Enschede peilt dynamiek economie
Enschede gaat werken met een monitor die een soort live-verslag geeft van de ontwikkelingen in de lokale economie. ‘Elke twee maanden een update.’
Veel informatie die iets zegt over hoe het is gesteld met de lokale economie heeft de gemeente in feite al in eigen huis. ‘Probleem is dat die informatie blijft hangen in de organisatie’, zegt Rob van de Peppel van I&O Research, het bureau dat de trendmonitor samen met Enschede ontwikkelt. ‘Veel valt bijvoorbeeld af te leiden uit het aantal bouwvergunningaanvragen. Die gegevens blijven echter veelal op afdelingsniveau hangen en bereiken zelden het concernmanagement’, zegt hij. Interne bronnen om de actuele dynamiek van de lokale economie te bepalen, zijn ook de bijstandsaanvragen en de verzoeken om schuldhulpverlening.
De trendmonitor gebruikt ook externe indicatoren, zoals het aantal faillissementen, het aantal uitzendbanen, het aantal verkochte woningen en de prijs ervan, het aantal te koop aangeboden auto’s en de bezettingsgraad van bijvoorbeeld de parkeergarage in het centrum van Enschede. In totaal gaat het om zo’n twintig indicatoren die aanwijzingen geven over de stand van de lokale economie.
Groot voordeel van de monitor is dat het gemeentebestuur en management straks elke twee maanden in plaats van twee keer per jaar de thermometer kunnen aflezen en het beleid kunnen bijstellen. ‘Er wordt uiteraard veel gemonitord, maar de meeste monitors verwijzen naar ontwikkelingen die zich het afgelopen jaar voordeden. Dat is altijd achteraf. Deze economische crisis vraagt een veel praktischer instrument’, zegt Van de Peppel.
Meetgegevens
Mede aan de hand van de meetgegevens gaat de gemeente periodiek om de tafel met plaatselijke uitzendbureaus, makelaars en banken om verder te peilen hoe de lokale economie er voor staat. ‘Wij willen ook de markt erbij betrekken, omdat je het gevoel niet alleen kunt bepalen vanuit het stadhuis’, zegt gemeentesecretaris Marcel Meijs, de drijvende kracht achter de ontwikkeling van het meetinstrument.
Door op deze twee manieren de vinger aan de pols te houden, hoopt hij niet continu achter de feiten aan te lopen. ‘Als gemeente zijn onze mogelijkheden beperkt om de economie een grote zwiep te geven - hooguit in combinatie met de provincie Overijssel - maar fijnmazig kunnen we zeker wat doen. Zeker als we op tijd zijn.’ De eerste monitor verschijnt 1 maart.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.