Investeer een uurtje
De gemeente als ver-van-mijn-bed-show of toch als iets van dichtbij. In ieder geval iets waarmee elke inwoner te maken heeft.
Gemeenten zijn gekke dingen. Letterlijk elke inwoner van ons land maakt gebruik van de diensten van de gemeente en vindt die volkomen vanzelfsprekend. Er wordt wat gemopperd op de dienstverlening en de hoogte van de onroerendzaakbelasting; verder vindt iedereen het volstrekt normaal dat zijn poep het riool in verdwijnt, zijn huisvuil wordt opgehaald, de straat wordt onderhouden en dat hij kan rondlopen op de markt. Dat het veilig is op straat, dat festivals in goede banen worden geleid. Dat de tram en de metro rijden (en wel op tijd graag).
Die gemeente is een ver-van-je-bed-show. Zelfs als je bedenkt dat er ménsen zijn die dag in, dag uit bezig zijn met dat vanzelfsprekende te organiseren. Daar worden ze voor betaald, zou je denken. Van ons belastinggeld ook nog: gemeenten geven dit jaar gezamenlijk 64 miljard (!) euro uit. Dus dat het goed geregeld is mag je verwachten. Spreekt voor zich toch?
De gemeente is ook dichtbij. Als je leven een wending neemt waardoor de gemeente in de weg staat aan wat jij als inwoner wilt, blijkt het allemaal niet zo vanzelfsprekend te zijn. Dat er afwegingen mogelijk zijn die jij niet voor mogelijk had gehouden. Afwegingen die ervoor zorgen dat de boom die jij wilt kappen, gewoon blijft staan. Dat er een zesbaans asfaltweg praktisch door je achtertuin komt te lopen. Of een flatgebouw van zeventien verdiepingen er voortaan voor de schaduw zorgt. Dat er voorwaarden zijn waar jouw club aan moet voldoen om subsidie te krijgen. En dat er meestal geen voorwaarden nodig zijn om die subsidie ook weer te stoppen.
In die gevallen zoek je een luisterend oor. Dan wil je iemand spreken die ook nog invloed heeft op de gang van zaken. Je kunt dan terecht bij de onopvallende categorie mensen die dag in, dag uit bezig zijn het vanzelfsprekende te organiseren en die daarvoor níet worden betaald. Die zich – vrijwillig! – elke week vele uren laat opsluiten in vergaderzalen om te praten over jouw en mijn poep, vuilnis, straat, gevel en erf.
Dat zijn de leden van de gemeenteraad. Je kunt over een paar weken op ze stemmen. Ze vertegenwoordigen ons allemaal in de afwegingen die worden gemaakt over wat voorrang krijgt en wat nog even moet wachten. En wat dat mag kosten. Allemaal namens jou. En mij. En je buurvrouw. En háár buurman.
Op wie ga je stemmen half maart? Hoeveel tijd ga je in die keuze steken? Op welke vanzelfsprekendheid baseer je je stem? Laat je je stem afhangen van de landelijke politiek? Met de afzichtelijke omgangsvormen van de Tweede Kamer als afschrikwekkend voorbeeld? Dan toch maar liever lokaal?
Doe jezelf de komende weken een plezier en investeer een uurtje in je keuze. Ga op zoek naar een kandidaat-raadslid dat zich helder uitspreekt over een politieke droom. Die kritische vragen stelt omdat het altijd beter kan worden georganiseerd. Die oprecht is in de overtuiging dat zij of hij jóu vertegenwoordigt. Die gaat voor wat er op het spel staat en niet voor het spelletje in de onzichtbare raadzaal. Die gaat voor goed wonen, werken en recreëren in jouw gemeente en daarop aanspreekbaar wil zijn. Is dat iemand van een landelijke partij? Prima keus. Van een lokale partij? Ook een uitstekende keus. Maar zoek iemand uit die bij jouw vanzelfsprekendheid past. Dat uurtje is goed besteed.
Niet stemmen is geen optie, niet in een tijd waarin Oekraïners zich letterlijk doodvechten voor het recht om te mogen stemmen op wie ze willen. Dat spreekt vanzelf.
Wat is de waarde van deze stemmingmakende opmerking? Er zijn nog veel meer landen op de wereld waar democratieproblemen zijn, om het over die in NL nog maar niet te hebben.