WOZ-stijging van hooguit 4,5 procent verwacht in 2025
Vooral de minder extreme stijging van de WOZ-waarden lijkt van belang geweest voor het lagere aantal WOZ-bezwaren.
De Waarderingskamer voorspelt een stijging van de WOZ-waarden in 2025. Ten aanzien van dit jaar gaat de waarderingskamer er vanuit dat minder mensen bezwaar maken tegen de oplegde WOZ-waarde van hun woning vergeleken met 2023.
2,5 tot 4,5 procent
Die ontwikkelingen worden belicht in de vandaag verschenen Staat van de WOZ 2024. De Waarderingskamer spreekt daarin de verwachting uit dat volgend jaar de WOZ-waarden van woningen tussen 2,5 en 4,5 procent hoger zullen zijn dan dit jaar. In 2025 krijgt iedere woningbezitter een WOZ-waarde die gebaseerd is op de verkoopprijzen rond de waardepeildatum 1 januari 2024. De gemiddelde ontwikkeling van de WOZ-waarden voor niet-woningen ligt op een iets lager niveau, naar verwachting tussen de 0 en 2,5 procent.
Minder WOZ-bezwaren
Ook dit jaar is de WOZ-waarde van woningen gemiddeld maar beperkt gestegen (2,8 procent). Dat is volgens de Waarderingskamer één van de redenen waarom dit jaar veel minder mensen bezwaar hebben gemaakt tegen de WOZ-waarde van hun woning (3,9 procent vergeleken met 7,2 procent vorig jaar rond dezelfde tijd). Ten opzichte van 2023 is er nu in 2024 sprake van een bijna halvering van het aantal ingediende bezwaren.
‘Wij denken dat vooral de minder extreme stijging van de WOZ-waarden van belang is geweest voor het lagere aantal WOZ-bezwaren’, aldus de Waarderingskamer. Ook is te zien dat zowel het aantal ingediende no-cure-no-pay-bezwaren als het aantal bezwaren ingediend door belanghebbenden zelf, is gedaald.
Toename bureaus
In het jaar 2023 waren er juist uitzonderlijk veel WOZ-bezwaren ingediend. Die toename van het aantal bezwaren werd vooral veroorzaakt door de sterke stijging van WOZ-waarden van woningen (landelijke gemiddeld 17 procent in 2023) als gevolg van marktontwikkelingen en de toename van bureaus die via reclames aanboden op basis van no-cure-no-pay bezwaar te maken. Wel constateert de Waarderingskamer dat het aandeel van de no-cure-no-pay-bedrijven in de bezwaren toch nog licht is gestegen.
Werkdruk
‘Ondanks het lagere aantal bezwaren in 2024 ten opzichte van 2023 constateren we dat er geen verlichting is van de werkdruk bij de WOZ-uitvoerders’, aldus de Waarderingskamer. ‘Dit hangt enerzijds samen met het feit dat het aantal WOZ-bezwaarschriften nog hoger is dan het aantal bezwaren dat belanghebbenden in 2022 (het jaar voorafgaand aan het ‘piekjaar’ 2023) hebben ingediend. Daarbij geldt dat juist het aantal no-cure-no-pay-bezwaren ruim hoger is vergeleken met dat jaar, terwijl juist deze WOZ-bezwaren op basis van no-cure-no-pay vaak zorgen voor extra werkzaamheden voor de WOZ-uitvoerders in verband met het feit dat deze gemachtigden die werken op basis van no-cure-no-pay altijd vragen om een formele procedure, inclusief een hoorzitting in verband met het systeem voor het bepalen van de hoogte van de proceskostenvergoeding.’
Rechtbank
Tegelijk is er sprake van een grote stijging van het aantal WOZ-beroepsprocedures dat wordt ingediend bij rechtbanken. Die stijging is een na-ijleffect van het hoge aantal bezwaarschriften uit 2023. ‘Het feit dat het aantal beroepsprocedures tegen de WOZ-waarde voor woningen naar waardepeildatum 1 januari 2022 ongeveer met een factor 2,5 tot 3 is gestegen, komt overeen met de stijging van het aantal WOZ-bezwaren voor dezelfde waardepeildatum die we vorig jaar hebben gerapporteerd. Ruim 80 procent van deze procedures wordt ingediend door no-cure-no-pay-bureaus in vergelijking met 75 procent in het voorgaande jaar’, aldus de Waarderingskamer.
Reacties: 2
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.