Miljoenenkorting kan volgens BZK prima: ‘40 miljard eigen vermogen’
Decentrale overheden moeten van BZK hun reserves aanwenden om de korting van 675 miljoen euro op te vangen.
Volgens het demissionair kabinet kunnen praktisch alle gemeenten de incidentele korting van 675 miljoen op het gemeentefonds in 2025 opvangen. Dat laat een woordvoerder van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) weten in antwoord op vragen van Binnenlands Bestuur. Het standpunt baseert het kabinet op de flink gegroeide gemeentelijke reserves van de afgelopen jaren.
Gemeentefonds
De vervroegd gepubliceerde voorjaarsnota bracht een aantal veranderingen mee voor het gemeentefonds. Zo werd definitief de opschalingskorting afgeschaft, en werd besloten dat het rijk al dit jaar overgaat op de nieuwe financieringssystematiek, waarbij het fonds wordt geïndexeerd op basis van het bruto binnenlands product. Ten slotte is er een aparte, aanvullende post opgenomen voor financiering van de WMO.
Compensatie
Structureel betekenen die maatregelen een plus van ongeveer een miljard euro voor gemeenten. Dat gaat af van het tekort van 3 miljard dat gemeenten eerder becijferden als resultaat van de financiële hervormingen. Door de vervroegde invoering ervan neemt het fonds in de nabije jaren echter meer af dan eerder berekend. In 2025 zelfs met ruim een miljard. Hoewel het rijk die afname van het gemeentefonds voor 2024, en de jaren 2026 tot en met 2029 volledig compenseert, doet zij dit voor 2025 maar slechts voor de helft.
'Genoeg eigen vermogen'
Gevraagd naar de reden dat het rijk in 2025 het tekort niet volledig compenseert laat een woordvoerder van BZK weten dat het demissionair kabinet op basis van de huidige financiële positie van gemeenten en provincies verwacht dat praktisch alle gemeenten de incidentele korting van 675 miljoen kunnen opvangen. ‘Gemeenten hebben een gezamenlijk eigen vermogen van bijna 40 miljard euro door gegroeide reserves de afgelopen jaren.’
40 miljard
Daarbij verwijst het ministerie naar een CBS-bericht van eind 2023 waaruit blijkt dat gemeenten in 2022 3,7 miljard euro overhielden, en dat het eigen vermogen inderdaad steeg naar een totaal van 39,7 miljard. Belangrijk daarbij is wel dat dat eigen vermogen niet enkel bestaat uit aanwendbare financiële middelen. Onroerende zaken en grondportefeuilles behoren ook tot het eigen vermogen van gemeenten.
Gemeenten zien het anders
Desalniettemin hebben gemeenten sinds 2020 ieder jaar flink geld overgehouden. Voor het rijk genoeg om eenmalig een flinke korting op het gemeentefonds te verantwoorden. Gemeenten zelf zeggen dat hun financiële positie een stuk minder rooskleurig is. En ruim tachtig procent van de lokale overheden begroot vanaf 2026 flinke tekorten.
Gemeentelijke reserves hebben natuurlijk in eerste instantie te maken met eigen doelen en door de jaren heen dienen deze gelijke tred te houden met de inflatoire werking.