Woningeigenaren zien woonlasten het hardst stijgen

Huishoudens met een koopwoning betalen dit jaar in de grote gemeenten 6 procent meer aan gemeentelijke woonlasten. Voor huurders is die stijging met 3,2 procent veel lager. Vooral de onroerendezaakbelasting (ozb) stijgt in de grote gemeenten.

Tarieven

Dat blijkt uit het rapport Kerngegevens Belastingen Grote Gemeenten 2023 van het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) van de Rijksuniversiteit Groningen. De onderzoekers zetten de tarieven op een rij van 39 grote gemeenten, waar 41 procent van de Nederlandse bevolking woont.

Stijging huizenprijzen

De gemeentelijke woonlasten voor meerpersoonshuishoudens met een koopwoning (ozb, rioolheffing en afvalstoffenheffing min een eventuele korting op de totale aanslag) stijgen gemiddeld met 52 euro (6 procent) tot 925 euro per jaar. Vooral de ozb stijgt sterk, namelijk gemiddeld met 9,1 procent (31 euro). Dat percentage is gecorrigeerd voor de stijging van de huizenprijzen. De rioolheffing (4,8 procent; 9 euro) en de afvalstoffenheffing (4,5 procent, 16 euro) stijgen minder sterk.

Amsterdam

De sterke stijging van de gemeentelijke woonlasten voor woningeigenaren komt vooral doordat Amsterdam, Den Haag en Utrecht de ozb met meer dan 20 procent verhogen. In de overige grote gemeenten stijgen de woonlasten gemiddeld 3,9 procent (35 euro).

Woonlasten huurders

Huishoudens met een huurwoning betalen geen ozb aan de gemeente, maar wel afvalstoffenheffing en in sommige gemeenten rioolheffing. Gemiddeld betalen zij daar 414 euro aan. Dat is 13 euro (3,2 procent) meer dan in 2022. De lagere stijging voor huurders komt niet alleen doordat zij geen ozb betalen, maar ook doordat de rioolheffing voor huurders met 2,2 procent (1 euro) minder sterk stijgt dan die voor huiseigenaren.

Lagere rijksuitkering

Amsterdam en Den Haag verhogen de ozb met meer dan 20 procent, onder meer omdat zij door een herverdeling van het gemeentefonds per 2023 minder geld van het rijk krijgen. Het bestuur van Utrecht vindt de sterke ozb-stijging daar gerechtvaardigd omdat het vermogen van woningeigenaren (de waarde van de woning) sterker is gestegen dan de belasting op dat vermogen (de ozb).