Leeuwarden heeft geen zicht op effect subsidie

De gemeente Leeuwarden heeft lang niet altijd goed zicht op het effect van de 44 miljoen euro die jaarlijks aan subsidie wordt uitgegeven. Dat concludeert de gemeentelijke rekenkamer deze week in een kritisch rapport.

Geen excuus

Het past in het landelijke beeld, het rijk heeft vaak helemaal geen idee of het subsidiegeld werkelijk oplevert waar het voor bedoeld is’. Het klinkt bijna alsof voorzitter Peter Polhuis van de rekenkamer de gemeente Leeuwarden met een jij-bak in bescherming wil nemen. Maar niets is minder waar. ‘het gaat wel om de besteding van 44 miljoen euro gemeenschapsgeld, 11 procent van de totale gemeentebegroting’.

Lokale verkeerscampagne

De burger heeft er recht op te weten of dat geld goed besteed wordt wil hij maar zeggen. Hij geeft wel toe dat het soms lastig is om uit te rekenen wat die gesubsidieerde lokale campagne voor de verkeerveiligheid nou precies aan minder slachtoffers heeft opgeleverd. ‘Zeker als er dan ook nog toevallig een landelijke actie van Veilig Verkeer Nederland overheen komt, dan is het effect bijna niet meer te meten’.

Rechtmatigheid
Maar dat doet voor Polhuis niets af aan de hardheid van de drie basisprincipes waarop de rekenkamer toetst: zijn de subsidies in Leeuwarden rechtmatig, zijn ze doelmatig en leveren ze op wat er van mag worden verwacht? De eerste poot zit in Leeuwarden wel goed. Er wordt niet zomaar geld weggeven, je krijgt het alleen als je aan de gestelde criteria voldoet.’

Doelmatigheid
Maar op de  doelmatigheid heef Polhuis wel wat aan te merken. ‘Het gaat soms al fout bij het bepalen van het waarom van de subsidie. Wat wil de gemeente nu precies bereiken met de geldpot, wat is het doel van de subsidie?  Dat is lang niet altijd helder’.

Effectmeting

Laat staan dat er dan nog duidelijkheid is over de effectiviteit van de subsidie. ‘Die kun je natuurlijk alleen bepalen als je weet waar je op moet afrekenen. Zonder formulering van het doel natuurlijk ook geen inzicht in het resultaat’.

Openheid van bestuur

Het rapport is door de kamer aangeboden aan de gemeente. Positief is Polhuis over de manier waarop het College met de kritiek lijkt om te gaan. Hij roemt de open bestuurscultuur in de Friese hoofdstad. ‘Het rapport zal niet zomaar in een lade worden gemoffeld’.