Geheim wapen redt brainport Eindhoven
De regio Eindhoven maakte verschillende economische crises mee. Die van begin jaren negentig leidde tot massaontslagen bij Philips en DAF. Ook latere crises kwam de regio door nauw samen te werken te boven. Is dat ‘recept’ ook bruikbaar voor de coronacrisis, en voor andere regio’s?
Samenwerking helpt regio door crisis
De regio Eindhoven staat ook wel bekend als Brainport Eindhoven. Overheid, kennisinstellingen en het bedrijfsleven − samen de triple helix − werken er nauw samen om als innovatieve regio niet alleen voor forse economische groeicijfers te zorgen, maar ook zowel hoog- als laagopgeleiden van werk te voorzien. Om te voorkomen dat de regio ooit weer zo aan de rand van de afgrond zou komen te staan als tijdens de massaontslagen van begin jaren negentig, werden in de jaren daarna de handen ineengeslagen.
Toenmalig burgemeester Rein Welschen van Eindhoven, toenmalig voorman Theo Hurks namens de industriële bedrijven en toenmalig collegevoorzitter van de Technische Universiteit Eindhoven, Henk de Wilt staken de koppen bij elkaar. Meer samenwerking moest leiden tot versterking van de economie. Alle 21 gemeenten in de regio Zuidoost-Brabant haakten snel aan en stortten jaarlijks 11,50 gulden per inwoner (ruim 5 euro) in een regionaal stimuleringsfonds. Daar werd Europees geld aan toegevoegd. ‘Voorstellen tot economische versterking die uit dat fonds werden gefinancierd – en dat is het meeste unieke deel van dit concept − kwamen niet vanuit de overheid, maar vanuit een gemengde commissie van bedrijfsleven en kennisinstellingen’, vertelt Rob van Gijzel, oud-burgemeester van Eindhoven. Deze crisis maakte hij weliswaar niet als burgemeester mee, maar als Kamerlid had hij hierover vaak contact met zijn PvdA-partijgenoot Welschen.
‘Die commissie gaf vanuit dat fonds subsidie, dat helemaal uit overheidsgeld bestond. De overheid stelde het geld beschikbaar, maar had er geen zeggenschap meer over. Dat is heel bijzonder.’ Er waren wel criteria, waarvan de voornaamste was dat het om generieke, economisch versterkende maatregelen moest gaan. Met in totaal zo’n 5,5 miljoen euro per jaar had het fonds een omvang van niets, stelt Van Gijzel. De winst zat in de onderlinge samenwerking. ‘Het fonds heeft ervoor gezorgd dat partijen zijn samengebracht om na te denken over de wijze waarop de regio de economische structuur kan versterken. Alleen al dat samenkomen was een vorm van economische structuurversterking.’
Ecosysteem
‘De hechtheid in de onderlinge contacten is een soort onderlegger geworden in het netwerk dat wij kennen. Die hechtheid is uiteindelijk uitgegroeid tot Brainport’, vertelt Van Gijzel. De van oudsher sterke sociale structuur die er bij Philips was, is in de regio altijd belangrijk geweest. ‘Toen die uit elkaar viel, wisten we elkaar toch te vinden.’ Burgemeester Remco Bosma van Bladel, een van de 21 Brainport-gemeenten (en economie in zijn portefeuille), heeft het over het bijzondere ecosysteem van de regio. ‘Er zijn veel onderlinge relaties en die koesteren wij. Dat betekent dat we samen die crisis uit moeten kunnen komen. En daar geloven wij ook in.’
‘De gezamenlijke strategie, waar niemand de baas van is, is een kracht van de regio’, zegt Paul van Nunen, directeur van Brainport Development. Samen met de focus op de hightech sector.
Na de eerste crisis begin jaren negentig diende zich in 2000 de volgende crisis aan, toen de internetbubbel uit elkaar klapte. Mede daardoor raakte chipfabrikant ASML in zwaar weer en dreigde om te vallen. Alle toeleveranciers dreigden in de ellende te worden meegezogen. ‘Voorkomen moest worden dat de hele keten zou instorten’, aldus Van Gijzel, die ook deze crisis van een afstand meemaakte. Alle partijen gingen om tafel om een oplossing te bedenken. Weer die gezamenlijkheid, die solidariteit, ondanks dat bedrijven deels ook concurrenten van elkaar zijn.
Tijdens de kredietcrisis in 2008 was Van Gijzel als Eindhovens burgemeester direct betrokken bij de aanpak ervan. ‘In de week dat de Lehman Brothers omviel, heb ik de captains of industry gebeld om snel bij elkaar te komen. Ze kwamen allemaal. We hebben met elkaar besproken wat er aan de hand was, wat het betekent en wat wij als regio zouden moeten doen.’
Er werden onder meer in ‘Den Haag’ exportkredietgaranties geregeld, zodat bedrijven konden blijven exporteren. De door Zuidoost-Brabant aangedragen deeltijd- ww werd landelijk ingevoerd, waardoor werknemers een deel van hun tijd konden gebruiken om zich bij- en om te scholen. Ook werd een kenniswerkersregeling uit de grond gestampt om te voorkomen dat alle knappe koppen de regio zouden verlaten en de innovatiekracht zou verdwijnen, wat een blijvende aderlating voor de economie van Brainport zou betekenen. De regio pleitte in Den Haag voor een nationale innovatiesubsidie, die er is gekomen. ‘In de tijd dat je crisis hebt, moet je innoveren. Zodra de markt weer opengaat, kun je die innovatie meteen op de markt zetten. Dat was onze gedachte’, aldus Van Gijzel. Dat is de bedrijven in Brainport gelukt.
Gezamenlijk belang
‘In het diepe dal hebben we onze voorsprong gerealiseerd. We hebben echt slechte jaren gehad. In 2009 hadden we te maken met een economische krimp van bijna 10 procent; het jaar daarna hadden we alweer een groei van meer dan 11 procent. Sinds die tijd zijn we de snelst groeiende economie van Nederland’, aldus Van Gijzel, niet zonder trots. Tot aan zijn vertrek als burgemeester in september 2016 heeft hij de gesprekken met de captains of industry in het Eindhovense stadhuis erin gehouden. Lange tijd wekelijks, later werd de frequentie afgeschaald, maar men bleef elkaar vasthouden. ‘We hebben een gezamenlijk belang. Niet een enkelvoudig economisch belang voor een bedrijf, maar een gezamenlijk belang.’
Het elkaar makkelijk kunnen vinden en een sterke focus op de hightechindustrie is belangrijk, benadrukken ook Van Nunen en Bosma. ‘Die focus op de hightechindustrie, het continu investeren in innovatie, de exportgedrevenheid en het triple helix samenwerkingsmodel dat we hebben, zijn succesfactoren voor deze regio’, stelt Van Nunen. Hij heeft er alle vertrouwen in dat Zuidoost-Brabant ook de economische deel van de coronacrisis kan ‘bezweren’. ‘Als er één regio is die weet hoe belangrijk een gezamenlijke toekomststrategie is om te herstellen van een crisis dan is het Brainport’, staat te lezen in de Brainport Meerjarenagenda van juli 2020, nog aan het begin van de coronacrisis. ‘Koersvast doorgaan met die innovatie in de high- tech-sector is van belang’, benadrukt Van Nunen. ‘Zo kunnen we ervoor zorgen dat in elk geval de trekkende kracht van onze economie eraan gaat bijdragen dat mensen straks weer geld kunnen verdienen om uit te geven op de terrassen.’
De hightechsector wordt niet door de coronacrisis geraakt, maar net zoals in de rest van Nederland krijgen ook in Zuidoost- Brabant de horeca, de vrijetijdsindustrie en de winkeliers klappen, stellen Van Nunen en Bosma. De Brainportregio heeft hiervoor geen kant-en-klare oplossing. ‘Nee, ik moet niet net doen of ik daar de toverdrank voor heb. Maar het is wel belangrijk om de koppen bij elkaar te steken’, aldus Van Nunen. ‘Stick together en zoek elkaar op.’ Dat is ook echt regio eigen, denkt Van Nunen. ‘We hebben hier toch het gevoel dat we het met elkaar moeten doen. Als er sectoren in problemen zijn, toveren we niet zo maar weg, maar iedereen is bereid om samen om tafel te gaan zitten en om mee te denken. Kunnen we iets doen, kunnen we iets verzinnen.’
Herstelfonds
Om de coronacrisis in Zuidoost- Brabant te lijf te gaan, hebben de 21 Brainportgemeenten vorig jaar een herstelfonds in het leven geroepen, vertelt Bosma. In dat fonds is geld gestort dat over de jaarschijf 2019 in Brainportverband niet was besteed en normaliter zou terugvloeien naar alle gemeenten. Het ging om een bedrag van zo’n 2 miljoen euro. ‘We hebben daarvoor plannen gemaakt die nu worden uitgevoerd.’ Er is onder meer vol ingezet op de digitalisering van het mkb. Daarnaast zijn door de arbeidsmarktregio en het UWV mensen van werk naar werk begeleid; van sectoren die in de problemen zitten en te veel personeel hebben naar sectoren waar veel vraag naar personeel is.
Zonder de intensieve samenwerkingsverbanden die de regio heeft, was dit volgens Bosma niet gelukt. Ook op andere terreinen heeft het gezamenlijk optrekken geleid tot hulp aan kleine(re) bedrijven, die net niet de goede bedrijfscode hadden om voor een ondersteuningsregeling in aanmerking te komen, zoals startups. ‘Terwijl die belangrijk zijn voor de voeding van het ecosysteem. We zorgen hier voor elkaar, ook voor de kleine spelers die in de hele keten van heel groot belang zijn om in de toekomst te kunnen innoveren.’ Toch is het nu vooral zorgen dat bedrijven niet omvallen, over het echte herstel van de economie moet de regio nog in conclaaf. ‘Het is lastig te voorspellen wanneer de crisis echt voorbij is en alles weer open kan. Maar: we weten elkaar goed te vinden’, aldus Bosma.
Op de vraag of andere regio’s wat van de aanpak van Brainport kunnen leren, zijn Van Gijzel, Van Nunen en Bosma het eens. Zet mensen bij elkaar en blijf innoveren. Maar de intensieve samenwerking die er in Zuidoost-Brabant is, is niet van de ene op de ander dag ontstaan, maar door de jaren heen gegroeid en sterker geworden. ‘Andere regio’s kunnen er wel wat leren en er geïnspireerd door raken’, vindt Bosma. ‘Onze collectieve, coöperatieve cultuur is wel heel belangrijk.’ Dat valt niet zomaar te kopiëren. Het zit hem echt in die gemeenschappelijke verantwoordelijkheid, zo komt uit de gesprekken met de drie mannen naar voren.
Forse kritiek
Van Gijzel heeft forse kritiek op de huidige aanpak in Nederland. ‘Bij ondernemers is er angst dat het alleen maar slechter wordt. Je moet hun hoop geven, de verwachting dat het beter wordt. Maar ik zie dat nu gewoon niet gebeuren’, zegt hij fel en met ongeloof in zijn stem. ‘Je kunt lokaal, regionaal en landelijk partijen bij elkaar zetten.’ Om arrangementen te maken voor toekomstige klanten van cafés, restaurants, bioscopen, theaters en musea. ‘En hoe is het in godsnaam mogelijk dat wij een van onze belangrijkste impulsen in de economie, de woningbouw, verslonzen. Ga met de bouwers en gemeenten om tafel zitten en ga bouwen. Mensen kunnen kopen, huren, een huis inrichten. Er moeten scholen en winkels komen; er komt een hele economie uit voort.’
Verontwaardigd: ‘Maar we doen er niets aan! Men neemt gewoon geen initiatief. Wij zeiden destijds als overheden: we moeten partijen bij elkaar brengen, om in kaart te brengen wat nodig is en hoe we dat georganiseerd krijgen. Vanuit de overheid komt er geen enkel initiatief op het gebied van woningbouw. It’s a shame!’ De overheid moet in zijn ogen daarnaast niet met alleen overlevingsgeld komen, zoals zij nu doet, maar met ‘dynamiseringsgeld’, zoals Van Gijzel het noemt. ‘Men staat veel te veel in de overlevingsstand.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.