Dik half miljard dood op de plank
Agentschappen en zelfstandige bestuursorganen (zbo’s) zijn te zwaar gefinancierd. Er is meer langlopende financiering beschikbaar dan op grond van hun bezittingen nodig zou zijn. Dat betekent dat meer rente wordt betaald dan strikt noodzakelijk.
Er was in 2016 naar schatting circa 800 miljoen euro aan vaste activa aanwezig bij agentschappen en zbo’s waar zo'n 1,5 miljard euro langlopende financiering tegenover stond. Dat blijkt uit onderzoek van Johan de Kruijf, universitair docent bestuurskunde aan de Radboud Universiteit en eigenaar van Voor Raad en Bestuur. Hij analyseerde de balansgegevens in de jaarstukken van alle 30 agentschappen en de 30 grootste zelfstandige bestuursorganen van het rijk – die met bedrijfsvoeringkosten boven de 10 miljoen euro. Onder die grote zbo’s vallen bijvoorbeeld Staatsbosbeheer en de Autoriteit Financiële Markten (AFM), onder agentschappen bijvoorbeeld Shared service center ict, P-Direkt en het Rijksvastgoedbedrijf.
De Kruijf concludeert op basis van zijn onderzoek dat er sprake is van substantiële inefficiënte financiering van die zogeheten verbonden partijen. ‘De financieringsratio is in ruim een derde van de gevallen meer dan 10 procent negatief, hetgeen wil zeggen dat er sprake is van substantieel meer lang vermogen dan beschikbare vaste activa. Met andere woorden relatief duur kapitaal wordt ingezet om vlottende activa te financieren’, aldus de onderzoeker. Hij spreekt van overfinanciering. ‘Alleen bij Staatsdeelnemingen lijkt er sprake van efficiënte financiering in de zin dat er niet meer lang, vreemd vermogen in de organisatie zit dan er aan vaste activa worden ingezet.’
Dat er sprake is van overfinanciering en vooral ook de mate waarin – zo’n 600 miljoen euro – , betekent volgens De Kruijf dat er onnodig geld op de plank blijft liggen. Waar te veel wordt geleend, kan worden afgelost. Die honderden miljoenen kunnen nuttiger worden ingezet, bijvoorbeeld door ze terug te geven aan de opdrachtgever. Bij zbo’s, waar burgers tegen betaling diensten afnemen, kan een verlaging van de tarieven eveneens een optie zijn. Dat er bij agentschappen en zbo’s zoveel dood geld zit, zegt volgens De Kruijf ook iets over de manier waarop er in Nederland toezicht wordt gehouden.
Parkeren geld
In het onderzoek is met name gekeken naar het verband tussen financiering en bezit van de verbonden partijen. Ook nam De Kruijf de reserves mee. Dit om te zien of er sprake is van een onevenredig grote vermogenspositie. Bij agentschappen geldt een wettelijk norm van 5 procent van de maximum omzet. Bij zbo’s is die grens niet gedefinieerd, maar voor de eenduidigheid heeft hij voor zijn onderzoek dezelfde norm aangehouden.
Er blijkt in het algemeen volgens hem geen hoge liquiditeit of solvabiliteit en het aandeel van vaste activa in de onderzochte verbonden partijen is eveneens vrij beperkt. ‘Dat bevreemdt niet, omdat veel overheidsorganisaties vooral afhankelijk zijn van menselijk kapitaal en er door bekostiging vanuit de belastingen in principe ook niet veel vermogen nodig is om risico’s op te vangen’, aldus De Kruijf.
‘In algemene zin zijn er geen indicaties dat er geld bij verbonden partijen wordt geparkeerd om onderuitputting in de begroting van de moederorganisatie tegen te gaan.’
Het onderzoek van De Kruijf bouwt voort op een quickscan bij verbonden partijen – onder andere een grond- en afvalbedrijf – in Twente in opdracht van vijf samenwerkende rekenkamers en een reeks van onderzoeken naar de aansturing en financiële positie van zelfstandige bestuursorganen. In zijn aanvullende onderzoek heeft De Kruijf ook verbonden partijen van gemeenten meegenomen. Omdat voor gemeenten geen centraal overzicht bestaat, is gezocht naar gegevens in de paragrafen verbonden partijen van een aantal grote steden. Daarin trof de wetenschapper onvoldoende aanwijzingen voor het bovenmatig verstrekken van leningen aan. Maar meer en diepgaander onderzoek is volgens hem nodig.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.