Bezuinigen zonder pijn in de Wmo?
De financiële druk op gemeenten is met de voorjaarsnota niet weggenomen. Gekeken moet worden naar de grootste uitgavenposten, zoals de Wmo.
Nu de directe financiële druk op gemeenten iets lijkt te zijn afgenomen en het rijk gemeenten in 2026 en 2027 extra tijd gunt om besparingen door te voeren, is het verleidelijk om achterover te leunen. Toch is dat onverstandig. De opgave blijft onverminderd groot: structureel evenwicht vinden in de gemeentelijke financiën. En daarbij is het logisch om te kijken naar de grootste uitgavenposten, zoals de Wmo.
In 2023 gaven gemeenten daar samen zo’n 5,5 miljard euro aan uit. Die kosten lopen elk jaar op. Gaven we in 2017 nog 269 euro per 1.000 inwoners uit, in 2023 was dat al 308 euro. En dan moet de vergrijzingsgolf er nog aankomen; inwoners worden ouder, wonen langer thuis en hebben meer hulp nodig. Tijd dus om te kijken wat er anders kan binnen de Wmo. Laten we daarbij beginnen bij het laaghangende fruit: ingrepen die volgens mij relatief makkelijk zijn en geen of weinig pijn doen.
Geef bijvoorbeeld net als de gemeente Winterswijk, indicaties voor onbepaalde tijd aan mensen met een blijvende behoefte aan ondersteuning. Dat is goed voor deze mensen, want het zorgt voor rust, vertrouwen en duidelijkheid. En het bespaart (administratieve) tijd bij ambtenaren. Een win-winsituatie. Waar kan je aan denken bij een blijvende behoefte aan ondersteuning? Laat me een voorbeeld geven: mensen die autistisch zijn. Deze inwoners hebben levenslang begeleiding nodig. Soms iets meer, soms iets minder. De stichting Vanuit Autisme Bekeken (VAB) noemt dat ‘levensloopbegeleiding’. Je kunt ze om het jaar een nieuwe indicatie laten aanvragen. Maar het is niet zo dat ze op 1 januari ineens niet meer autistisch zijn. Dus waarom zou je ze elke keer dezelfde papieren in laten vullen, wat onnodig veel stress oplevert en juist de kans groter maakt dat ze (duurdere) zorg nodig hebben?
Je kunt mensen met autisme om het jaar een nieuwe indicatie laten aanvragen. Maar het is niet zo dat ze op 1 januari ineens niet meer autistisch zijn
En zo zijn er veel meer inwoners met een blijvende ondersteuningsbehoefte die baat hebben bij een indicatie voor onbepaalde tijd. Als gemeente zou je samen met expertisepartners zoals het VAB kunnen kijken hoe je op een verantwoorde manier levenslange indicaties kunt afgeven. Wat kan er nog meer anders binnen de Wmo? Ik denk dan onder meer aan bewuster verwijzen. Als ik Wmo-consulenten spreek, merk ik dat ze soms geen idee hebben van de gemiddelde kosten van de geïndiceerde zorg. En dan vooral het verschil in tarieven tussen de verschillende aanbieders voor dezelfde diensten. Dat neem ik ze niet kwalijk. Ze zijn Wmo-consulent geworden omdat ze hulpbehoevende inwoners zo goed mogelijk willen helpen. Hun passie en betrokkenheid vind ik altijd bewonderenswaardig. Hier ligt in mijn ogen dan ook vooral een taak voor business controllers.
Geef Wmo-consulenten in jouw gemeente inzicht en help ze om in hun zoektocht naar de best passende zorg ook prijsverschillen mee te wegen. Zo voorkom je dat aanbieders die hun marketing goed op orde hebben, automatisch de meeste verwijzingen krijgen. Want die marketingkosten moeten uiteindelijk wel terugverdiend worden. En wie betaalt daar uiteindelijk voor? Juist, jij als gemeente.
Ik ben benieuwd welke besparingsmogelijkheden jij ziet in het sociaal domein. Het zou al winst zijn als we daar als financials in 2025 met elkaar het goede gesprek over voeren.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.