissariaten. Baarsma: ‘Bij SEO sta ik met mijn poten in de modder en zorg ik ervoor dat de tent draait. Tegelijk vind ik het prettig om te werken in een omgeving waarin ik intellectueel aan mijn trekken kom, mijn analytische vaardigheden kan gebruiken en niet in een sociaal vacuüm zit. Daarom vind ik het ook leuk om in het bedrijfsleven actief te zijn. Ik heb niet voor niets allerlei commissariaten, maar wel in sectoren waarin ik veel onderzoekservaring heb. Het lijkt allemaal een beetje veel als je het lijstje bekijkt, en het is inderdaad hard werken, maar als ik iets leer bij een ziekenhuis waarvan ik toezichthouder ben, dan kan ik ook beter onderzoek doen in de zorgsector. Door de SER weet ik wat in de pijpleiding zit en waar de gevoeligheden zitten. Al die diverse functies versterken elkaar, waardoor ik beter mijn werk kan doen.’


CV
Barbara Baarsma (Leiden, 1969) studeerde economie aan de Universiteit van Amsterdam en promoveerde in 2000 op een proefschrift over de monetaire waardering van externe effecten. Daarna trad ze in dienst bij SEO Economisch Onderzoek in Amsterdam, waarvan ze sinds 2008 algemeen directeur is. Verder is  ze bijzonder hoogleraar marktwerking- en mededingingseconomie aan de UvA, kroonlid bij de SER, lid van de commissie structuur Nederlandse banken en bekleedt ze acht toezichthoudende functies, onder andere bij het St. Elisabeth ziekenhuis in Tilburg.


‘Mensen moeten kunnen beslissen wanneer het leven klaar is’

U bent premier, wat beslist u?
De pil van Drion invoeren. Ik vind dat mensen zelf moeten kunnen beslissen wanneer het leven klaar is. Heel subtiel, genuanceerd en met waarborgen, maar wel: de pil is er. Ik heb van dichtbij meegemaakt dat overal in huis een euthanasiepaspoort lag, maar eerst is een dementerend mens te goed en daarna te slecht en niet langer wilsbekwaam. Dat vind ik mensonterend. Het zou veel mensen denk ik rust geven als ze zouden weten dat er zo’n pil beschikbaar was.

Burgemeester van?
Amsterdam natuurlijk. Het is een grote stad, complex, dat is leuk. Ik woon er en wil er graag blijven wonen, maar weet niet of ik er wel burgemeester zou willen zijn. Als ik in het openbaar bestuur zou werken, dan zou ik dat liever op het nationale beleidsniveau doen, op macroniveau dus.

U vliegt eruit bij de SEO. Wat dan?
Ik zou het serieus niet weten. Een camping runnen in Frankrijk is niets voor mij. Ik wil wel blijven werken en iets maatschappelijks doen. Dat kan ook bij een commercieel bedrijf zijn hoor, zolang ze geen hairspray of zo maken. Ik ben van plan te blijven werken tot ik erbij neerval. Als ik minder dagen in de week een hoofdfunctie zou hebben, dan zou ik hier in Amsterdam tegen het einde van mijn carrière in het middelbaar onderwijs economie of wiskunde willen geven.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie