Boeren de dupe van nieuwe waterschapswet

De nieuwe waterschapswet gaat per 1 januari volgend jaar in. Boeren vallen zoals altijd in de categorie onbebouwd, waarbinnen ook bouwrijp gemaakte woningbouwterreinen en industrieterreinen vallen. Onder de wet zijn hier nu ook de spoorwegen en veel nieuwe wegen aan toegevoegd. De hoogte van de waterschapsbelasting wordt bepaald aan de hand van de waarde van het onroerende goed dat iemand bezit.

Onevenredig
‘De waarde van een spoorweg of weg ligt veel hoger dan die van landbouwgrond. Hierdoor is de gemiddelde grondprijs binnen onze categorie onevenredig gestegen’, stelt Johan van der Burg, hoogheemraad namens de categorie onbebouwd in het waterschap Delfland.

Hij wijst ook op de ‘extreme waardestijging’ van nog braakliggende bouwterreinen over de laatste vijf jaar. De waarde van een nog onbebouwd industrieterrein ligt rond de 450 euro per vierkante meter. Landbouwgrond komt op drie tot vier euro.

Pech
‘In Delfland hebben de boeren de pech dat er veel wegen, spoorwegen en bouwterreinen liggen, waardoor de effecten van de waardestijging extreem doorwerken. Tel je alles bij elkaar op, dan betaalt een boer twintig maal teveel: de waarde van een hectare grond is gemiddeld bepaald op negen ton, terwijl de boerenwaarde blijft steken op maximaal 45 duizend’, aldus Van der Burg.

Mede op aandringen van hem zal het tarief in Delfland voor onbebouwd waarschijnlijk ‘slechts’ stijgen van 74 euro naar 103 euro per hectare. ‘We hebben aan alle knoppen gedraaid die de nieuwe wet biedt, maar het stelsel blijft te krom voor woorden’.

Van der Burg heeft zelf een boerderij, maar kan vanuit zijn positie als bestuurslid van het waterschap de boeren moeilijk aanzetten tot verzet. ‘Maar ik kan me voorstellen dat LTO-Noord – waar ik ook lid van ben – oproept om bezwaar aan te tekenen tegen de heffing.’  

Zie ook:
Gezamenlijk belastingkantoor voor waterschappen (03/08/2006)