Gemeenten geven markt uit handen
Steeds meer gemeenten gaan over tot verzelfstandiging van de markten die binnen hun grenzen worden gehouden. De gedachte daarbij is dat het organiseren van markten niet bij de kerntaak van de lokale overheid past en dat marktkooplieden dit beter zelf kunnen organiseren. De ervaringen zijn overwegend positief.
Verzelfstandiging bespaart een hoop rompslomp
Tientallen gemeenten hebben inmiddels de stap genomen om hun markten te verzelfstandigen, zegt Henk Achterhuis, voorzitter van de Centrale Vereniging voor de Ambulante Handel (CVAH). ‘Het is duidelijk een trend. Een aantal gemeenten heeft al een besluit tot verzelfstandiging genomen en in meerdere gemeenten is men bezig een zelfde stap te nemen. Als je al die gemeenten bij elkaar optelt, dan kom je op een stuk of zeventig.’
Op een totaal van 355 gemeenten is dat een fors aantal, bijna 20 procent. ‘Veel steden heb ook nog eens meerdere markten op verschillende locaties. Het gaat dan ook om veel meer markten die tegenwoordig zelfstandig, in een stichting of vereniging van marktkooplieden, georganiseerd worden.’ Zo kent Breda, dat momenteel het verzelfstandigingsproces afrondt, liefst elf markten binnen de gemeentegrenzen. Daarnaast heeft in vrij korte tijd een kentering plaatsgevonden, want het was voor 2013 vanzelfsprekend dat gemeenten de markten zelf organiseerden.
Sollicitatie
In 2010 was de Siermarkt, op het Sierplein in het Amsterdamse Slotervaart, de eerste kleine weekmarkt die zelfstandig ging opereren. Na een uitgebreide sollicitatie werden 32 ondernemers geselecteerd op basis van hun waren, kwaliteit en presentatie. Voor ieder product kon één ondernemer een plek op de markt krijgen. De organisatie van de markt was in handen van de marktkooplieden zelf, en na drie jaar bleek die pilot zeer succesvol.
Uit een evaluatie in 2013 bleek dat ondernemers, bewoners en bezoekers de markt waardeerden met een gemiddelde score van 8,4. Het verbaast niet dat de ingezette weg, waarbij de ondernemers zelf verantwoordelijk zijn voor het organiseren van de Siermarkt, dan ook is voortgezet. Na de proef in Amsterdam volgden al snel de markten in Haaksbergen en Valkenswaard. De markt in Valkenswaard was de eerste grote weekmarkt die zo’n vijf jaar geleden op eigen benen kwam te staan.
Volgens Astrid Hoyer van de gemeente Valkenswaard is de weekmarkt in die Noord-Brabantse plaats inmiddels een voorbeeld voor gemeenten die overwegen hun markten te verzelfstandigen. ‘De weekmarkt is sinds de verzelfstandiging meermaals genomineerd geweest voor de titel “beste grote weekmarkt van Nederland”. Regelmatig nemen gemeenten op advies van branchevereniging CVAH contact op met ons, omdat wij worden beschouwd als een voorbeeld van een succesvolle verzelfstandiging.’
Geen kerntaak
Dat gemeenten een jaar of vijf, zes geleden begonnen na te denken over het afstoten van de taak om markten te organiseren, verbaast achteraf niet. ‘Als gevolg van de economische crisis moest aanzienlijk worden bezuinigd’, zegt Paul Nijhuis, zelfstandig marktmanager in Delft. Aan een afnemend aantal bezoekers lag het niet zozeer. ‘Als mensen weinig te besteden hebben, dan is de markt een populaire plek om inkopen te doen, vanwege de relatief lage prijzen’, zegt Nijhuis. Toch speelde in Delft ook mee dat de markt in de jaren voor de verzelfstandiging in 2016 minder goed functioneerde en dat de bezettingsgraad terugliep, zegt een vertegenwoordiger van de gemeente.
De voornaamste reden voor het verzelfstandigen van weekmarkten is volgens betrokkenen echter de grote bezuinigingsopgave geweest waar gemeenten als gevolg van de crisis voor stonden. Stef van Goor, marktmanager in Valkenswaard: ‘Gemeenten moesten bezuinigen en deden dat in die tijd op veel terreinen. Van de harmonie tot de voetbalvereniging en van de bibliotheek tot het zwembad. En ook de kosten die de gemeente voor een markt maakte, werden onder de loep genomen. De markt in Valkenswaard liep in die tijd bijvoorbeeld niet heel slecht.’ Net als in andere gemeenten die volgden, waren de jaarlijkse kosten voor het organiseren van de markten een reden om de vraag te stellen of het organiseren daarvan wel tot de kerntaken van een gemeente behoort.
‘Het antwoord is steeds vaker ontkennend’, zegt Achterhuis, ‘dat geldt vooral in het zuiden en het oosten van het land. In bijna alle Brabantse gemeenten staan de markten op eigen benen.’ In het verlengde van die kerntakendiscussie kwam de vraag op of ondernemers hun markt niet beter zelf kunnen organiseren.
Diverse gemeenten geven aan dat zij dit vooraf als risico hebben benoemd. Zo laat een woordvoerder van de gemeente Alkmaar weten dat de onrust onder marktkooplieden als een zorg werd beschouwd. ‘Een markt met een eigen bestuur isnatuurlijk een hele verandering.’ Een woordvoerder van de gemeente Delft geeft aan dat men zich binnen de gemeente afvroeg of marktkooplieden wel in staat waren om ‘een duurzame organisatie op te zetten die de markt jarenlang kan organiseren’. Achterhuis: ‘Wij begeleiden veel van deze trajecten naar verzelfstandiging. Het is dan essentieel dat minimaal 80 procent van de marktkooplieden achter de nieuwe organisatievorm staat.
En ook dat er een bestuur uit eigen gelederen wordt gevormd dat los van de eigen belangen besluiten kan nemen. Wij kunnen daarbij ondersteunen.’ Hoewel in sommige gemeenten een aanloopperiode nodig is geweest om de nieuwe organisatie goed te laten functioneren, ziet Achterhuis dat er eigenlijk overal sprake is van ‘geoliede machines’. ‘Het kan soms even wat tijd kosten om iedereen te laten wennen aan de nieuwe situatie, maar nergens hebben we te maken met noemenswaardige problemen.’
Betere markten
Volgens Achterhuis is er ook genoeg reden voor marktondernemers om tevreden te zijn. ‘Markten onder gemeentelijke vlag worden gemiddeld belast met 25 tot 30 procent overhead. Dat gaat om forse bedragen die we nu, naast een deel voor het marktmanagement, kunnen inzetten voor acquisitie van nieuwe ondernemers en voor promotie; van krantjes tot advertenties en acties op de markt zelf.’ Dat de marktkooplieden tevreden kunnen zijn, illustreert Van Goor aan de hand van de marktgelden in Valkenswaard. ‘Die zijn sinds de verzelfstandiging niet verhoogd. Voorheen werden de marktkooplieden met een jaarlijkse inflatiecorrectie geconfronteerd. Van die verplichting zijn de ondernemers verlost, de overhead is nu veel lager en de promotionele mogelijkheden zijn juist groter.’
Daar komt bij dat in de nieuwe opzet veel sneller kan worden ingespeeld op veranderingen. Van Goor: ‘Als marktmanager heb ik een kort lijntje met het bestuur en met de marktkooplieden. Dat betekent dat we ook meteen actie kunnen ondernemen als zich een probleem voordoet. Toen de gemeente de markt organiseerde, kon iets kleins soms pas na maanden opgelost worden. Ondernemers hebben daar het geduld niet voor.’ Volgens Achterhuis komt het ook de kwaliteit van de markt ten goede. ‘De gemeente hanteerde een wachtlijst voor marktkooplieden die op een markt wilden staan. Wie het langste had gewacht, had als eerste recht op een plek. Maar nu kunnen bijvoorbeeld vijf groenteboeren solliciteren en valt de keuze op de ondernemer die het beste bij de markt past.’
En als er geen sollicitanten zijn, dan biedt de zelfstandige organisatie mogelijkheden om geïnteresseerden te werven. Nijhuis: ‘Gemeenten kunnen niet aan acquisitie doen op andere markten, maar een zelfstandige organisatie van ondernemers kan dat wel.’
Resultaten
Betrokkenen zijn louter positief over de verzelfstandiging van de markten in gemeenten als Alkmaar, Valkenswaard en Delft. In alle drie de gemeenten is de bezettingsgraad gestegen. In Delft is die van 75 procent in de periode voor de verzelfstandiging opgelopen naar meer dan 90 procent nu, zegt Nijhuis. ‘Bij iedere ondernemer op de markt in Delft is de omzet gestegen.’ Van Goor spreekt voor Valkenswaard zelfs over een volledige bezetting van de markt. Het landelijke beeld over de tevredenheid onder marktkooplieden leidt volgens Achterhuis eveneens tot ongekend hoge percentages. ‘Tijdens ledenbijeenkomsten van markten peilen wij hoe men de nieuwe situatie beoordeelt. Dan blijkt niet zelden dat helemaal niemand de oude situatie terug wil.’
Op basis van deze kleine inventarisatie blijkt dat verzelfstandigde markten beter functioneren, het aanbod zeker niet verschraalt, dat de marktkooplieden daar financieel baat bij hebben en dat de gemeenten verlost zijn van een ongewilde verantwoordelijkheid inclusief financieel risico. Maar wat als het toch misgaat en het de ondernemers op een gegeven moment niet lukt om de door bewoners en bezoekers gewaardeerde markten op een goede manier te organiseren? Een woordvoerder van de gemeente Alkmaar laat weten dat in dat geval gezocht zal worden naar een andere partij die deze taak wel op zich kan nemen. In Delft zijn bepalingen opgenomen dat als het ooit een keer mis zou gaan, de gemeente de markt weer zelf zou kunnen organiseren. Een woordvoerder benadrukt overigens dat daar op dit moment geen enkele aanleiding voor is.
Voor Valkenswaard geldt dat de stichting van marktkooplieden en de gemeente het contract beide op kunnen zeggen, maar die optie is op geen enkel moment sinds de verzelfstandiging ter sprake gekomen. De woordvoerder van Valkenswaard voegt er dan ook aan toe dat de gemeente, in dat vooralsnog hypothetische geval, er niet direct klaar voor is om het organiseren van de markt weer over te nemen. ‘Er moet dan immers weer een marktverordening worden vastgesteld, vergunningen worden uitgegeven, marktgelden bepaald en een schoonmaakploeg ingeschakeld.’ Het lijkt erop dat niemand daar momenteel op zit te wachten.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.