Ozb-stijging al jaren amper hoger dan inflatie
Belastingen opgelegd door het rijk kosten huiseigenaren jaarlijks meer dan de ozb en andere gemeentelijke heffingen samen.
Voor sommige politieke partijen – veelal in het rechter spectrum – is onvrede over de stijging van de onroerendezaakbelasting (ozb) een terugkerend thema in de verkiezingsprogramma’s. Onderzoek wijst uit dat het met die stijging de afgelopen jaren wel meevalt.
Maximering
Dat blijkt uit een inventarisatie van de ozb-tariefstijgingen sinds 2008 door het Groningse onderzoeksinstituut Coelo. In 2008 werd de maximering van de jaarlijkse toename van de ozb losgelaten. Sindsdien mag elke gemeente de ozb zo sterk verhogen als men nodig acht. Dat lijkt over de jaren echter niet te hebben geleid tot sterke verhogingen van het ozb-tarief.
In 2023 betaalt een huiseigenaar gemiddeld 335 euro per jaar. In 2008 was dat nog 217 euro. Dat is een gemiddelde stijging van 2,9 procent per jaar. ‘Als we dit echter corrigeren voor de inflatie dan blijkt de jaarlijkse gemiddelde stijging slechts 0,7 procent per jaar te zijn’, aldus de onderzoekers.
Totale woonlasten
De geldzorgen van huishoudens zijn een belangrijk thema voor de Tweede Kamer-verkiezingen op 22 november. Zo willen de VVD en FVD blijkens hun verkiezingsprogramma’s bijvoorbeeld de stijging van de onroerendezaakbelasting (ozb) maximeren. Dit om wonen voor eigenwoningbezitters betaalbaar te houden. ‘We hebben in Nederland in 2006 en 2007 al ervaring opgedaan met de maximering van de ozb. Omdat het in de praktijk moeilijk uitvoerbaar bleek om per gemeente een maximaal toegestane stijging te bepalen is in 2008 besloten om deze maximering los te laten.
Maximering van de ozb-tarieven is blijkbaar niet nodig om te voorkomen dat gemeenten de ozb-tarieven sterk verhogen’, stelt Coelo-onderzoeker Corine Hoeben deze week in economenblad ESB. ‘Bovendien is de impact van een ozb-stijging op huishoudens relatief beperkt. Het maakt slechts een klein deel uit van de totale woonlasten. Belastingen opgelegd door het rijk (eigenwoningforfait, belasting op energie en water) kosten huiseigenaren jaarlijks meer dan de ozb en andere gemeentelijke heffingen (rioolheffing, afvalstoffenheffing) samen.’
De rijksbelastingen en de zorgverzekeringen daarentegen zijn de afgelopen jaren sky high opgelopen. Te noemen zijn o.a. de inkomstenbelasting (aanpassingen in schalen, Box 3), ouderenkortingen zijn in relatie zin zelfs gedaald t.o.v. de kortingen van werkenden, de premie en/of sociale lasten van de 3 zorgverzekeringen, de vennootschapsbelasting, energiebelastingen (!!), accijnzen, vliegbelasting etc. etc. De Waterschapsbelasting staat met zéér forse stijgingen al minimaal 10 jaar aan de top.
Het is de hoogste tijd dat de Overheid op alle fronten de tering naar de nering gaat zetten. Een (minder goed) alternatief zou kunnen zijn om het begrotingstekort (nu 46%) te verhogen richting 60%. Zelfs dan slaat ons land nog een goed figuur t.o.v. de meeste andere EU-landen.