Fairtrade steeds meer ter discussie
Nederland telt 89 zelfverklaarde ‘fairtrade gemeenten’. Zijn hun inspanningen nog nodig nu de consument voor ‘eerlijke producten’ ook bij de reguliere supermarkt terecht kan? ‘Het is lastig om de campagne levend te houden.’
Eerlijke handel al gemeengoed
Wat heeft een plakje bananencake op het gemeentehuis van pakweg Oss met het leven van een kleine boer in Brazilië te maken? Of een stuk chocolade in een supermarkt in Ten Boer met het leven van een Ivoriaanse cacaoboer? Alles, menen tientallen Nederlandse ‘fairtrade gemeenten’. Door een eerlijke prijs te betalen voor de koffie of cacao wordt het leven van deze boeren een stukje beter, zo redeneren zij. Op dit moment telt Nederland 89 fairtrade gemeenten. Nog eens ruim vijftig zijn er ‘actief’ op het gebied van eerlijke handel.
Deze gemeenten zijn ‘op weg’ om fairtrade te worden. ‘Dat is best pittig, want gemeenten moeten aantonen dat ze aan alle criteria [zie kader] voldoen. Gemiddeld duurt dat zo’n anderhalf jaar’, zegt Karin van Breda, coördinator bij het landelijk campagnebureau ‘Fairtrade Gemeenten’. Zo moet er een lokale groep vrijwilligers actief zijn, dienen gemeenten hun producten (zoals koffie) zelf duurzaam in te kopen en moeten in plaatselijke winkels ‘eerlijke producten’ worden verkocht. Andere criteria zijn: voldoende bedrijven en maatschappelijke organisaties die fairtradeproducten gebruiken, media-aandacht en maatschappelijk verantwoord ondernemen.
In 2006 kwam het begrip ‘fairtrade gemeente’ overwaaien uit het Verenigd Koninkrijk. Vooral in de eerste jaren speelden de Wereldwinkels – waar louter ‘eerlijke producten’ worden verkocht – een belangrijke rol in het verkrijgen van de titel fairtrade. Maar de Wereldwinkels hebben het tegenwoordig lastig, sinds een paar jaar daalt het aantal fors. In 2018 sloten er 36 de deuren. Begin dit jaar waren er nog ruim 250 over, terwijl er op het hoogtepunt zo’n vierhonderd waren, zegt penningmeester Albert Hebels van Wereldwinkels Nederland tegen RetailTrends. ‘Zoveel als afgelopen jaar zullen er dit jaar niet stoppen, maar zeker nog wel enkele tientallen.’
Niet rendabel
Zo sloot afgelopen maart na zeventien jaar de Wereldwinkel in ’s-Gravenzande (gemeente Westland). De kosten waren simpelweg te hoog, zegt Janny Nederlof, voorzitter van de stichting die de winkel runde. ‘De verhuurder is ons nog tegemoet gekomen, maar zelfs toen lukte het niet meer om rendabel te worden.’ Nederlof trok de deur met opgeheven hoofd achter zich dicht. ‘Ons motto was altijd om als Wereldwinkel overbodig te worden. Bij de levensmiddelen is dat goed gelukt, in bijna elke supermarkt verkopen ze tegenwoordig fairtrade bananen, koffie en chocolade. Bij de cadeauartikelen ligt dat wat anders, maar ook daar zijn de afgelopen jaren grote stappen gezet.’
Het mainstream worden van fairtrade producten is een veelgenoemde verklaring voor de penibele situatie waarin veel Wereldwinkels verkeren. Ook speelt de opkomst van prijsvechters als de Action een rol, zegt Van Breda, die zelf tien jaar op het hoofdkantoor van de Landelijke Vereniging van Wereldwinkels werkte. ‘Hoewel de bewustwording over eerlijke handel groeit, denkt het overgrote deel van de mensen er nog altijd niet over na waar hun spullen vandaan komen. Zij letten vooral op de prijs.’
En voor de bewuste consument is er tegenwoordig ook meer aanbod. Van Breda wijst op de opkomst van de hippere ‘WAARwinkels’, die in tegenstelling tot veel Wereldwinkels niet kampen met een ‘geitenwollensokkenimago’. Niet alle producten in deze winkel zijn fairtrade, maar wel ‘op een of andere manier duurzaam geproduceerd’, aldus de website. ‘Fairtrade, biologisch, ecologisch, recycled of gemaakt in sociale werkplaatsen.’ Een ander verschil is dat de WAAR-winkels werken met betaald personeel, terwijl de Wereldwinkels volledig draaien op vrijwilligers. Veel winkels hebben moeite nieuwe aanwas te vinden. Van Breda: ‘De gemiddelde medewerker is 70-plus en jonge vrijwilligers melden zich nog nauwelijks.’
Joker
Om de titel ‘fairtrade gemeente’ te kunnen behalen, is het als gemeente overigens niet verplicht om een Wereldwinkel binnen de gemeentegrenzen te hebben. Wel kunnen de Wereldwinkels als joker dienen, zegt de coördinator van het landelijke campagnebureau. ‘Als de plaatselijke horeca niet aan de fairtrade producten wil, maar je hebt wél een Wereldwinkel in je gemeente, kun je dat bij de criteria als ruilmiddel inzetten.’
Van de lijst met eisen is het vinden en behouden van een groep vrijwilligers de meest lastige – met name in kleinere plaatsen. In het Westland duurt de zoektocht al jaren. In 2014 nam de gemeenteraad een motie aan om een fairtrade gemeente te worden, pas vijf jaar later lijkt het er dan echt van te gaan komen. Dat is te danken aan voormalig Wereldwinkel-uitbater Nederlof en een groep medevrijwilligers. Zelfs een professionele kwartiermaker van een extern bureau kreeg volgens haar de vrijwilligersorganisatie niet van de grond.
‘Na de gemeenteraadsverkiezingen van vorig jaar zei het nieuwe college: “Het heeft ons te veel geld gekost, we stoppen ermee.” Toen ik dat in de krant las, ben ik met een groep vrijwilligers naar de gemeente gestapt. Enthousiaste mensen zijn er genoeg in het Westland, vreemd dat de kwartiermaker die niet heeft kunnen vinden.’ Ook ruim dertig organisaties die fairtrade producten willen gebruiken, waren zo gevonden, vertelt Nederlof. ‘We hebben gemerkt dat heel veel mensen graag mee willen werken. Tegen bedrijven hier zeg ik altijd: “Als je mensen in de Derde Wereld helpt, creëer je voor jezelf een nieuwe toekomstige afzetmarkt.”’ Omdat in de twee nieuwe gemeentekantoren in het Westland al fairtrade producten worden gebruikt, kan de titel de Zuid-Hollandse gemeente nu echt niet meer ontgaan, zegt Nederlof. Als het goed is, vindt die ‘formaliteit’ deze zomer plaats. Maar volgens haar begint het dan pas.
‘De titel binnenhalen is één, ‘m behouden is twee.’ De Westlandse wethouder Karin Zwinkels (economische zaken, CDA) is het daarmee eens. ‘Voor het krijgen van het predicaat en zeker ook voor het behouden ervan zijn enthousiaste vrijwilligers onontbeerlijk.’ Dat het behouden van de titel niet altijd eenvoudig is, merkt ook Anke van Duuren. Zij draait al ruim tien jaar mee in de wereld van de fairtrade gemeenten – eerst bij de gemeente Groningen, tegenwoordig namens het landelijke campagnebureau als ‘regioadviseur’ voor gemeenten in de noordelijke provincies. ‘Het is lastig om een campagne levend te houden; na een enthousiast begin zakt het vaak weg.’
Veel geld
Zo is het in het Groningse Winsum nog maar de vraag of de titel behouden kan blijven, zegt Van Duuren. ‘Soms willen gemeenten de campagne niet meer ondersteunen, omdat het ze te veel geld kost en te weinig oplevert. En bij gemeentelijke herindelingen zie je ook vaak dat het ter discussie komt te staan.’
De Groningse ziet een verschil tussen grote en kleine gemeenten. ‘In kleinere gemeenten is het meestal echt een burgerinitiatief. In de grotere steden zie je dat het vaak wat professioneler wordt aangepakt. Dan schuift de gemeente iemand naar voren, waardoor het eenvoudiger wordt om organisaties mee te krijgen. De gemeente brengt toch de nodige status mee. Daarom adviseer ik vrij willigers ook altijd: zorg dat de gemeente aanhaakt.’ De afhankelijkheid van vrijwilligers maken het behoud van de titel fairtrade gemeente kwetsbaar, zo blijkt uit een rondgang langs diverse betrokkenen. Zo gaf Dordrecht de titel in 2015 terug, omdat de ‘trekker’ van de werkgroep zich op een nieuwe uitdaging stortte en er geen opvolger gevonden werd.
Net als veel andere gemeenten schaart Dordrecht zich achter de zogeheten Global Goals, zeventien ‘ambitieuze doelen voor duurzame ontwikkeling’, waar ook fairtrade onderdeel van uitmaakt. Een aparte titel voor eerlijke handel is dan niet meer noodzakelijk, redeneert Dordrecht. ‘Omdat we geen groep vrijwilligers meer hebben, zijn we officieel geen fairtrade gemeente meer. Maar we vinden eerlijke handel en duurzaamheid juist heel belangrijk. Naast de Global Goals richten we ons bijvoorbeeld nadrukkelijk op de circulaire economie’, zegt een woordvoerder.
Dat sommige gemeenten nu hun bakens verzetten, is volgens Anke van Duuren geen probleem. Toen ze ruim tien jaar geleden begon met het promoten van eerlijke handel, kende 15 procent van de Nederlanders het begrip ‘fairtrade’. ‘Inmiddels is dat 80 procent. De campagne heeft dus zeker effect gehad. Al blijft het een lastig verhaal om uit te leggen. De levensstandaard van een boer in Peru vinden de meeste mensen toch wat ver van hun bed.’
6 criteria om een fairtrade gemeente te mogen worden
1. Er is een lokale werkgroep actief die de initiatieven neemt om de titel te behalen. Als de gemeente die al in handen heeft, zorgt de werkgroep ervoor dat de gemeente de titel behoudt. De lokale werkgroep stelt jaarlijks een verantwoording op, waaruit moet blijken dat de gemeente nog steeds aan de criteria voldoet. De werkgroep bestaat uit een ‘heterogene groep met vertegenwoordigers uit verschillende sectoren van de samenleving, waaronder indien mogelijk iemand van de gemeente’.
2. De gemeente spreekt zich uit voor fairtrade en koopt fairtrade producten, zoals koffie, in. ‘De gemeenteraad en de verschillende gemeentelijke afdelingen vertalen hun steun voor fairtrade in hun beleid en handelen hier naar.’
3. In de plaatselijke winkels worden eerlijke producten verkocht. De lokale horeca serveert fairtrade producten. Winkels en horeca laten duidelijk zien dat zij een fairtrade aanbod hebben.
4. Maatschappelijke organisaties en bedrijven gebruiken fairtrade producten. Er worden, bijvoorbeeld op scholen, activiteiten georganiseerd om de kennis over en de betrokkenheid bij fairtrade te vergroten.
5. Media-aandacht. De werkgroep creëert lokale publiciteit rond de campagne. ‘Ook organiseren zij evenementen, bijvoorbeeld bij het behalen van de titel, en ontwikkelen zij een strategie om de campagne lang in het nieuws te houden. Op de website van de campagne worden allerlei voorbeelden getoond en ideeën gegeven voor het behalen van voldoende media-aandacht.’
6. Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO). ‘Er bestaan naast fairtrade steeds meer initiatieven die een goede bijdrage leveren aan een betere wereld. De fairtrade gemeente campagne wil deze initiatieven waarderen. Daarom krijgen deze initiatieven een plek in het zesde criterium voor Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen.’
Bron: Handleiding Fairtrade Gemeenten (landelijk campagnebureau ‘Fairtrade Gemeenten’)
‘Wij zijn geen politieagent’
Nederland telt diverse keurmerken: van ‘EKO’ tot ‘Max Havelaar’ en van ‘UTZ’ tot ‘Beter Leven’. Om de titel ‘fairtrade gemeente’ te mogen dragen, moeten gemeenten aan zes criteria voldoen (zie kader op vorige pagina). Kort gezegd is het ‘een eervolle titel die aangeeft dat in een gemeente winkels, horeca, bedrijven, organisaties, inwoners en lokale overheid samen werken aan eerlijke handel’, aldus het landelijk campagnebureau Fairtrade Gemeenten.
Belangrijkste uitgangspunt is dat er ‘eerlijke’ prijzen worden betaald aan voedselproducenten in de Derde Wereld. Zo is de fairtrade kiloprijs van koffie regelmatig hoger dan de prijs op de wereldmarkt. Koffieboeren in de Derde Wereld krijgen dan toch de hogere fairtrade kiloprijs. In Nederland worden fairtrade producten verkocht onder het label ‘Max Havelaar’. Kritiek is er ook op dit soort keurmerken. Zo meldde Trouw afgelopen najaar dat ze de ‘zwakste schakels in de wereldhandel amper vooruit’ helpen. ‘Een rapport van Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen (Somo) laat zien dat de verschillen tussen gewone en gecertificeerde plantages klein zijn. Soms is de situatie zelfs beter op een plantage zonder keurmerk.’ En een andere onderzoeksorganisatie concludeerde in 2017 dat er ‘geen garantie’ is ‘dat leefomstandigheden verbeteren door een keurmerk’.
Toch geloven zo’n 150 Nederlandse gemeenten (en ruim tweeduizend wereldwijd) in ‘fairtrade’. Ongeveer een kwart van alle Nederlandse gemeenten (89) mag zich momenteel ‘fairtrade’ noemen, nog eens ruim 50 hebben die ambitie. Het landelijk campagnebureau heeft als doel om ‘alle gemeenten aan boord te krijgen’, zegt coördinator Karin van Breda. ‘Als gemeente heb je een voorbeeldfunctie naar je bewoners toe. Door fairtrade te worden, help je enorm mee in de bewustwording van de consument.’
Bij het indienen van de aanvraag om de titel ‘fairtrade’ te mogen dragen, moeten de lokale werkgroepen bewijzen aanleveren dat zij aan de zes criteria voldoen. De controle is in handen van het landelijke campagnebureau, dat daarbij uitgaat van informatie die jaarlijks vanuit de gemeenten zelf wordt aangeleverd. Van Breda: ‘Wij zijn geen politieagent en doen geen controles ter plekke. Zover wij weten, handelt iedereen naar eer en geweten.’ De Groningse Anke van Duuren vindt dat je de criteria niet te letterlijk moet nemen. Zo keek er vrijwel niemand op de website van ‘Fairtrade Groningen’, waarbij zij betrokken was. ‘Die hebben we daarom maar afgeschaft. Je kan veel beter af en toe iets op Facebook plaatsen, daarmee bereik je veel meer mensen.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.